24.08.2013 Views

“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis

“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis

“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Afdeling 3.3 De wet <strong>van</strong> 21 april 2007<br />

§ 1 De wet en het uitvoeringsbesluit<br />

113. In het Belgisch Staatsblad <strong>van</strong> 31 mei 2007 verscheen dan uiteindelijk de wet <strong>van</strong> 21<br />

april 2007 betreffende de <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> de erelonen en de kosten verbonden aan de<br />

bijstand <strong>van</strong> een advocaat. Met deze wet heeft de wetgever in hoofdorde gekozen voor de<br />

oplossing via de procesrechtelijke verhouding, door de kosten en erelonen <strong>van</strong> de advocaat<br />

toe te voegen aan de lijst <strong>van</strong> verhaalbare kosten, die op haar beurt de grondslag vormt voor<br />

de rechtsplegingsvergoeding. Deze rechtsplegingsvergoeding vindt geenszins haar grondslag<br />

in een foutcriterium 350 , maar wel in het procesrisico en het procesbeleid, waarbij onder<br />

procesrisico moet worden verstaan ‘het risico dat elke partij loopt haar eis of verweer<br />

afgewezen te zien, ongeacht de intrinsieke waarde <strong>van</strong> de eis of het verweer’ 351 .<br />

De wet op de <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> de erelonen bepaalt dus dat wie een zaak wint, een<br />

forfaitair bedrag kan terugvorderen <strong>van</strong> de verliezende partij. De rechter houdt bij zijn<br />

beslissing rekening met criteria zoals de belangrijkheid <strong>van</strong> de zaak, de financiële<br />

draagkracht <strong>van</strong> de verliezende partij, of nog het onredelijk karakter <strong>van</strong> het geding. Het<br />

minimum en maximum <strong>van</strong> de forfaitaire vergoeding moesten, zoals gezegd, door een<br />

koninklijk besluit worden bepaald, waardoor de wet maar toegepast kon worden wanneer dit<br />

besluit er was. De wetgever bepaalde dat het K.B. eerst in de ministerraad moest worden<br />

besproken, waardoor ook de Raad <strong>van</strong> State een advies moest uitbrengen.<br />

De laatste ‘echte’ ministerraad kwam er op 27 april 2007 (waarna een periode <strong>van</strong> lopende<br />

zaken haar aan<strong>van</strong>g nam). Bij positief antwoord <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> State, zou het K.B. nog voor<br />

de verkiezingen <strong>van</strong> kracht zijn geworden. Niets was echter minder waar. In mei 2007 raakte<br />

bekend dat de minister <strong>van</strong> Justitie een foutje had gemaakt door de hoogdringendheid <strong>van</strong> de<br />

vraag om advies aan de Raad <strong>van</strong> State niet te motiveren. Gevolg was dat de Raad de vraag<br />

onont<strong>van</strong>kelijk verklaarde en de minister het advies opnieuw diende te vragen. Uiteindelijk<br />

werd het K.B. <strong>van</strong> kracht op 1 januari 2008.<br />

350<br />

Cass. 15 mei 1941, Pas. 1941, 192, G. DE LEVAL, Elements de procédure civile, Brussel, De Boeck &<br />

Larcier, 2005, 453.<br />

351<br />

B. DE TEMMERMAN, ‘Rechtsvergelijkende variaties op een heikel thema’, in F. EVERS en P. LEFRANC,<br />

De <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> de kosten <strong>van</strong> verdediging: en wat met de toegang tot de rechter?, Tegenspraak Cahier<br />

25, Brugge, die Keure, 2005, 25 en 29; I. SAMOY en V. SAGAERT, ‘De wet <strong>van</strong> 21 april 2007 betreffende de<br />

<strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> kosten en erelonen <strong>van</strong> een advocaat’, RW 2007-08, 683.<br />

92

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!