Duidelijk werd dat vele rechters die eerder afwijzend stonden tegenover het septemberarrest, via het formuleren <strong>van</strong> bijkomende nieuwe voorwaarden, toch de boot wisten af te houden. Om het geheel een overzichtelijk tintje te geven, is het wenselijk hierover een duidelijk schema op te stellen. In het volgende hoofdstuk zal dan ook een zeer korte maar duidelijke schets worden gemaakt <strong>van</strong> welke voorwaarden nu eigenlijk moeten onthouden worden en welk het niet gehaald hebben. 80
Hoofdstuk 3: De wet <strong>van</strong> 21 april 2007 Afdeling 3.1 Totstandkoming <strong>van</strong> de wet 104. Meer dan 10 jaar terug waren al enkele pioniers de mening toegedaan dat de <strong>verhaalbaarheid</strong> een wettelijke grondslag verdiende. De meest in het oog springende voorstellen worden hieronder kort belicht. Toch hebben zij uiteindelijke elke parlementaire behandeling mislopen, en was het wachten tot 2007 om een echte doorbraak te kunnen waarnemen wat betreft deze wettelijke grondslag. § 1 Het Grondwettelijk Hof, een constitutioneel onhoudbare praktijk? a. arrest <strong>van</strong> 19 april 2006 105. Bij dit alles mag uiteraard het belang <strong>van</strong> de rechtspraak <strong>van</strong> het Grondwettelijk Hof niet over het hoofd worden gezien. Het is wel degelijk een aantal uitspraken <strong>van</strong> dit Hof die de wetgever herhaaldelijk heeft aangezet tot handelen. Zo was dit ook het geval in het recent arrest <strong>van</strong> 19 april 2006 302 . In dit arrest wordt de volgende vraag gesteld: “Worden de artikelen 10 en 11 <strong>van</strong> de Grondwet geschonden doordat, op het vlak <strong>van</strong> de burgerlijke aansprakelijkheid, artikel 1382 <strong>van</strong> het Burgerlijk Wetboek de eiser toestaat bij zijn vergoedbare schade de honoraria en kosten <strong>van</strong> zijn advocaat te rekenen (…) terwijl een verweerder bij een rechtsvordering die tegen hem is ingesteld op grond <strong>van</strong> hetzelfde artikel 1382 <strong>van</strong> het Burgerlijk Wetboek en die niet gegrond is verklaard, om te worden vergoed voor de honoraria en kosten <strong>van</strong> zijn advocaat, die door hem zijn aangegaan en die het gevolg zijn <strong>van</strong> het complexe karakter <strong>van</strong> het geding (…), moet aantonen dat het feit de procedure te hebben ingesteld, voor de eiser een fout is (…)?”. Aldus stelt het Hof vast dat er geen wetgevende bepalingen zijn die toelaten dat het honorarium en de kosten <strong>van</strong> een advocaat ten laste worden gelegd <strong>van</strong> de eisende partij of <strong>van</strong> de burgerlijke partij, die in het ongelijk worden gesteld bij een burgerlijke aansprakelijkheidsvordering. Het Hof gaat echter verder dan vaststellen dat dit een fundamentele schending inhoudt <strong>van</strong> de artikelen 10 en 11 <strong>van</strong> de Grondwet. Grensoverschrijdend kijkend, stelt het Hof vast dat ook artikel 6 EVRM geschonden wordt door deze situatie. ‘Ook al zijn de verschillen in behandeling tussen eiser en verweerder 302 GwH. 19 april 2006, APM 2006, afl. 5, 88, AA 2006, afl. 2, 57, Juristenkrant 2006, afl. 128, 13, JT 2006, afl. 6222, 285 met noot B. DE CONINCK, ‘La répétibilité des frais et honoraires d’avocat: une affaire d’Etat!’, JLMB 2006, afl. 17, 721, JW 2006, afl. 142, 406, RABG 2006, afl. 11, 847 met noot, RW 2005-06, afl. 41, 1614 met noot, RW 2006-07, afl. 25, 1059, TBP 2007, afl. 6, 376, P&B 2006, afl. 3-4, 98. 81
- Page 1 and 2:
Faculteit Rechtsgeleerdheid Univers
- Page 3 and 4:
Inhoudstafel…………………
