Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De <strong>Edda</strong>, <strong>Frans</strong> <strong>Berding</strong>:<br />
Siegmond en al zijn zonen waren mannen, die boven de anderen uitmuntten<br />
door kracht en grootte en verstand en allerlei bekwaamheid. Siegfried<br />
echter was de allervoortreffelijkste, en de oude sagen zeggen <strong>van</strong> hem,<br />
dat hij verreweg de voornaamste <strong>van</strong> alle heirkoningen was.<br />
Bij koning Helperik nu, waar Siegfried was, kwam zeer dikwijls een<br />
zekere Regin, de zoon <strong>van</strong> Reidmar.<br />
Deze Regin was zeer sluw en geslepen en ervaren in vele dingen, en zoo<br />
klein <strong>van</strong> gestalte als een dwerg. Regin ging zeer veel met Siegfried<br />
om en leerde hem allerlei kundigheden. Hij vertelde hem veel <strong>van</strong> zijn<br />
voorouders, en verhaalde hem op zekeren dag ook, wat er gebeurde,<br />
toen Wodan, Henir en Loge eens gekomen waren bij de beek <strong>van</strong> Andwari,<br />
waarin zeer vele visschen zwommen.<br />
Andwari was een dwerg, die de gestalte <strong>van</strong> een snoek had aangenomen,<br />
en zijn voedsel in het water vond. Regin nu had twee broeders, <strong>van</strong> wie<br />
de een Fafner heette en de andere Otter. Deze laatste ging dikwijls<br />
in de beek <strong>van</strong> Andwari en zwom er als een otter rond.<br />
Eens had Otter een zalm ge<strong>van</strong>gen en zat met gesloten oogen aan den<br />
oever om de visch op te eten. Loge, die juist met Wodan en Henir<br />
aankwam, zag hem en wierp hem met een steen en doodde hem. De goden<br />
waren zeer verheugd en trokken Otter de huid af. Toen gingen zij verder<br />
en kwamen aan de woning <strong>van</strong> Reidmar. Zij vroegen hem gastvrijheid,<br />
en toonden hem den buit, dien zij gemaakt hadden. Reidmar echter, en<br />
zijn zonen Fafner en Regin, grepen hen vast, dreigden hen te dooden,<br />
en eischten als losprijs voor hun leven, dat zij de geheele huid <strong>van</strong><br />
den otter met goud zouden vullen, en ook geheel met goud bedekken<br />
zouden. Toen zonden de goden Loge uit om goud te halen. Deze ging naar<br />
een watergodin en vroeg haar een net ter leen. Toen hij dit gekregen<br />
had, ging hij naar de beek <strong>van</strong> Andwari en wierp het net uit om den<br />
snoek te <strong>van</strong>gen. En de snoek zwom in het net.<br />
Loge zeide tot de visch:<br />
--"Welk schitterend vischje schiet daar zoo snel door den stroom<br />
en is in mijn val geloopen? Kom, ik wil het goud wel eens zoeken,<br />
dat zulk een helder licht in uw water verspreidt."<br />
Andwari antwoordde hem:<br />
--"Ik heet Andwari en ik ben de zoon <strong>van</strong> watergod Oïn. Lang geleden<br />
noodzaakte mij het noodlot altijd in het water te leven."<br />
Loge echter wist wel, dat Andwari een booze dwerg was, die het goud uit<br />
het water had gestolen en het nu als een visch bewaakte. En hij zeide:<br />
© Het <strong>Germaans</strong> <strong>Genootschap</strong>, Wintermaand 2010 Pag. 82/135