You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
116 Jeremia 36 : 31. UITLEG.<br />
wèl: <strong>het</strong> bewind van zijn zoon Jojachin duurde drie maanden en werd<br />
toen reeds door Babel beëindigd (2 Kon. 24 : 6). Aan Jojachin heeft<br />
Jeremia <strong>het</strong>zelfde voorspeld (22 : 30); Zedekia, Jojakim's broeder,<br />
volgde dezen op. Voor de tweede bedreiging zie men 22 : 18, 19 met<br />
Uitleg; in <strong>het</strong> Palestijnsch klimaat is de afwisseling tusschen dag- en nachttemperatuur<br />
zeer sterk.<br />
31 God zal Jojakim, zijn nakomelingen en zijn dienaren, die mede schuldig<br />
staan aan de ongehoorzaamheid, straffen. Hij zal over hen èn de geheele<br />
bevolking de bedreigingen vervullen, waarmee Hij had gewaarschuwd,<br />
maar die zij hadden veracht, gelijk uit Jojakim's handelwijs weer zoo<br />
duidelijk bleek.<br />
32 Jeremia gehoorzaamt <strong>het</strong> goddelijk bevel. Nog veel andere profetieën,<br />
van gelijken inhoud, door Jeremia ook vroeger uitgesproken of alleen<br />
teboekgesteld, worden nog daarbij gevoegd. „Gods woord houdt stand<br />
in eeuwigheid, En zal geen duimbreed wijken." Dezelfde profetieën, die<br />
Jojakim wilde vernietigen, laten ons nu nog dat juist zien.<br />
JEREMIA BIJ DE VOLTREKKING VAN HET OORDEEL, H. 37-44.<br />
37 1, 2 Inleiding, 37 vs. 1, 2. — Met H. 37 begint een nieuw gedeelte, dat een<br />
aaneengeschakeld verhaal geeft van Jeremia's woorden, houding en<br />
lotgevallen, te beginnen met zijn antwoord aan <strong>het</strong> tweede gezantschap<br />
van Zedekia tot <strong>het</strong> conflict tusschen hem en <strong>het</strong> volk over de afgoderij<br />
in Egypte. Vs. 1 en 2 is niet een inleiding op wat onmiddellijk volgt, maar<br />
op dit geheele nieuwe gedeelte. Deze inleiding geeft een karakteristiek<br />
van koning, dienaren en volk als ongehoorzaam aan <strong>het</strong> woord van God,<br />
dat Jeremia bracht; hun ongehoorzaamheid zal blijken in wat de schrijver<br />
laat volgen, H. 37 : 3—H. 44. Door dit ook van Zedekia hier nog eens<br />
naar voren te brengen, laat de auteur <strong>het</strong> groote belang van de- gebeurtenissen,<br />
die zich nu zoo snel gaan voltrekken, scherp uitkomen. Zedekia<br />
was in plaats van Chonja (vgl. 22 : 24 met Uitleg) door Nebukadrezar<br />
tot koning verheven. Toch was hij den heerscher, wien hij zijn koningschap<br />
te danken had, ontrouw (Inleiding blz. 9, 10). Zedekia was al even ongehoorzaam<br />
aan Gods wil als zijn hovelingen en zijn volk.<br />
Jeremia's antwoord aan <strong>het</strong> tweede gezantschap van Zedekia, vs. 3-10.<br />
Voor de tweede maal zendt de koning een gezantschap naar den profeet<br />
vgl. 21 : 1-10. Juchal komt in H. 38 : 1 voor bij de vorsten, die<br />
Jeremia's dood willen; Zefanja was ook bij <strong>het</strong> eerste gezantschap geweest<br />
(21 : 1 Uitleg; 29 : 25). De situatie was op dat moment die van<br />
H. 34 : 8-22; <strong>het</strong> Babylonische leger had <strong>het</strong> beleg onderbroken, de<br />
burgerij was weer volkomen gerust en dacht aan geen gevaar (34 : 11).<br />
Toch vraagt de koning aan Jeremia tot den HEER te bidden. Dit „bidden"<br />
Kan, behalve vragen om hulp, ook beteekenen : raadplegen, naar de toe-<br />
-3