Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De <strong>Edda</strong>, <strong>Frans</strong> <strong>Berding</strong>:<br />
zijt niet zoo heldhaftig als Hagen was. Wanneer gij zoo dapper waart<br />
als die beide broeders, zoudt gij heengaan om uw zuster te wreken."<br />
Hamdir antwoordde haar:<br />
--"Hebt gij den moed <strong>van</strong> Hagen ook zoo geprezen, toen zij Siegfried<br />
doodden in het bosch? Zijn moordenaren lachten, terwijl gij bij het<br />
lijk zat, maar gij hoordet het niet. Zoo lief had u Goenther! En gij<br />
dacht Atli te verderven door Erp en Eitel te dooden, maar gij hebt u<br />
zelve niet veel voordeel gedaan. Wel waren de knapen spoedig geslacht,<br />
maar nu hadden wij met hem onze zuster kunnen wreken."<br />
En Sorli zeide:<br />
--"Gij betreurt uwe broeders, maar, Goedroen, door uw schuld stortten<br />
zij zich in den strijd. Spoedig zult gij ook ons beklagen, want wij<br />
rijden onzen ondergang te gemoet en zullen, ver <strong>van</strong> u, vallen. Geef<br />
ons de wapenen <strong>van</strong> de duitsche vorsten,--gij hebt ons geprikkeld tot<br />
den strijd."<br />
Goedroen lachtte en ging in de kamer. Daar haalde zij uit de kisten<br />
de helmen <strong>van</strong> de koningen, en bracht de pantsers aan de zonen. Toen<br />
stegen zij te paard en Hamdir zeide:<br />
--"Ik zal niet meer naar moeder wederkeeren, maar door de Gothen<br />
worden gedood. Goedroen, dan kunt gij tegelijk voor Zwaanhilde en<br />
voor uw beide zonen het doodsmaal bereiden."<br />
De beide koningskinderen reden heen en Goedroen bleef zorgenvol in<br />
de zaal achter en weende. Zij dacht aan den droevigen ondergang <strong>van</strong><br />
haar geslacht, en zij zeide tot zichzelf:<br />
--"Ik heb aan drie haardsteden gezeten en drie mannen gehad, maar<br />
Siegfried was mij de liefste <strong>van</strong> allen. Hem hebben mijn broeders<br />
gedood, en nog meer droefheid bereidden zij mij, toen zij mij aan Atli<br />
gaven. Ik wilde de woeste Hunnen ter wraakneming roepen, maar ik kon<br />
voor de wandaad geen boete verkrijgen. En ik moest mijn kinderen het<br />
hoofd afhouwen. Morrend ging ik naar het strand om den vloek <strong>van</strong> het<br />
noodlot af te wasschen. Maar de golven verzwolgen mij niet: zij droegen<br />
mij naar een nieuw land om te leven. Daar trouwde ik met een derden<br />
man en ik verwachtte vertroosting, toen ik een kind kreeg, dat met<br />
Jonakers kinderen mijn schatten en geslacht kon beschermen. Zwaanhilde<br />
was mij de liefste <strong>van</strong> alle meisjes, Zwaanhilde glansde in Goedroens<br />
zaal, zooals de schitterende zonnestralen glanzen. Ik had ze met<br />
goud gesierd en met schoone gewaden omhangen, voor ik ze naar het<br />
land der Gothen zond. Daar heb ik het hardste leed moeten dragen:<br />
zij hebben het blonde hoofd <strong>van</strong> mijn Zwaanhilde door paardenpooten<br />
in het stof gestampt. Mij brandt weer de pijn <strong>van</strong> toen zij Siegfried<br />
© Het <strong>Germaans</strong> <strong>Genootschap</strong>, Wintermaand 2010 Pag. 108/135