Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
Edda vertaling van Frans Berding - Welkom - Germaans Genootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De <strong>Edda</strong>, <strong>Frans</strong> <strong>Berding</strong>:<br />
versloegen, mij steekt weer de smart als de slang die Goenther stak,<br />
mij snijdt het in het hart, als toen zij Hagens hart uitsneden."<br />
Toen doorstak Goedroen zich met een zwaard en zeide:<br />
--"Mijn Siegfried, kom nu op uw vlugge grauwe ros tot Goedroen<br />
gereden. Weet gij nog, Siegfried, wat wij tot elkander zeiden, toen wij<br />
beiden zaten op het bed? Mijn held, gij zoudt eens <strong>van</strong> Hella tot mij<br />
komen, of ik <strong>van</strong> de aarde tot u. Edelen, richt een hoogen brandstapel<br />
op, dat de vlammen langs den hemel lekken. Daar wil ik verbranden,<br />
daar wil ik mijn gemartelde hart verbranden."<br />
Toen stierf Goedroen. En de koningskinderen reden door de vochtige<br />
bergen en zochten voor Zwaanhilde wraak. Ook Erp was uitgereden,<br />
geheel alleen, hij was zonder te morren ter wraakneming uitgereden. Hij<br />
ontmoette zijn beide broeders en zeide tot hen:<br />
--"Aan lafaards wijst men den weg tevergeefs."<br />
De broeders hoonden hem en zeiden:<br />
--"Bastaard! Waarin zoudt gij ons kunnen helpen, bruine Neveling?"<br />
Zij trokken de zwaarden uit de scheeden, en zwaaiden ze tot groote<br />
vreugde <strong>van</strong> de doodsgodin. En zij doodden Erp, en de strijd was zoo<br />
geweldig, dat het hun een derde deel hunner krachten kostte.<br />
Toen reden zij verder, een weg <strong>van</strong> verschrikking. Ten westen <strong>van</strong> den<br />
burcht, aan een galg, slingerde bloederig heen en weer in den wind<br />
Zwaanhildes verleider, een vreeselijk lokaas voor ravensnavels. In<br />
de zaal <strong>van</strong> den burcht echter was een gegons <strong>van</strong> drinkers, en deze<br />
bemerkten niet, dat er paarden gekomen waren, vóór de torenwachter<br />
op den hoorn blies. Toen snelden zij naar Ermanrik en zeiden:<br />
--"Wat zullen wij doen? Daar kwamen machtige mannen, geduchte<br />
strijders, wier zuster door uw paarden vertrapt werd."<br />
Ermanrik echter grinnikte, greep naar zijn baard, dronk eens <strong>van</strong> den<br />
beker en wilde zijn strijdkleed niet nemen. En terwijl hij den beker<br />
<strong>van</strong> de eene hand in de andere nam, zeide hij:<br />
--"Ik zal gelukkig zijn Sorli en Hamdir tot gasten te hebben. Ik zal<br />
ze met boogpezen binden en de laatste verwanten <strong>van</strong> Gibichs geslacht<br />
aan de galg hangen."<br />
Daar stond een sterke man in de zaal. Hij had slechts één oog en het<br />
was Wodan en hij zeide:<br />
© Het <strong>Germaans</strong> <strong>Genootschap</strong>, Wintermaand 2010 Pag. 109/135