“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
d. In het fiscaal recht<br />
134. Bijzonder veel vragen rijzen specifiek in het fiscaal recht naar aanleiding <strong>van</strong> de nieuwe<br />
regeling. Hierbij kan gedacht worden aan de al dan niet in geld waardeerbaarheid <strong>van</strong> een<br />
vordering in een fiscaal geschil 402 ; de beoordeling <strong>van</strong> de complexiteit <strong>van</strong> een fiscaal geschil<br />
als motief voor de aanpassing <strong>van</strong> de rechtsplegingsvergoeding (in hoeverre kan een fiscaal<br />
geschil al complex genoemd worden, en indien dit niet zou kunnen beoordeeld worden, houdt<br />
dit dan geen schending <strong>van</strong> de gelijkheid in t.a.v. alle andere procedures waar dit criterium<br />
wel een –doorslaggevende- rol kan spelen?), etc…<br />
Wanneer bv. letterlijk toepassing wordt gemaakt <strong>van</strong> de nieuwe regeling, dan komt de fiscale<br />
administratie zelden een RPV toe omdat zij quasi altijd optreedt bij wijze <strong>van</strong> een ambtenaar,<br />
geen advocaat. De meeste rechtbanken gebruiken dan ook bijna steeds eenzelfde formule in<br />
hun overwegingen of dispositief, met name ‘begroot op 0,00€ rechtsplegingsvergoeding bij<br />
gebreke <strong>van</strong> vertegenwoordiging door een advocaat’ 403 .<br />
e. In het sociaal recht<br />
135. Zoals reeds boven vermeld, gelden in het sociaal recht afwijkende bedragen wat betreft<br />
de rechtsplegingsvergoeding 404 , aangezien voor bepaalde socialezekerheidsgeschillen de regel<br />
geldt dat de overheid of de instelling steeds in de kosten wordt verwezen, ongeacht het<br />
resultaat <strong>van</strong> het geschil (artikel 1017, tweede lid, Ger.W.) 405 .<br />
402 In het geval de vordering niet in geld waardeerbaar wordt geacht, riskeert men een rechtsplegingsvergoeding<br />
te moeten betalen <strong>van</strong> 1200€; indien het daarentegen bv. om een princiepszaak gaat, met een betwiste aanslag<br />
<strong>van</strong> 300€, riskeert men amper 75€.<br />
403 J. VANDEN BRANDEN en P. GABRIEL, ‘De wet <strong>van</strong> 21 april 2007 betreffende de <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong><br />
erelonen <strong>van</strong> advocaten. Overzicht <strong>van</strong> de rechtspraak <strong>van</strong> de fiscale rechtscolleges’, AFT 2009, afl. 1, 2.2; zie<br />
bv. Rb. Hasselt 9 januari 2008, FJF 2009, afl. 1, 28; Rb. Leuven 1 februari 2008, Rec. gén. enr. not. 2008, afl. 6,<br />
213; Rb. Brugge 5 februari 2008, onuitgegeven, http://www.monkey.be; Rb. Luik 7 maart 2008, FJF 2009, afl.<br />
3, 283.<br />
404 Artikel 4 Koninklijk Besluit tot vaststelling <strong>van</strong> het tarief <strong>van</strong> de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel<br />
1022 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling <strong>van</strong> de datum <strong>van</strong> inwerkingtreding <strong>van</strong> de artikelen 1 tot<br />
13 <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 21 april 2007 betreffende de <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> de erelonen en de kosten verbonden aan de<br />
bijstand <strong>van</strong> de advocaat, BS 9 november 2007 (ed. 2), 56834.<br />
405 I. SAMOY en V. SAGAERT, ‘De wet <strong>van</strong> 21 april 2007 betreffende de <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> kosten en<br />
erelonen <strong>van</strong> een advocaat’, RW 2007-08, 695.<br />
105