“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de wanorde die zij vaststelden aan hun woning en de moeilijk aantoonbare aard, was de<br />
bijstand <strong>van</strong> een advocaat om hun belangen in rechte te verdedigen onontbeerlijk.<br />
Gezien de complexiteit <strong>van</strong> deze zaak, is het wettelijke forfait <strong>van</strong> de<br />
rechtsplegingsvergoeding in casu overduidelijk ontoereikend. Een bedrag erelonen en kosten<br />
dat de rechtsplegingsvergoeding overschrijdt moet worden erkend als een onderdeel <strong>van</strong> de<br />
door eisers geleden schade dat in noodzakelijk verband staat met de fouten begaan door de<br />
verweerders. (…) De kosten <strong>van</strong> de technisch raadsman vormen in concreto en gedeeltelijk<br />
een onderdeel <strong>van</strong> de schade in de mate dat zij onontbeerlijk waren tijdens het gerechtelijk<br />
deskundigenonderzoek (…)”<br />
In diezelfde zin als bovenstaand arrest <strong>van</strong> het Hof <strong>van</strong> beroep <strong>van</strong> Luik, oordeelde het Hof<br />
<strong>van</strong> beroep te Brussel op 16 januari 2003 82 . Teruggrijpend naar wat in de inleiding <strong>van</strong> dit<br />
schrijven werd vermeld, oordeelt het Brusselse Hof, zich beroepend op artikel 6 EVRM en<br />
aldus rekening houdend met de gelijkheid <strong>van</strong> wapens in het kader <strong>van</strong> het toegang tot het<br />
gerecht. Deze gelijkheid wordt in die mate voorgesteld dat de kosten zoals de erelonen <strong>van</strong> de<br />
‘technische adviseurs’ (lees in casu geneesheren), gemaakt door procespartijen met het oog op<br />
het verkrijgen <strong>van</strong> onmisbare bijstand bij de bescherming <strong>van</strong> hun rechten in technische<br />
aangelegenheden deel uitmaken <strong>van</strong> de toe te kennen schadevergoeding. Met verwijzing naar<br />
VELU 83 wordt dit geplaatst in het licht <strong>van</strong> de tegenpartij die in casu over hoog<br />
gespecialiseerde diensten beschikte waar de ‘modale’ procespartij weinig tegen in te brengen<br />
heeft. In haar motivering stelt het Hof de ‘technisch adviseurs’ quasi gelijk met de advocaten:<br />
“Selon la doctrine la plus récente ce principe ne peut justifier la répétibilité de certains frais,<br />
tels des honoraires d’avocat ou des frais de conseil technique que dans le cas de litiges<br />
opposant le justiciable à un adversaire disposant de services hautement spécialisés et pour<br />
lequel l’assistance d’un avocat ou d’un conseil technique est donc, dans une certaine mesure,<br />
superflue (...).”<br />
c. Hof <strong>van</strong> Cassatie<br />
25. Het meest toonaangevende rechtscollege <strong>van</strong> ons land is zonder twijfel het Hof <strong>van</strong><br />
Cassatie. Rechtscolleges <strong>van</strong> allerhande niveaus zijn quasi allen geneigd de uitspraken <strong>van</strong> het<br />
Hof, zonder zich hierbij veel vragen te stellen, gewoon te volgen. Bijgevolg is het niet<br />
ondenkbaar dat hieruit gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Ook in ons geval is de<br />
rechtspraak <strong>van</strong> dit Hof cruciaal en baanbrekend geweest voor de huidige situatie. Om de<br />
overzichtelijkheid <strong>van</strong> het kluwen aan uitspraken te behouden zal ik de summa divisio<br />
hanteren naargelang de geschillen buitencontractuele dan wel contractuele aansprakelijkheid<br />
beogen.<br />
82 Brussel 16 januari 2003, JLMB 2003, afl. 19, 832.<br />
83 S. VELU, ‘La “non-répétibilité” des frais et honoraires de conseils est-elle compatible avec les exigences du<br />
droit d’accès à un tribunal?’ in Liber Amicorum Lucien Simont, Brussel, Bruylant, 2002, 224.<br />
27