Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De <strong>Edda</strong>, <strong>Frans</strong> <strong>Berding</strong>:<br />
Toen, met een hevigen slag, sloeg hun Weland het hoofd af en verborg<br />
hun voeten onder den haard. Maar hun schedels zette hij in zilver en<br />
zond ze aan Nijdhod, maakte <strong>van</strong> hun oogen edelsteenen, voor de sluwe<br />
moeder een schitterend geschenk, en smeedde uit de tanden <strong>van</strong> haar<br />
twee broeders een blinkend sieraad voor Bodwilds borst.<br />
Korten tijd daarna gebeurde het, dat de gouden ring, waarmede Bodwild<br />
pronkte, brak. Zij nam de beide stukken, ging er mede naar Weland,<br />
en zeide:<br />
--"Weland, wilt gij mijn ring weer maken? Aan u alleen durf ik zeggen,<br />
dat hij gebroken is."<br />
Weland antwoordde haar:<br />
--"Ik zal uw gouden ring zóó maken, dat hij uw vader nog sierlijker<br />
schijnt, en dat uw moeder hem veel mooier zal vinden. Gij zelf zult<br />
zeggen: hij is weer even goed."<br />
Overweldigd door het vele bier, dat Weland haar deed drinken, viel<br />
Bodwild weldra, dicht tegen hem aan, in slaap.<br />
Toen juichte Weland:<br />
--"Nu heb ik alle wandaden gewroken, behalve één. Maar ik zal mij<br />
nog wel hoog verheffen boven de schurken, die mijn pezen doorsneden."<br />
Heftig begon hij te hameren en smeedde zich vleugels. En toen Bodwild<br />
wakker werd, ging zij weenende heen <strong>van</strong> haar verleider, bevend voor<br />
haars vaders wraak, en bang, dat Weland zou ontvluchten.<br />
Koning Nijdhod had langen tijd tevergeefs op zijn zonen gewacht. Hij<br />
lag op een bank in de groote zaal <strong>van</strong> zijn paleis, en peinsde. De<br />
koningin stond buiten, en zoodra zij hem zag, ging zij tot hem,<br />
zette zich naast hem neder en zeide:<br />
--"Nijdhod, vorst der Njaren, zijt gij wakker?"<br />
De koning antwoordde haar:<br />
--"Altijd ben ik wakker, geen slaap sluit mijn vreugdelooze oogen. Mij<br />
kwellen zorgen na der kinderen dood. Het hamert in mijn hoofd, sinds<br />
gij mij zoo heilloos hebt geraden. Ik wil met Weland spreken."<br />
Nijdhod stond op en ging naar Zeestad. Daar sprak hij tot Weland:<br />
--"Antwoord mij, Weland,--wat is er gebeurd met mijn zonen, die zoo<br />
gezond mij verlieten?"<br />
© Het <strong>Germaans</strong> <strong>Genootschap</strong>, Wintermaand 2010 Pag. 64/135