02.09.2013 Views

Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server

Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server

Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Belgisch brandpunt voor Bioveiligheid<br />

1990-2010: 20 jaar risicobeoordeling van GGO’s en pathogenen<br />

BEGIN JAREN 90 IS DE SBB HET BELGISCHE WETENSCHAPPELIJKE EXPERTISECENTRUM<br />

INZAKE BIOVEILIGHEID<br />

Zoals we reeds vermeldden in hoofdstuk 1, werd het WIV-ISP al erg vroeg betrokken bij de technische en<br />

wetenschappelijke aspecten van de bioveiligheid, onder andere door zijn deelname aan de gesprekken ter<br />

voorbereiding van het "Blauwboek" van de OESO.<br />

Tussen 1989 en 1993 wordt het WIV-ISP (in dit geval dr. W. Moens) niet enkel betrokken bij de gesprekken over<br />

de omzetting van de "GGO"-richtlijnen, maar biedt het ook rechtstreeks de nodige wetenschappelijke expertise<br />

inzake bioveiligheid ter ondersteuning van de bevoegde overheden. De meeste risicobeoordelingen betreffen<br />

veldproeven met genetisch gemodificeerde planten. Twee vergunningsaanvragen voor het in de handel brengen<br />

van diergeneeskundige vaccins zullen in die periode ook onderzocht worden (zie hoofdstuk 4).<br />

Tussen 1993 en 1996 leidt de omzetting van richtlijn 90/219/EEG in de drie gewesten tot de ondertekening van<br />

overeenkomsten tussen de gewesten en het WIV-ISP 62 . Die overeenkomsten belasten met name de Dienst<br />

Bioveiligheid en Biotechnologie (SBB) van het WIV-ISP met de opdracht om voor rekening van de gewesten een<br />

expertisetaak uit te voeren die de regionale overheden de nodige toelichting moet bieden voor de invoering van<br />

richtlijn 90/219/EEG, in het bijzonder wat betreft de gelijkvormigheid van de kennisgevingen in de technische<br />

bijlagen bij de richtlijn. Dankzij de financiering die bij die overeenkomsten hoort, zal de SBB vijf extra experten<br />

aanwerven. De centrale rol van het WIV-ISP en in het bijzonder van de SBB als permanent expertisecentrum<br />

inzake bioveiligheid wordt aldus geconsolideerd.<br />

Tussen 1993 en 2000 zal de SBB voornamelijk werken dankzij de financiële steun van de gewesten. De<br />

financiële bijdrage van de federale staat komt er pas effectief in 2000 (zie kadertekst op het einde van dit<br />

hoofdstuk). Die federale bijdrage zal geleidelijk aan het onderzoekspersoneel van de SBB versterken. Eind 2010<br />

telt de dienst 11 onderzoekers die zich bezighouden met expertisetaken die verband houden met bioveiligheid.<br />

De wetenschappelijke expertise in bioveiligheid zal dus in eerste instantie verzekerd en georganiseerd worden<br />

door de SBB. Voor zaken met betrekking tot het ingeperkt gebruik van GGO's en pathogenen behoudt de SBB na<br />

verloop van tijd haar rol als technische en wetenschappelijke expert voor de regionale autoriteiten. In de dossiers<br />

met betrekking tot doelbewuste introductie en commercialisatie van GGO's wordt de beoordeling van de risico's<br />

voor de gezondheid van de mens en voor het leefmilieu tot 1996 uitgevoerd door de SBB, op basis van de<br />

overeenkomsten afgesloten tussen het WIV en de gewesten, en op basis van het mandaat van de federale<br />

overheid.<br />

De SBB zal haar eigen expertise al snel aanvullen met de expertise die beschikbaar is bij de Belgische<br />

academische instellingen. Begin jaren 1990 zijn de Europese en internationale bioveiligheidscomités geneigd de<br />

voorkeur te geven aan een expertise gericht op de moleculaire biologie. In de marge van die trend zullen de SBB<br />

en de Belgische overheid ervoor kiezen om de beschikbare expertise uit te breiden in de wetenschappelijke<br />

disciplines die betrekking hebben op de aspecten leefmilieu, agronomie en voedselveiligheid. Op basis van het<br />

mandaat van de regionale en federale overheden worden experten comités samengesteld bestaande uit<br />

wetenschappers van diverse Belgische universiteitsinstellingen en wetenschappelijke instituten teneinde de<br />

62 Het bestaan van deze afspraken zal nadien geformaliseerd worden in het samenwerkingsakkoord inzake bioveiligheid (artikel 18).<br />

46

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!