24.08.2013 Views

“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis

“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis

“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Opmerkelijk is dat er ook een 4 de strekking bestond die mijns inziens niet bij te treden valt.<br />

Met name is er rechtspraak 143 waar de vordering kon worden ingesteld, zonder dat de rechter<br />

een onderzoek uitvoerde naar de aard en de ont<strong>van</strong>kelijkheid <strong>van</strong> de vordering.<br />

In ieder geval dient er op gewezen dat CLOSSET-MARCHAL en VAN<br />

DROOGHENBROECK stelden dat de vordering tot terugbetaling <strong>van</strong> de advocatenkosten<br />

moest worden samengevoegd met andere gestelde vorderingen inzake de problematiek <strong>van</strong><br />

bevoegdheid en aanleg 144 . Uiteraard stelde zich hier het probleem <strong>van</strong> het beroepsgeheim <strong>van</strong><br />

de advocaat bij het overleggen <strong>van</strong> zijn bewijsstukken (ter verantwoording <strong>van</strong> zijn staat).<br />

Ook hier werd het uiteindelijke resultaat bepaald door het soevereine appreciatierecht<br />

waarover de rechter beschikte 145 .<br />

Sommige auteurs echter zoals bovenvernoemde, meenden dat het gegeven <strong>van</strong> de<br />

<strong>verhaalbaarheid</strong> een nieuw feit uitmaakte in de zin <strong>van</strong> artikel 748 § 2 Ger. W. waardoor<br />

nieuwe termijnen tot concluderen moesten worden toegestaan, en dit zonder meer.<br />

47. Het lijkt mij echter weinig verstandig en bijzonder roekeloos om dergelijke<br />

ongenuanceerde visie door te drukken. Het Hof <strong>van</strong> beroep <strong>van</strong> Brussel 146 heeft een zekere<br />

gematigdheid willen introduceren door te zeggen dat hoewel een verandering in de<br />

jurisprudentie het toekennen <strong>van</strong> nieuwe conclusietermijnen verantwoordt, deze verandering<br />

desalniettemin betrekking moet hebben op het geschil waarmee de rechter geadieerd is en<br />

niet, zoals terzake het geval was, op een verzoek dat niet werd geformuleerd voor de eerste<br />

rechter, noch in conclusies genomen in hoger beroep, binnen de oorspronkelijke<br />

conclusietermijnen.<br />

In de praktijk stelde zich subsidiair de vraag, in welke rechtstakken de nieuwe rechtspraak<br />

zich kon doen voelen. MARY 147 maakt hierbij het onderscheid tussen de geschillen inzake<br />

143 Bv. Pol. Huy 26 oktober 2004, RGAR 2005, 13947; Rb. Nijvel 16 november 2004, RGAR 2005, 13948; Arbh.<br />

Luik 26 juli 2005, http://www.juridat.be; Arbh. Bergen 30 september 2005, http://www.juridat.be; Arbh. Luik 6<br />

december 2005, http://www.juridat.be.<br />

144 G. HERMANS, ‘De terugvorderbaarheid <strong>van</strong> advocatenkosten: een schets <strong>van</strong> de standpunten in rechtspraak<br />

en rechtsleer’, in F. EVERS en P. LEFRANC, De <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> de kosten <strong>van</strong> verdediging: en wat met de<br />

toegang tot de rechter?, Tegenspraak Cahier 25, Brugge, die Keure, 2005, 117; G. CLOSSET-MARCHAL en J.-<br />

F. VAN DROOGHENBROECK, ‘La répétibilité des honoraires d’avocat à l’aune du droit judiciaire’, RGAR<br />

2005, 13945, nr. 17.<br />

145 Zie bv. Rb. Brussel 25 februari 2005, JLMB 2005, 699, met noot P. HENRY, ‘Répétibilité et secret<br />

professionel: le noeud gordien’; Vgl. G.L. BALLON, ‘Over het zeer absolute karakter <strong>van</strong> het beroepsgeheim<br />

<strong>van</strong> de advocaat’, AJT 1998-99, 67-70; ‘Recommandations en matière de répétibilité des honoraires d’avocat’,<br />

JT 2004, 785-786.<br />

146 Brussel 14 oktober 2004, Journ. Proc. 2004, 27.<br />

147 G. MARY, ‘La répétibilité des frais et honoraires d’avocat’, JT 2007, 4.<br />

45

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!