“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
wanneer in een overeenkomst een forfaitair schadebeding is opgenomen bij niet-betaling <strong>van</strong><br />
de factuur, dit beding niet de schade omvat opgelopen door de advocatenkosten 274 . Het Hof<br />
besliste dan ook dat de rechter in zijn vonnis de schadevergoeding slechts ex aequo et bono<br />
kon begroten aangezien het ereloon en de kosten <strong>van</strong> de advocaat pas na een rechterlijke<br />
uitspraak konden berekend worden (cfr. beroepsgeheim advocaat).<br />
Men stelt aldus een duidelijk signaal naar de wetgever vast met de noodkreet om een<br />
wetgevend initiatief, en dit omwille <strong>van</strong> de volgende tweestrijd;<br />
-Ofwel liet de wetgever de rechter begaan met een zekere appreciatiebevoegdheid om ex<br />
aequo et bono te oordelen over de schade.<br />
-Ofwel moest de wetgever ingrijpen door te voorzien in barema’s met het risico dat men<br />
hierdoor de bevoegdheid <strong>van</strong> de rechter zou uitgehold zien doordat deze niet meer in staat zou<br />
zijn om rekening te houden met de situatie in concreto.<br />
84. Een arrest <strong>van</strong> het Hof <strong>van</strong> beroep te Gent <strong>van</strong> 13 mei 2005 275 deed opnieuw het vuur<br />
hoog oplaaien. Een koppel dat reeds begonnen was met bouwwerkzaamheden voor hun<br />
nieuwe woning ziet zich geconfronteerd met een verzoek tot schorsing en vernietiging bij de<br />
Raad <strong>van</strong> State door de buren, wegens een onwettig afgeleverde bouwvergunning. De Raad<br />
<strong>van</strong> State geeft de buren gelijk, en het duurt uiteindelijk drie jaar vooraleer het koppel op<br />
legitieme wijze de werkzaamheden kan verder zetten. Ter vergoeding <strong>van</strong> de schade,<br />
opgelopen door deze vertraging, dagvaardt het koppel de stad H. voor het Hof <strong>van</strong> beroep te<br />
Gent en vordert onder meer de som <strong>van</strong> de betaalde advocatenkosten. Het Hof oordeelt dat<br />
hun advocaat zonder die fout inderdaad niet had moeten tussenkomen na de schorsing en/of<br />
na de vernietiging <strong>van</strong> de bouwvergunning. Voorts besliste het Hof dat het koppel:<br />
“(…) nuttig beroep heeft kunnen doen op de bijstand <strong>van</strong> hun advocaat met het oog op het<br />
bekomen <strong>van</strong> een nieuwe bouwvergunning en aan de hand <strong>van</strong> de overgelegde stavingstukken<br />
te deze duidelijk (is) dat dankzij deze tussenkomst de schade aanzienlijk beperkt werd; zo<br />
werd onder meer voorkomen dat zij tot enige afbraak en/of belangrijke aanpassingswerken<br />
zijn moeten overgaan”<br />
274 Daarenboven zei het Hof dat de rechtsplegingsvergoedingen slechts een gedeelte <strong>van</strong> deze kosten dekken; zie<br />
ook J. TRICOT en D. DESSARD, ‘Répétibilité: appréciation ex aequo et bono: un moindre mal?’, JLMB 2005,<br />
691-692; Vgl. F. GLANSDORFF, ‘Répétibilité des honoraires: recommandations aux avocats à la suite de l’arrêt<br />
de la Cour de Cassation du 2 septembre 2004’, La Tribune de l’O.B.F.G., december 2004, nr. 17.<br />
275 Cass. 13 mei 2005, JW 2005, 1298-1312 met noot S. TACK, ‘Verhaalbaarheid verdedigingskosten’.<br />
72