“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
a. Probleem <strong>van</strong> het bewijs<br />
63. In welke mate de zopas genoemde kosten, die desgevallend aangegeven werden, ook<br />
effectief betaald werden aan de advocaat, kon de rechter weinig weten. De gevoeligheid <strong>van</strong><br />
dit onderwerp bij de advocatuur vindt zijn oorsprong in de natuurlijke afkeer <strong>van</strong> de<br />
advocaten voor elke vorm <strong>van</strong> bemoeienis door de wetgevende of de rechterlijke macht in de<br />
bepaling <strong>van</strong> hun honorarium en de vrees dat de <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> kosten <strong>van</strong> juridische<br />
bijstand onrechtstreeks zou leiden tot tarifering. Prominenten zoals LAMON opperden reeds<br />
hun bekommernissen dat dit zou kunnen leiden tot een aantasting <strong>van</strong> de onafhankelijkheid<br />
<strong>van</strong> het beroep 194 . Want stel nu dat de rechter beveelt de kostenstaat te overmaken aan de<br />
rechtbank; stel dat de rechter daarop enkel een klein gedeelte als noodzakelijk aanschouwt;<br />
ontspruit daar niet de gedachte bij de cliënt dat deze benadeeld is door zijn/haar raadsman?<br />
Rekening houdend met artikel 6 <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding<br />
<strong>van</strong> de betalingsachterstand bij handelstransacties en artikel 459 Ger. W. is het zo dat de<br />
rechter, in afwachting <strong>van</strong> een wetgevende tussenkomst, in de meeste gevallen concreet<br />
probeerde te bepalen wat een redelijke vergoeding zou zijn, gebaseerd op voorgelegde<br />
stukken. Bij ontstentenis <strong>van</strong> overlegging <strong>van</strong> dergelijke stukken, werd daarentegen veelal<br />
teruggegrepen naar een forfaitaire begroting <strong>van</strong> de kosten.<br />
Nu, zoals hierboven reeds gecursiveerd, ging het in die gevallen waar bewijs werd geleverd,<br />
slechts om een redelijke vergoeding. De rechters waren immers <strong>van</strong> mening dat de benadeelde<br />
(evenwel <strong>van</strong> een contractuele fout, maar naar analogie ook in andere geschillen) niet ipso<br />
facto aanspraak kon maken op het volledige effectieve bedrag dat de cliënt aan zijn advocaat<br />
had betaald, daar advocaten in beginsel vrij hun ereloon en kosten bepaalden en er geen<br />
uniforme tarieven voor handen waren 195 . Bovendien moest gewaakt worden voor het gevaar<br />
dat sommigen buitensporige advocatenkosten zouden aanrekenen om op die manier toch tot<br />
(meer dan) een volledige schadevergoeding te komen 196 . Dit was en is echter geheel in strijd<br />
met het algemene aansprakelijkheidsprincipe volgens hetwelk geen vergoeding meer kan<br />
bekomen worden voor de geleden schade dan die vergoeding die nodig is om het slachtoffer<br />
opnieuw in staat te stellen zich te herstellen in de toestand alsof de onrechtmatige daad zich<br />
194 H. LAMON, ‘Erelonen <strong>van</strong> advocaten: hoever geraken we met de billijke gematigdheid?’, Ad Rem 2003, 12.<br />
195 G. HERMANS, ‘De terugvorderbaarheid <strong>van</strong> advocatenkosten: een schets <strong>van</strong> de standpunten in rechtspraak<br />
en rechtsleer’, in F. EVERS en P. LEFRANC, De <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> de kosten <strong>van</strong> verdediging: en wat met de<br />
toegang tot de rechter?, Tegenspraak Cahier 25, Brugge, die Keure, 2005, 111.<br />
196 Dit valt uiteraard te linken aan de redelijkheidseis.<br />
56