Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server
Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server
Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Belgisch brandpunt voor Bioveiligheid<br />
1990-2010: 20 jaar risicobeoordeling van GGO’s en pathogenen<br />
Naast de 79 eerder vermelde inrichtingen zijn er 25 laboratoria met een hoog inperkingsniveau die boviene<br />
spongiforme encefalopathieën met behulp van sneltests opsporen (L3-BSE) (zie verder).<br />
Deze laboratoria vormen een bijzondere categorie omdat zij niet aan alle technische karakteristieken van een<br />
conventioneel L3-laboratorium moeten beantwoorden en veeleer werkpraktijken alsook een heel strikt<br />
afvalbeheer in acht moeten nemen omdat prionen bijzonder resistent zijn tegen de klassieke<br />
inactiveringsmethoden.<br />
Tijdgebonden evolutie van de kennisgevingen<br />
De regionale wetgevingen zijn op verschillende datums in werking getreden: in 1994 in het Brussels<br />
Hoofdstedelijk Gewest, in 1995 in het Vlaams Gewest en in 1996 in het Waals Gewest. Er zijn eveneens<br />
verschillen vastgesteld in het aantal en in de spreiding van de kennisgevingen van ingeperkte activiteiten in de<br />
tijd.<br />
Bovendien voerden de gewesten een ander beleid wat betreft de invoering van de besluiten.<br />
In het Brusselse Gewest is de toepassing van de wetgeving gepaard gegaan met de verzending van een brief<br />
met informatie voor de exploitanten van alle potentieel beoogde inrichtingen. In de brief werden de exploitanten<br />
verzocht om het nodige te doen voor de regularisatie van hun inrichtingen. Na deze brief met informatie heeft het<br />
merendeel van de exploitanten in de eerste jaren na de goedkeuring van de wetgeving een aanvraag voor<br />
regularisatie ingediend.<br />
Het Waalse Gewest heeft ervoor gekozen om een brief met informatie te sturen naar de potentiële exploitanten<br />
van activiteiten op het gebied van de klinische diagnose. Kort daarna organiseerde de SBB specifieke<br />
gezamenlijke informatievergaderingen voor de klinische diagnoselaboratoria. Deze acties hebben geleid tot een<br />
groot aantal vergunningsaanvragen voor medische en paramedische inrichtingen zoals ziekenhuizen, nietuniversitaire<br />
ziekenhuizen of analyselaboratoria. De kennisgeving van andere soorten inrichtingen (universiteiten,<br />
farmaceutische ondernemingen) is meer in de tijd gespreid.<br />
In het Vlaamse Gewest werd er geen brief naar de potentiële kennisgevers gestuurd. De aanvragen voor<br />
regularisatie zijn bijgevolg progressief, over de jaren heen, ingediend. Ook specifiek aan het Vlaamse Gewest is<br />
het feit dat de Europese richtlijn in het Vlaamse besluit VLAREM II onder de titel Biotechnologie wordt toegelicht.<br />
De klinische diagnoselaboratoria zijn er lang van uitgegaan dat zij niet betrokken waren bij de wetgeving omdat<br />
die titel niet juist werd geïnterpreteerd. Kennisgevingen van dergelijke inrichtingen werden slechts vanaf 2002<br />
ingediend, na een reeks acties ondernomen door de SBB, zoals vergaderingen van werkgroepen, seminaries of<br />
gemeenschappelijke raadplegingen voor de laboratoriumverantwoordelijken en webpagina’s op de "<strong>Belgian</strong><br />
<strong>Biosafety</strong> <strong>Server</strong>" 78 .<br />
Wat betreft de klinische diagnoselaboratoria is het bovendien nodig gebleken om duidelijk te zijn over het feit dat<br />
uitsluitend de laboratoria voor microbiologie, die het onderzoek en de vrijwillige vermenigvuldiging van<br />
pathogenen verrichten, betrokken waren bij de regionale wetgevingen inzake het ingeperkt gebruik.<br />
78 http://www.bioveiligheid.be<br />
66