Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De <strong>Edda</strong>, <strong>Frans</strong> <strong>Berding</strong>:<br />
tot liefde te verlokken. Zeestrand, de reus, gaf mij daartoe een<br />
tooverdoorn, maar ik ontstal hem zijn verstand. Wat deed Thonarr<br />
ondertusschen?"<br />
--"Ik," sprak Thonarr, "was in het Oosten om Reuzenvrouwen uit te<br />
roeien. Als ze allen bleven leven, zou dat booze volk veel te talrijk<br />
worden, en Midgaarde ware voor menschen niet meer te bewonen. Wat<br />
deed Haarbaard ondertusschen?"<br />
--"In Vechtland," zei Haarbaard, "heb ik voor gevechten gezorgd; de<br />
vorsten stookte ik op tot den strijd. Edelen zijn het eigendom <strong>van</strong><br />
Wodan,--knechten komen Thonarr toe." Toen werd Thonarr vertoornd,<br />
en hij zeide, dat alles onder de Asen slecht verdeeld zou zijn,<br />
wanneer Wodan over zoo iets gewichtigs naar willekeur kon beschikken.<br />
Maar Haarbaard bespotte Thonarr op zijn beurt en zeide:<br />
--"Herinnert de sterke Thonarr zich nog hoe hij zich eens in een<br />
handschoen verborg en <strong>van</strong> angst niet durfde ademhalen? Dat moest de<br />
bergreus eens weten!"<br />
En toen Thonarr dreigde hem te zullen dooden, als hij aan den anderen<br />
kant <strong>van</strong> het water komen kon, ging Haarbaard voort:<br />
--"Blijf maar daarginds,--wij hebben niets met elkander te maken. Zeg<br />
zóó maar, wat Thonarr deed ondertusschen."<br />
--"In 't Oosten," sprak Thonarr, "stond ik op wacht aan het water. Daar<br />
kwamen verschrikkelijke Reuzen op mij af, bestormden mij met een<br />
hagel <strong>van</strong> steenen. Maar hun vreugde was kort, want zij vroegen mij<br />
weldra om vrede. Wat deed Haarbaard ondertusschen?"<br />
--"Ik was ook in het Oosten," zei Haarbaard, "maar om met een vrouwtje<br />
te vrijen. Ik schertste en stoeide met het sneeuwblanke schepsel;<br />
't kind was gelukkig met mijn gunst. Wat deed Thonarr ondertusschen?"<br />
--"Op een eiland, midden in de zee, heb ik reuzenvrouwen overwonnen:<br />
dat was een boos gebroed, waardoor veel volk schade leed."<br />
Haarbaard onderbrak hem, en zeide dat het zeer onwaardig werk was<br />
met vrouwen te vechten.<br />
--"Wolvinnen waren zij," schreeuwde Thonarr, "dat waren geen<br />
vrouwen. Zij beschadigden mijn schip, dat ik op stutten had gezet,<br />
verdreven mijn dienaar, en kwamen met knotsen op mij af."<br />
--"Zoo!"--zeide Haarbaard. "Maar ik zal je eens wat zeggen; bij Sippia,<br />
je vrouw, zit een man op bezoek. Wanneer je misschien met hem zoudt<br />
© Het <strong>Germaans</strong> <strong>Genootschap</strong>, Wintermaand 2010 Pag. 17/135