Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server
Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server
Hoge kwaliteit - Belgian Biosafety Server
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Belgisch brandpunt voor Bioveiligheid<br />
1990-2010: 20 jaar risicobeoordeling van GGO’s en pathogenen<br />
Bijzondere rampenplannen voor hulpverlening<br />
Eveneens om de potentiële schadelijke gevolgen van het gebruik van GGM’s in een ingeperkt gebied te<br />
beperken, schenkt de richtlijn 2009/41/EG extra aandacht aan de preventie en het beheer van accidenten. De<br />
richtlijn legt de lidstaten de opstelling van rampenplannen op (artikel 14) om<br />
efficiënt op accidenten te reageren. Elke betrokken gebruiker moet de<br />
vereiste informatie aan de bevoegde overheden geven opdat deze de risico's<br />
beoordelen en de gepaste maatregelen treffen om snel en gecoördineerd<br />
hulp te kunnen bieden in noodsituaties. De richtlijn voorziet ook in een<br />
kennisgevingsprocedure in geval van een accident (artikel 15). De<br />
Commissie en elke lidstaat die door het accident getroffen zou kunnen<br />
worden, moeten worden ingelicht.<br />
Chronologisch werden deze artikelen in eerste instantie in de regionale<br />
besluiten betreffende het ingeperkt gebruik van GGO’s en/of pathogenen<br />
omgezet. Zoals beschreven in hoofdstuk 2, werd het toepassingsgebied van<br />
de richtlijn 90/219/EEG (beperkt tot GGM’s) in België uitgebreid tot GGO’s en<br />
pathogenen. De regionale besluiten bepalen dus dat de gebruikers de nodige<br />
informatie voor het opstellen van een extern rampenplan aan de regionale<br />
overheden verstrekken en dat de regionale overheden de bevoegde minister<br />
(FOD Binnenlandse Zaken) raadplegen om het rampenplan op te stellen. Er<br />
is een extern rampenplan vereist voor het ingeperkt gebruik van risicoklasse<br />
2 (uitsluitend grootschalige productie) en voor het ingeperkt gebruik van<br />
risicoklasse 3 en 4.<br />
In België wordt de opstelling van een extern rampenplan (Bijzonder Rampenplan voor Hulpverlening, BRH) door<br />
de FOD Binnenlandse Zaken beheerd. De oefeningen die ermee verband houden, vallen onder de bevoegdheid<br />
van het Crisiscentrum van de Overheid (zie kadertekst).<br />
Bijzonder Rampenplan voor Hulpverlening met betrekking tot genetisch gemodificeerde micro-organismen<br />
De ministerraad heeft op 19 december 2003 beslist om de provinciale en gemeentelijke overheden te verzoeken een<br />
Bijzonder Rampenplan voor Hulpverlening met betrekking tot het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde microorganismen<br />
(GGM’s) op te stellen. Het huidige wettelijke kader van deze beslissing is de ministeriële omzendbrief van de<br />
FOD Binnenlandse Zaken van 4 augustus 2005 (Belgisch Staatsblad, 21/12/2005, p. 54623). Een algemenere referentie is<br />
het Koninklijk Besluit van 16 februari 2006 met betrekking tot nood- en interventieplannen (Belgisch Staatsblad,<br />
15/03/2006, p. 15407).<br />
Op 25 januari 2005 is een overeenkomst gesloten tussen de minister van Binnenlandse Zaken (Algemene<br />
Directie Civiele Bescherming) en de SBB van het WIV-ISP. Hierin is vastgelegd dat de SBB advies verleent over<br />
de ontwikkeling en de actualisering van de Bijzondere Rampenplannen voor Hulpverlening, formulieren opstelt<br />
voor de evaluatie van de plannen en advies verleent over de relevantie ervan.<br />
73