You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Jeremia 28 : 16. UITLEG. 83<br />
niet bij. Dit spreekt vanzelf. Maar wèl staat er, wat Jeremia behalve<br />
dit woord nog tot Hananja heeft gezegd. Hij noemt dezen een profeet,<br />
die niet door den HEER gezonden is, maar uit eigen wil en gedachten<br />
16 gesproken heeft en daardoor <strong>het</strong> volk jammerlijk misleid. Daarom zal<br />
hij zelf in dat jaar nog sterven, omdat hij niet alleen afval van Babel,<br />
maar afval van God gepropageerd heeft. Gods wil was immers juist:<br />
gehoorzaamheid aan Babel betoonen.<br />
17 En twee maanden later stierf de brutale demagoog. Wij denken hierbij<br />
aan 2 Kon. 7 : 2, 17-20 en Hand. 5 : 5, 9 , 10.<br />
Jeremia's brief aan de ballingen, 29 vs. 1-23.— Blijkens den aanhef<br />
van dit gedeelte moet er een of ander verband bestaan tusschen dit<br />
stuk en H. 28. Want <strong>het</strong> begint met <strong>het</strong> voegwoord „en": „en dit is<br />
de inhoud ..." of : „dit nu is de inhoud ..." Door den samensteller<br />
van <strong>het</strong> boek Jeremia is dus H. 29 : 1-23 in verband gebracht met <strong>het</strong>geen<br />
voorafgaat. Daarom ligt <strong>het</strong> voor de hand, H. 29 : 1-23 in tijd<br />
te stellen na H. 28. Wij hebben dan een goede verklaring van <strong>het</strong>geen<br />
in vs. 1 staat, nl. dat Jeremia den brief zond aan de nog in leven zijnde<br />
oudsten van de ballingen, lt. „aan de rest van de oudsten van de<br />
ballingen". Immers in de vier jaren, die na de wegvoering van Jojachin<br />
verstreken waren, was menig oudste reeds gestorven. Waarom Zedekia<br />
in dien tijd een gezantschap naar Babel zendt, staat er niet bij. De<br />
onderstelling, dat dit den koning van Babel van Zedekia's trouw moest<br />
overtuigen, is zeker niet te gewaagd. Aan <strong>het</strong> hof te Babel was <strong>het</strong> wèl<br />
bekend, welke pogingen de omliggende landen hadden gedaan om Juda<br />
tot afval te bewegen. Maar <strong>het</strong> gezantschap bleek nog niet voldoende,<br />
Later moest Zedekia zelf de reis maken om alle verdenking van ontrouw<br />
uit den weg te ruimen (zie de Inleiding, blz. 10).<br />
Jeremia maakt nu van de gelegenheid, die de reis van dit gezantschap<br />
hem bood, gebruik om aan de ballingen in Babel een brief te zenden.<br />
Behalve hier is in <strong>het</strong> 0. T. van brieven nog sprake: 2 Sam. 11 : 14,<br />
15; 1 Kon. 21 : 8-10; 2 Kon. 10 : 1-3, 6, 7; 2 Kron. 30 : 1-10;<br />
2 Ezra 4 : 8-23; Neh. 6 : 5-7. De tijdsbepaling van vs. 2 is algemeen<br />
gehouden en zegt niet, dat Jeremia den brief schreef onmiddellijk nadat<br />
de ballingen waren weggevoerd; zij is in denzelfden vorm gegoten als<br />
die van 24 : 1 (vgl. 2 Kon. 24 : 15); wij moeten ze als tusschen haakjes<br />
3 lezen. De twee gezanten komen alleen hièr voor. Misschien is Safan,<br />
hier als vader van Elasa genoemd, dezelfde als de vader van Achikam<br />
(26 : 24); dan zou deze gezant een broeder zijn van den beschermer<br />
van Jeremia.<br />
4 De profeet brengt nu aan de ballingen schriftelijk den wil van God<br />
over. Zij moeten zich in <strong>het</strong> vreemde land voor langen tijd installeeren,<br />
huizen bouwen en tuinen aanleggen. Zij moeten zich tot gezinnen vormen,<br />
7 hunne kinderen laten huwen, opdat ook deze weer kinderen krijgen. Ja,