“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
minstens gedeeltelijk – te betalen’ 387 . ‘Het is (bijgevolg) niet geheel duidelijk of de wil <strong>van</strong> de<br />
wetgever nu impliceert dat de rechter zijn aanpassingsbevoegdheid op grond <strong>van</strong> artikel 1022<br />
Ger. W. kan cumuleren met zijn matigingsbevoegdheid op grond <strong>van</strong> artikel 1153 B.W. Het<br />
kan niet de bedoeling zijn dat de rechter door toepassing <strong>van</strong> beide principes tot een<br />
cumulatieve herleiding zou kunnen beslissen.’ 388<br />
b.4 het kennelijk onredelijk karakter<br />
129. Ongetwijfeld zal het criterium <strong>van</strong> ‘het kennelijk onredelijk karakter’ voor de meeste<br />
betwisting zorgen, want wat is überhaupt ‘kennelijk onredelijk’?<br />
In de voorbereidende werken was er reeds sprake <strong>van</strong> een verwijzing naar de billijkheid, maar<br />
deze piste werd terug verlaten. Het uiteindelijk begrip dient minder ruim gezien te worden 389 .<br />
De OVB, hoewel de OBGF voorstander was <strong>van</strong> het begrip billijkheid, wou hier ten allen<br />
prijze vermijden dat de term ‘billijkheid’ werd gehanteerd 390 .<br />
LAMON werpt op dat het begrip ‘kennelijk onredelijk karakter <strong>van</strong> de situatie’ betekent dat<br />
iedere verwijzing naar de onredelijke ‘houding’ <strong>van</strong> personen uitgesloten dient te worden 391 .<br />
387<br />
I. SAMOY en V. SAGAERT, ‘De wet <strong>van</strong> 21 april 2007 betreffende de <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> kosten en<br />
erelonen <strong>van</strong> een advocaat’, RW 2007-08, 688.<br />
388<br />
H. LAMON, ‘Verhaalbaarheid advocatenkosten. Wet <strong>van</strong> 21 april 2007’, JW 2007, afl. 163, 439.<br />
389<br />
H. LAMON, ‘Verhaalbaarheid advocatenkosten. Wet <strong>van</strong> 21 april 2007’, JW 2007, afl. 163, 440.<br />
390<br />
In de ogen <strong>van</strong> de OVB gaf het begrip ‘kennelijk onredelijke situatie’ beter aan dat de<br />
herleidingsbevoegdheid <strong>van</strong> de rechter specifiek is aan deze wet en niet kadert in algemene (en vage)<br />
billijkheidsmotieven. (H. LAMON, ‘Verhaalbaarheid advocatenkosten. Wet <strong>van</strong> 21 april 2007’, JW 2007, afl.<br />
163, 439). ‘Hoewel de term [kennelijk onredelijk] niet zou mogen worden gelijkgesteld met de billijkheid, kan<br />
toch inspiratie uit het Franse recht worden gehaald. Overeenkomstig artikel 700 ouveau Code de procédure<br />
civile kan de rechter de in het ongelijk gestelde partij tot een bedrag veroordelen voor de gemaakte kosten die<br />
niet behoren tot de kosten opgesomd in artikel 695 <strong>van</strong> dat zelfde wetboek. Deze kosten worden trouwens ‘frais<br />
irrépétibles’ genoemd wat een contradictio in terminis is omdat artikel 700 Ger.W. in een eventuele vergoeding<br />
<strong>van</strong> deze ‘frais irrépétibles’ voorziet. De billijkheid blijkt daar een rol te spelen in drie gevallen: 1) situaties waar<br />
de voorwaarden voor procesrechtsmisbruik niet vervuld zijn maar die toch benaderen; 2) situaties waarin de<br />
beide partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk worden gesteld en 3) situaties waarin de economische<br />
toestand <strong>van</strong> de partijen erg uiteenlopend is. (M. DEFOSSEZ, ‘Dépens’, in Juris-classeur de procédure civile,<br />
Parijs, Editions du Juris-classeur, 2003, nr. 40)’, I. SAMOY en V. SAGAERT, ‘De wet <strong>van</strong> 21 april 2007<br />
betreffende de <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> kosten en erelonen <strong>van</strong> een advocaat’, RW 2007-08, 688.<br />
391<br />
H. LAMON, ‘Verhaalbaarheid advocatenkosten. Wet <strong>van</strong> 21 april 2007’, JW 2007, afl. 163, 439-440.<br />
102