Rapport over toekomst verkenningen - Turnaround Communicatie
Rapport over toekomst verkenningen - Turnaround Communicatie
Rapport over toekomst verkenningen - Turnaround Communicatie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
figuur 59 Veiligheid brengen min-variant<br />
Kwantitatief ambitieniveau<br />
Land Lucht Zee<br />
2 langdurige stabilisatieoperaties op<br />
bataljonsniveau<br />
OF<br />
1 langdurige stabilisatieoperatie met<br />
2 bataljons<br />
1 langdurige en 1 kortdurende<br />
stabilisatieoperatie met ieder<br />
maximaal 8 jachtvliegtuigen<br />
Ook moet de krijgsmacht haar wettelijke taken (zoals de taken van de Koninklijke Marechaussee, de<br />
kustwacht in Nederland en in de Nederlandse Antillen en Aruba en de bewaking van het luchtruim) en<br />
bestuurlijke afspraken <strong>over</strong> de ondersteuning van de nationale civiele autoriteiten kunnen uitvoeren.<br />
1 langdurige en 1 kortdurende<br />
stabilisatieoperatie met 1 fregat<br />
Samenstelling en toerusting van de krijgsmacht in de minvariant<br />
Ten opzichte van de huidige krijgsmacht zijn er minder lichte infanteriebataljons beschikbaar voor de inzet<br />
in stabilisatieoperaties. De amfibische capaciteit wordt verkleind waarbij de mariniersbataljons in omvang<br />
afnemen, een LPD met bijbehorende vaartuigen behouden blijft en de gevechts- en logistieke steun en<br />
het veldhospitaal zoveel mogelijk joint worden belegd. De maritieme Special Operations Forces, nodig voor<br />
de beschermingsfunctie van de krijgsmacht, worden behouden. Het gaat daarbij onder meer om speciale<br />
strijdkrachten die kunnen worden ingezet ter bescherming of ontzetting van boorplatformen of bij de<br />
kaping van een schip.<br />
Bij de landstrijdkrachten worden de tankbataljons opgeheven waardoor aan escalatiedominantie en zelfbescherming<br />
wordt ingeboet. De artillerie en gevechtshelikopters blijven gehandhaafd op het aantal waar<strong>over</strong><br />
de krijgsmacht nu beschikt. Door de beëindiging van de Nederlandse bijdrage aan het Duits-Nederlandse<br />
legerkorpshoofdkwartier en de opheffing van de ondersteunende eenheden kan Nederland met andere landen<br />
bij stabilisatieoperaties geen lead nation-rol meer vervullen. Het aantal brigadestaven blijft gehandhaafd,<br />
waardoor op dit niveau nog wel als lead nation kan worden opgetreden (zij het met beperkingen).<br />
Het aantal jachtvliegtuigen blijft ten opzichte van de bovenstaande uitwerking van de beleidsoptie gelijk<br />
en wordt dus verlaagd ten opzichte van de huidige krijgsmacht tot het niveau dat minimaal is benodigd<br />
voor één langdurige en één kortdurende stabilisatieoperatie. De resterende jachtvliegtuigen worden zoveel<br />
mogelijk op één basis geconcentreerd; de wettelijk vastgelegde normen voor geluids<strong>over</strong>last (de ‘geluidscontouren’)<br />
moeten hiervoor worden aangepast. De Patriot-luchtverdedigingscapaciteit wordt opgeheven.<br />
In het maritieme domein worden een amfibisch transportschip, een bevoorradingsschip en enkele<br />
mijnenjagers afgestoten. Het resterende amfibische transportschip blijft in staat in het kader van stabilisatieoperaties<br />
in kuststroken waar goede havenfaciliteiten ontbreken eenheden op het land te brengen en te<br />
ondersteunen. Het aantal maritieme patrouilleschepen wordt voorts gehalveerd; de resterende vaartuigen<br />
worden ingezet in de Caribische regio en voor kustwachttaken.<br />
In deze variant wordt vastgehouden aan de intensiveringen in de waarneming vanuit de lucht met onbemande<br />
systemen en de bescherming van de communicatie- en informatiesystemen van Defensie. Deze<br />
intensiveringen worden van wezenlijk belang geacht voor de <strong>toekomst</strong>ige ontwikkeling van de krijgsmacht.<br />
Beleidsopties voor de krijgsmacht van de <strong>toekomst</strong> – Beleidsopties 261