“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
“De verhaalbaarheid van advocatenhonoraria” - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
aansprakelijkheidsgeschillen moet gewezen worden op de identieke causaliteitsvereiste tussen<br />
fout en schade in beide aansprakelijkheidsleerstukken 168 .<br />
Bij gebreke aan (toonaangevende) geschillen, moet besloten worden dat er inzake de<br />
objectieve aansprakelijkheidsgeschillen en tevens in het licht <strong>van</strong> artikel 6 EVRM m.b.t.<br />
eerlijke procesvoering, geen plaats was om een discriminerende regeling in te voeren.<br />
Derhalve meen ik dat de auteurs, die pleitten voor een gelijkschakeling qua behandeling, het<br />
bij het rechte eind hadden. Het principe <strong>van</strong> de <strong>verhaalbaarheid</strong> vindt inderdaad niet zijn<br />
grondslag in de bestraffing <strong>van</strong> een fout <strong>van</strong> de veroordeelde partij, maar in de vergoedende<br />
functie <strong>van</strong> het aansprakelijkheidsrecht 169 . Bovendien zou geargumenteerd kunnen worden dat<br />
bij objectieve en foutaansprakelijkheid de wijze <strong>van</strong> toerekening <strong>van</strong> aansprakelijkheid op<br />
dezelfde wijze gebeurt waardoor een verschillende behandeling <strong>van</strong> de vordering tot<br />
terugbetaling <strong>van</strong> de advocatenrekening juridisch discriminerend zou zijn geweest.<br />
Zoals duidelijk is geworden uit de bespreking <strong>van</strong> strafrechtelijke uitspraken 170 , bleken ook<br />
deze rechters op het spoor <strong>van</strong> het Hof <strong>van</strong> Cassatie te zitten. Dissidenten, zoals het vonnis<br />
<strong>van</strong> de Correctionele Rechtbank te Ieper 171 waarbij geoordeeld wordt dat het vermoeden <strong>van</strong><br />
onschuld en het recht niet gedwongen te kunnen worden tegen zichzelf te getuigen, de<br />
<strong>verhaalbaarheid</strong> in de weg staan, moeten dan ook restrictief en zeer kritisch worden onthaald.<br />
Terecht voert De Temmerman aan dat hier een andere (en tevens verkeerde) weg ingeslaan<br />
wordt dan diegene die aanleiding heeft gegeven tot de vordering. Hij bemerkt dat niet de<br />
procesrechtelijke maar de materieelrechtelijke verhouding tussen de partijen aan de basis ligt<br />
<strong>van</strong> de <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> de kosten voor juridische bijstand 172 . Bijgevolg, aldus De<br />
Temmerman, is de advocatenrekening <strong>van</strong> het septemberarrest een noodzakelijk gevolg <strong>van</strong><br />
het oorspronkelijk misdrijf en niet <strong>van</strong> de foutieve weigering tot voorafgaande betaling <strong>van</strong> de<br />
beklaagde om de schade te vergoeden.<br />
168 L. CORNELIS, Algemene theorie <strong>van</strong> de verbintenis, Deel 2, Antwerpen, Intersentia, 2000, 563-566; 575-<br />
579; T. HENS, W. VAN PUTTEN en M. VEGA LEON, ‘De gevolgen <strong>van</strong> de contractuele aansprakelijkheid’, in<br />
J. ROODHOOFT (ed.), Bestendig Handboek Verbintenissenrecht, Mechelen, Kluwer, 2004, 178-186.<br />
169 B. DE TEMMERMAN, ‘De <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> kosten <strong>van</strong> juridische bijstand op het knooppunt <strong>van</strong><br />
aansprakelijkheidsrecht en procesrecht’, RW 2004-05, 1405; V. CALLEWAERT en B. DE CONINCK, ‘La<br />
répétibilité des frais et honoraires d’avocat après l’arrêt de la Cour de Cassation du 2 septembre 2004:<br />
responsabilité et assurances’, RGAR 2005, 13944.<br />
170 Zie bv. Pol Hoei 26 oktober 2004, RGAR 2005, 13947 (supra).<br />
171 Corr. Ieper 15 november 2004, RW 2004-05, 795.<br />
172 B. DE TEMMERMAN, ‘De <strong>verhaalbaarheid</strong> <strong>van</strong> kosten <strong>van</strong> juridische bijstand op het knooppunt <strong>van</strong><br />
aansprakelijkheidsrecht en procesrecht’, RW 2004-05, 1404-1405; S. TACK, ‘Verhaalbaarheid<br />
verdedigingskosten’, JW 2005, 1304.<br />
51