14.09.2013 Views

Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap

Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap

Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De <strong>Edda</strong>, <strong>Frans</strong> <strong>Berding</strong>:<br />

Daar hoorde Nijdhod, de vorst <strong>van</strong> de Njaren, dat Weland eenzaam in<br />

Wolvendal was. Weldra reed hij door de stilte <strong>van</strong> den nacht met een<br />

leger krijgshaftige mannen, wier schilden en schubbige pantsers in<br />

den schijn <strong>van</strong> den manesikkel schitterden.<br />

Bij Weland's woning stegen zij <strong>van</strong> hunne paarden en gingen in de groote<br />

hal. Daar zagen zij de aangeregen ringen, zevenhonderd in getal, die<br />

het eigendom <strong>van</strong> Weland waren. Zij trokken ze <strong>van</strong> de banden, regen<br />

ze echter weer aan elkaar, behalve een, die de mooiste was en dien<br />

Nijdhod behouden wilde. Toen verscholen zij zich in de holen en in de<br />

bosschen, die rondom de woning waren, en wachtten tot Weland komen zou.<br />

Vermoeid <strong>van</strong> de jacht keerde deze eindelijk na een langen tocht<br />

terug. Weldra vlamde er een vroolijk vuur in het dorre hout, dat<br />

de wind gedroogd had, en ging Weland berenvleesch braden. Nadat hij<br />

er<strong>van</strong> gegeten had, legde hij zich neer op de huid <strong>van</strong> den beer, dien<br />

hij gedood had, en telde zijn ringen. Hij miste er een, en meenend,<br />

dat Herwor dien eraf had genomen, dacht hij, dat de jonge Alwijze<br />

was teruggekeerd.<br />

Zoo zat hij lang, wachtende tot zij zou komen, en viel eindelijk in<br />

slaap. Maar wat jammerlijk wee bracht hem het ontwaken! Harde banden<br />

bonden zijn handen, en zijn voeten waren stevig geboeid.<br />

Toen riep hij luide:<br />

--"Waar zijn de roovers, die mij met ruwe riemen omsnoerden en mij<br />

in harde banden gebonden hebben?"<br />

Nijdhod, de koning, die dacht, dat Weland al dat goud had gestolen,<br />

ging naar hem toe en zeide:<br />

--"Zeg, Weland, hoe hebt gij in Wolvendal al dat goud verworven? Want<br />

gij hebt niet, als Siegfried, een draak gedood, die schatten<br />

bewaakte, en de rotsen <strong>van</strong> den goud-rijken Rijn zijn ver <strong>van</strong> uw<br />

woning verwijderd."<br />

Weland antwoordde den koning:<br />

--"Kent gij Ladgud en Herwor niet, Lodwers rijke dochters, en Aalrune,<br />

die een kind <strong>van</strong> koning Kiar is? Ik had nog grootere schitterende<br />

schatten, toen ik met Alwijze zoo gelukkig was."<br />

's Konings krijgslieden namen den ge<strong>van</strong>gen Weland op en brachten hem<br />

naar het paleis <strong>van</strong> Nijdhod. De koningin, die buiten stond, zag hen<br />

aankomen en zij zeide tot zichzelf, terwijl zij naar binnen ging:<br />

--"Het ziet er niet goed uit, voor wie daar uit het woud komt."<br />

© Het <strong>Germaans</strong> <strong>Genootschap</strong>, Wintermaand 2010 Pag. 62/135

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!