Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server
Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server
Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Belgisch brandpunt voor Bioveiligheid<br />
1990-2010: 20 jaar risicobeoordeling van GGO’s en pathogenen<br />
G. Saelemaekers | Voormalig adjunct van de directeur bij AMINAL<br />
De omzetting van de "ingeperkt gebruik" richtlijnen in het Vlaamse Gewest - Mijn ervaringen met de SBB<br />
In 1993 werkte ik bij de Dienst Milieutechnologie van het<br />
Bestuur Algemeen Milieubeleid van AMINAL. Voor mij<br />
begon het verhaal ‘biotechnologie’ in juni van dat jaar op<br />
een eerder ongewone en onverwachte manier. Omdat mijn<br />
directeur op dat moment afwezig was, kreeg ik de opdracht<br />
deel te nemen aan een EU-vergadering over GGO’s in<br />
Heidelberg. GGO’s waren voor mij toen volkomen<br />
onbekend; het enige wat ik erover wist was dat ergens in<br />
1985 een bedrijf in het Gentse of de universiteit van Gent<br />
iets spectaculairs hadden gedaan met het genetisch<br />
materiaal van planten.<br />
Waarin mijn taak in Heidelberg zou bestaan was evenmin<br />
duidelijk; er werd mij enkel gezegd dat het ging om de<br />
wetgeving over genetisch gemodificeerde organismen,<br />
maar dat er voor het Vlaams Gewest geen problemen meer<br />
waren omdat de richtlijnen al waren omgezet in het Vlarem.<br />
Ik zou dus enkel naar Heidelberg moeten gaan om te<br />
luisteren. Ik nam de opdracht aan en begon mij voor te<br />
bereiden.<br />
Er was echter niemand op onze dienst die mij iets meer kon<br />
vertellen over die materie, tot iemand mij de raad gaf<br />
contact te nemen met de heer W. Moens van het<br />
toenmalige IHE. Dat eerste gesprek liep vlot. Ik kreeg een<br />
massa informatie. Bovendien was men (zeg maar mr.<br />
Moens) erg blij dat er vanuit het Vlaams gewest interesse<br />
kwam voor de GGO-problematiek. Na enkele<br />
coördinatievergaderingen vertrok ik samen met<br />
vertegenwoordigers van de andere gewesten en van de<br />
federale overheid naar Heidelberg. Daar bleek echter dat<br />
de omzetting van de Europese richtlijnen (90/219/EEG over<br />
het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde microorganismen<br />
en 90/220/EEG over de doelbewuste<br />
introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het<br />
milieu) naar de Vlaamse reglementering niet bruikbaar was.<br />
Zo was onder meer de procedure van de twee richtlijnen<br />
niet zo maar in te passen in het systeem van de<br />
milieuvergunning. Er was dus meer werk aan de winkel dan<br />
51<br />
enkel luisteren.<br />
Na de zomer werd contact genomen met het kabinet van<br />
de Vlaamse minister voor Leefmilieu om de bestaande<br />
tekst van de omzetting van de richtlijn 90/219 aan te<br />
passen en om de omzetting van richtlijn 90/220 voor de<br />
proefvelden uit het VLAREM te lichten omdat werd<br />
geoordeeld dat dit tot de bevoegdheid van de federale<br />
overheid behoorde. Vanaf dan zou de samenwerking met<br />
het IHE, later het WIV, en meer bepaald de SBB een heel<br />
belangrijke deel van mijn activiteiten uitmaken en ze ook<br />
bepalen. Voor de aanpassing van de omzetting van de<br />
richtlijn 90/219 kreeg ik hulp van een juriste van het IHE,<br />
Mw. S. Wallijn. Als basis voor de omzettingstekst werd ons<br />
door de SBB de tekst van het Brussels Gewest ter<br />
beschikking gesteld; het Brussels Gewest had de<br />
omzetting al voltooid.<br />
Vanuit de SBB werd ook aangedrongen dat bij de<br />
omzetting van de richtlijn 90/219/EEG het<br />
toepassingsgebied zou worden uitgebreid tot genetisch<br />
gemodificeerde organismen en pathogene organismen. De<br />
omzetting is uiteindelijk pas in 1995 rond.<br />
Onder tussen bleek het ook noodzakelijk om een<br />
samenwerkingsakkoord tussen de drie gewest en de<br />
federale overheid over de GGO-materie op te stellen.<br />
Vanaf begin 1994 werd er dan ook werk gemaakt van het<br />
samenwerkingsakkoord tussen de gewesten en de<br />
federale overheid. Ook hier was de medewerking van de<br />
SBB onontbeerlijk. Meer zelfs, het was in hoofdzaak de<br />
SBB die het initiatief neemt voor het<br />
samenwerkingsakkoord. Dat zelfde jaar waren er meer<br />
dan 40 vergaderingen met de SBB of vergaderingen<br />
waarbij het Vlaams Gewest de steun kregen van de SBB!<br />
In 1998 komt richtlijn 98/81/EG uit ter vervanging van de<br />
90/219/EEG. Aan Vlaamse kant wordt een uitgebreide<br />
commissie ingesteld om het Vlarem aan te passen.