Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De <strong>Edda</strong>, <strong>Frans</strong> <strong>Berding</strong>:<br />
Nijdhod gaf den gouden ring, dien hij uit Welands woning medegenomen<br />
had, aan zijn dochter Bodwild ten geschenke. Zelf echter behield hij<br />
het scherpe zwaard dat aan Weland had toebehoord.<br />
Toen sprak de koningin tot den koning:<br />
--"Welands oogen schitteren als die <strong>van</strong> slangen. Zijn tanden zullen<br />
<strong>van</strong> woede wel knarsen, als hij zijn zwaard ziet en den ring herkent<br />
aan Bodwilds arm. Snijd hem de kniepezen door en laat hem zoo in<br />
Zeestad zitten!"<br />
Dit geschiedde. Men sneed hem de pezen <strong>van</strong> de knieën door, en hij werd<br />
op een eiland gezet, dat in de nabijheid <strong>van</strong> het land lag en Zeestad<br />
heette. Daar moest hij voor den koning allerlei sieraden smeden,<br />
en niemand durfde hem te naderen als de koning alleen.<br />
Slapeloos zat er Weland en hanteerde den hamer. Hij dacht hoe nu aan<br />
Nijdhods gordel het glanzende zwaard hing, waar<strong>van</strong> hij de snede had<br />
geslepen zoo goed hij kon, dat hij gehard had met hamerende handen,<br />
en dat hem nu ontnomen was en nooit meer in zijn werkplaats zou worden<br />
gebracht. En hij dacht aan den roodgouden ring <strong>van</strong> zijn heerlijke<br />
Herwor,--en die nu aan Bodwilds arm blonk.<br />
Zoo zat hij en smeedde sieraden voor Nijdhod, knarsend <strong>van</strong> woede,<br />
onmachtig tot wraak.<br />
Maar op zekeren dag kwamen Nijdhods jeugdige zonen naar Welands<br />
werkplaats. Voorzichtig slopen zij naar binnen, openden de kist, waarin<br />
de kostbaarheden waren, en keken er in. Daar zagen zij schitterende<br />
schatten, en zij vroegen schuchter aan Weland:<br />
--"Is al dat glinsterende echt goud?"<br />
Weland wendde het hoofd om en zag de beide koningskinderen. Toen<br />
rijpte er plotseling een plan tot wraak, en hij zeide:<br />
--"Kinderen, komt morgen heimelijk bij mij, dan zal ik u schatten<br />
ten geschenke geven. Maar zegt het niet aan de knechten en meiden,<br />
verbergt voor iedereen, dat gij bij mij waart."<br />
Den volgenden morgen, al heel vroeg, zeide het oudste <strong>van</strong> de kinderen<br />
tot het andere:<br />
--"Kom, laten wij gauw naar het goud gaan kijken." Nieuwsgierig<br />
gingen zij naar Welands werkplaats, slopen voorzichtig naar binnen,<br />
openden de kist, waarin de kostbaarheden waren, en keken er in.<br />
© Het <strong>Germaans</strong> <strong>Genootschap</strong>, Wintermaand 2010 Pag. 63/135