Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De <strong>Edda</strong>, <strong>Frans</strong> <strong>Berding</strong>:<br />
Godenmythen door de heldensagen naar de geschiedenis: de idee <strong>van</strong><br />
ondergang en wederkeer.<br />
_De zending <strong>van</strong> Skirnir_, den zonnegezant, moge het eerste der<br />
lenteliederen zijn. Gerda, de Aarde, bevindt zich in de macht <strong>van</strong><br />
de winterreuzen, door Wodan als wintergod en de beide doodshonden<br />
bewaakt. In het volgende lied is haar verblijf door een omgording<br />
<strong>van</strong> ijs en door den vlammengloed der morgenvuren als <strong>van</strong> een<br />
doodenbrandstapel omgeven.<br />
Freyer, de jonge lentezonnegod, zag en beminde haar en hij zond zijn<br />
bode om haar voor zich te verwerven. Gerda-Aarde erkent de macht <strong>van</strong><br />
de zonnewarmte en de heerlijkheden, welke de liefde <strong>van</strong> Freyer haar<br />
geven zal na al de jammerlijkheden <strong>van</strong> winterwee, en de bruiloft<br />
wordt in Bloesemenland gevierd.<br />
In het lied <strong>van</strong> _Dagdrager en Goudvreugde_ gaat Freyer zelf uit<br />
om het aarde-meisje voor zich te werven. Goudvreugde is Freya, als<br />
godin <strong>van</strong> de aarde, die zich in het gouden graan verheugt. Zij is<br />
voorgesteld als de dochter <strong>van</strong> Slaapdoorn, d. i. <strong>van</strong> den winter. Zooals<br />
de slaapdoorn-treftwijg (zie het motief in de teekening) des avonds<br />
alle wezens steekt, "opdat ze rusten zouden", zoo steekt in den nacht<br />
<strong>van</strong> het jaar de winter de aarde in slaap. De sluimerende winteraarde<br />
is de dochter <strong>van</strong> Slaapdoorn, en hij voert macht over haar,--zooals<br />
Gerda de dochter was <strong>van</strong> Gymir, d. i. <strong>van</strong> de winterzee, waaruit de<br />
aarde ontsproot, en in ge<strong>van</strong>genschap leefde.<br />
Ook hier houdt Wodan-Wintergod als wachter den lichten Freyer tegen, en<br />
hun strijd--de strijd tusschen lente en winter--is, op echt noorsche<br />
wijze, voorgesteld als een vragen- en antwoordenspel. Daar komt<br />
ter sprake, wat de lente <strong>van</strong> den winter: Dagdrager <strong>van</strong> Goudvreugde,<br />
scheidt: de ijsomgording, Wodan's wakende doodswolven en de wintervuren<br />
<strong>van</strong> den noordelijken hemel.--Weerhaan, die boven op den wereldboom zit,<br />
is de zon. Zijn gouden veder, de zonnestraal, moet eens in de aarde<br />
zijn weggezonken vóór Sinmara, de aardevrouw, de treftwijg geeft die<br />
de aarde in slaap gestoken houdt, en waarmede Weerhaan gedood kan<br />
worden, zooals Balder gedood wordt door den misteltak, die in den<br />
winter groeit. De vleugels <strong>van</strong> den gedooden Weerhaan is een kost,<br />
waardoor de honden, die Goudvreugde bewaken, hun wacht vergeten. Wie<br />
Goudvreugde bevrijden en voor zich verkrijgen wil moet de vleugels <strong>van</strong><br />
Weerhaan aan de honden geven,--wie Weerhaan dooden wil moet treftwijg<br />
hebben,--wie de treftwijg wil verkrijgen moet Weerhaan's zongouden<br />
veder aan Sinmara geven, of met andere woorden: wie Weerhaan dooden<br />
wil--moet Weerhaan dooden! Gaf hier de oude dichter op wonderlijke<br />
wijze aan hoe zwaar de strijd is tusschen lentezon en winteraarde,--of<br />
bedroog zijn lust tot vertoon <strong>van</strong> mythologische kennis zijn wijsheid?<br />
Freyer, de zon, is de heer <strong>van</strong> de warmte en het nieuw-ontluikende<br />
© Het <strong>Germaans</strong> <strong>Genootschap</strong>, Wintermaand 2010 Pag. 120/135