- Page 5 and 6:
a. Hof van Cassatie……………
- Page 7 and 8:
Hoofdstuk: 4 De verhaalbaarheid van
- Page 9 and 10:
Inleiding “Elke rechterlijke besl
- Page 11 and 12:
Hoofdstuk 1: De toegang tot het ger
- Page 13 and 14:
zich geconfronteerd ziet met een ni
- Page 15 and 16:
geschillen in familiezaken, sociale
- Page 17 and 18:
tot schadevergoeding 37 , maar in a
- Page 19 and 20:
quasi iedere aanleg worden vastgest
- Page 21 and 22:
onteigeningsvergoedingen 54 . Het H
- Page 23 and 24:
de problematiek van de verhaalbaarh
- Page 25 and 26:
a. Vonnis 1 oktober 1985 20. Waar d
- Page 27 and 28:
. Hof van beroep 23. Wegens schendi
- Page 29 and 30:
de wanorde die zij vaststelden aan
- Page 31 and 32: door haar toedoen ten laste van de
- Page 33 and 34: vergoedbare schade uitmaken 94 . Vo
- Page 35 and 36: 32. Met verwijzing naar het reeds b
- Page 37 and 38: STORME 109 , dat men zonder veel tw
- Page 39 and 40: moeilijk te staven uitlegging van d
- Page 41 and 42: onheus behandeld ten opzichte van z
- Page 43 and 44: “dat … de schuldenaar, bij wanu
- Page 45 and 46: worden van artikel 1382 B.W. om kos
- Page 47 and 48: Opmerkelijk is dat er ook een 4 de
- Page 49 and 50: voorwendsel, zelfs van het stilzwij
- Page 51 and 52: Volgens sommigen was met een arrest
- Page 53 and 54: aansprakelijkheidsgeschillen moet g
- Page 55 and 56: .2 Visie van rechtspraak en rechtsl
- Page 57 and 58: geïnterpreteerd. Rechters moesten
- Page 59 and 60: niet zou hebben voorgedaan. Op het
- Page 61 and 62: a.2 Disparate rechtspraak 67. In na
- Page 63 and 64: Hof van beroep van Gent de criteria
- Page 65 and 66: § 3 Problemen bij het toepassen va
- Page 67 and 68: de omvang van de dekking bepalen en
- Page 69 and 70: estaat. Immers, indien de tegenpart
- Page 71 and 72: De commissie Rechtsbijstand dacht e
- Page 73 and 74: ze noodzakelijk zijn om de benadeel
- Page 75 and 76: Aldus heeft het Hof bij haar beslis
- Page 77 and 78: 90. Nog diezelfde maand van het sep
- Page 79 and 80: geëxponeerd naar fiscaalrechtelijk
- Page 81: België mee geconfronteerd worden 3
- Page 85 and 86: Betalingsachterstand Handelstransac
- Page 87 and 88: § 3 Vanaf 2005 108. Na de zopas aa
- Page 89 and 90: Nog in datzelfde jaar werd door de
- Page 91 and 92: echtsplegingsvergoedingen (die dan
- Page 93 and 94: Daarenboven wijst LAMON erop dat de
- Page 95 and 96: 114. Kwatongen beweerden dat de toe
- Page 97 and 98: “Attendu que si, en règle, une p
- Page 99 and 100: Bedrag van de vordering Basisbedrag
- Page 101 and 102: . de herleidingsbevoegdheid van de
- Page 103 and 104: complexer is dan de andere 382 . Ge
- Page 105 and 106: § 3 De rechtsplegingsvergoeding in
- Page 107 and 108: d. In het fiscaal recht 134. Bijzon
- Page 109 and 110: ecouvrement pertinents, et donc pas
- Page 111 and 112: . wegens procesrechtsmisbruik? 140.
- Page 113 and 114: § 6 De wet van 22 december 2008 14
- Page 115 and 116: eroepen tot nietigverklaring zouden
- Page 117 and 118: een ongrondwettelijkheid in de wet
- Page 119 and 120: uitspraak over het artikel 162bis S
- Page 121 and 122: 157. Wat nu betreft de zaken in hog
- Page 123 and 124: dit absoluut niet het geval was 457
- Page 125 and 126: Hoofdstuk: 4 De verhaalbaarheid van
- Page 127 and 128: gekwalificeerd worden 465 . Toch vi
- Page 129 and 130: Besluit 164. Wie had getwijfeld of
- Page 131 and 132: stellen dat de rechtzoekende eerder
- Page 133 and 134:
COLLE, P. en ZEGERS, S., “De teru
- Page 135 and 136:
LAMON, H., “De terugvorderbaarhei
- Page 137 and 138:
VAN DROOGHENBROECK, J. en DE CONINC
- Page 139:
STIJNS, S. en VUYE, H., “Burenhin