Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server
Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server
Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Belgisch brandpunt voor Bioveiligheid<br />
1990-2010: 20 jaar risicobeoordeling van GGO’s en pathogenen<br />
Dr. Dirk Reheul | Universiteit Gent<br />
De Bioveiligheidsraad<br />
Bioveiligheid van genetisch gemodificeerde organismen<br />
en van organismen die pathogeen zijn voor de mens<br />
staat ongeveer 14 jaar op de agenda van de Belgische<br />
Overheid. Op 20 maart 1996 kwam een expertengroep<br />
bijeen om van gedachten te wisselen over gentherapie.<br />
Vanaf 25 april 1997 regelt een samenwerkingsakkoord<br />
tussen de federale staat en de gewesten de<br />
administratieve en wetenschappelijke coördinatie rond<br />
bioveiligheid. Dit samenwerkingsakkoord vertrouwt de<br />
beoordeling van de bioveiligheid toe aan de Adviesraad<br />
voor Bioveiligheid (ARB) in nauwe samenwerking met de<br />
Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie (SBB) van het<br />
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP).<br />
De ARB ad interim vergaderde voor het eerst op 16<br />
maart 2001 en de ARB werd officieel geïnstalleerd op 12<br />
mei 2003.<br />
William Moens, toenmalig diensthoofd van SBB aan het<br />
Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie (vandaag<br />
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid), heeft veel<br />
waardevol werk verricht tijdens deze pioniersperiode. Zijn<br />
gedrevenheid, scherpzinnigheid, wetenschappelijk<br />
inzicht, ervaring en pragmatisme hebben ervoor gezorgd<br />
dat er een werkbare formule gevonden is om<br />
bioveiligheid te evalueren.<br />
De beoordeling van genetisch gewijzigde planten en<br />
micro-organismen vormen van bij het begin het<br />
hoofdmenu van de ARB, met een zeer sterk overwicht<br />
van de planten. Net zoals elders in Europa, zijn<br />
transgene organismen het voorwerp van veel<br />
maatschappelijke discussies in België en deze discussies<br />
zetten zich door tot in de ARB. De ARB hanteert vanaf<br />
zijn ontstaan het principe dat de beoordeling van<br />
bioveiligheid voor mens, dier en omgeving moet berusten<br />
op puur wetenschappelijk rationele argumenten die<br />
voortvloeien uit correct geconcipieerd en uitgevoerd<br />
onderzoek en op een deskundige interpretatie van de<br />
onderzoeksresultaten.<br />
92<br />
De waarde van het werk van de ARB is recht evenredig<br />
met de <strong>kwaliteit</strong> en de inzet van zijn leden. De Belgische<br />
ARB is samengesteld uit academici, onderzoekers van<br />
wetenschappelijke instellingen en deskundigen uit<br />
verschillende administraties. De expertisedomeinen van de<br />
leden dekken verschillende wetenschappelijke disciplines.<br />
De leden zijn voor hun werk aan de ARB niet vrijgesteld,<br />
wat betekent dat zij het werk in de ARB bovenop hun<br />
regulier werk uitvoeren. De SBB van het WIV-ISP verzorgt<br />
het secretariaat van de ARB en is als het ware de<br />
permanente kern van de ARB. In deze hoedanigheid heeft<br />
het secretariaat over de jaren heen een sterk<br />
gewaardeerde expertise en ervaring opgebouwd. De ARB<br />
doet steeds een bijkomend beroep op experten buiten de<br />
ARB om zoveel mogelijk aspecten van de bioveiligheid te<br />
kunnen bestuderen.<br />
Neutraliteit is in een materie als bioveiligheid van genetisch<br />
gemodificeerde organismen, quasi onbestaande. Ook<br />
wetenschappelijke experten zijn het product van hun<br />
maatschappelijke achtergrond, hun academische vorming,<br />
hun werkveld en hun specifieke werkomgeving. Het<br />
vermogen om eigen standpunten te kunnen overstijgen in<br />
dialoog met anderen is een noodzakelijke voorwaarde voor<br />
het constructief bundelen van expertise en ervaring uit<br />
verschillende disciplines. De ARB besteedt hieraan veel<br />
aandacht en ondervindt frequent dat dit voor de een<br />
lastiger is dan voor de ander.<br />
Er is een duidelijke evolutie aan de gang in de studie van<br />
bioveiligheid. Terwijl Europa van bij het begin een zeer<br />
strikte opstelling hanteerde in tegenstelling tot b.v. de USA,<br />
zien we dat een gezond pragmatisme gekoppeld aan een<br />
gegronde bezorgdheid ertoe leiden dat posities gaandeweg<br />
minder extreem worden. Geen enkele techniek is risicoloos<br />
en niemand kan toekomstige ontwikkelingen van tevoren<br />
scherp inschatten. Het ongenuanceerd hanteren van het<br />
voorzorgsprincipe bij de minste zweem van twijfel leidt tot<br />
immobilisme.