Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HELDENSAGEN<br />
De Welandsage:<br />
De <strong>Edda</strong>, <strong>Frans</strong> <strong>Berding</strong>:<br />
Er was een koning in Zweden, die Nijdhod heette. Twee zonen had hij,<br />
en ene dochter, wier naam Bodwild was.<br />
Ook leefden daar terzelfder tijd drie tooverkundige bergbewoners. Zij<br />
waren broeders. De oudste heette Slagfid, de tweede Egil en de derde<br />
Weland. Zij waren gewoon op sneeuwschoenen te loopen, en maakten<br />
jacht op wilde dieren.<br />
Eens kwamen zij in Wolvendal en bouwden er zich een huis dicht bij<br />
een water, dat Wolvenmeer genoemd werd. Op zekeren dag, vroeg in den<br />
morgen, dat de drie broeders op jacht waren gegaan, kwamen over het<br />
uitgestrekte Zwartwoud meisjes uit het Zuiden gevlogen. Zij droegen<br />
helmen op het hoofd en zochten of er ook ergens werd gevochten. Toen<br />
zij niets zagen, zetten zij zich aan het strand <strong>van</strong> Wolvenmeer neder,<br />
en sponnen er de kostbare draden <strong>van</strong> het lot. Hare zwanenkleeren lagen<br />
in de nabijheid, want zij waren Walkuren. Twee <strong>van</strong> haar waren dochters<br />
<strong>van</strong> koning Lodwer: de zwaanwitte Ladgud, en Herwor, de Alwijze. De<br />
derde echter was Aalrune, de dochter <strong>van</strong> Kiar, koning <strong>van</strong> Walland.<br />
Toen de drie broeders terugkwamen uit de bergen, en de vrouwen zagen,<br />
namen zij haar mede naar hunne woning. Egil koos Aalrune, en vleide<br />
zich aan haar blanken boezem neer; Slagfid nam de zwaanwitte Ladgud,<br />
en Herwor, de derde, omhelsde Weland. Zij bleven zeven winters lang bij<br />
elkaar. Maar in den achtsten winter voelden de vrouwen een rusteloos<br />
verlangen naar haar eigen werk, en in den negende kon niets haar<br />
weerhouden. Een groot verlangen om te zoeken waar gevochten werd<br />
dreef de helmdragende meisjes het Zwartwoud in. En toen op zekeren<br />
dag de drie broeders waren uitgegaan ter jacht, vlogen de vrouwen<br />
heen. Herwor was de laatste, die heenging, en vóór zij ging fluisterde<br />
zij, rondom zich ziende in den voorhof:<br />
--"Wie straks uit het bosch komt zal geen blijheid beleven."<br />
Vermoeid <strong>van</strong> de jacht keerden eindelijk de drie broeders uit het woud<br />
in hunne woning terug. Zij vonden alle zalen verlaten,--zij liepen<br />
naar buiten, liepen naar binnen, overal zoekend liepen zij rond.<br />
Toen ging Egil naar het Oosten om Aalrune te zoeken,--naar het Zuiden<br />
ging Slagfid om te zien of hij Ladgud ook vond. Maar Weland bleef in<br />
Wolvendal, eenzaam. In fijn-gesmeede sieraden vatte hij edelsteenen,<br />
reeg aan banden <strong>van</strong> boombast ringen <strong>van</strong> goud en wachtte, hopend,<br />
dat zijn blonde Herwor zou wederkeeren.<br />
© Het <strong>Germaans</strong> <strong>Genootschap</strong>, Wintermaand 2010 Pag. 61/135