19.09.2013 Views

Acute boekje - REP-Online

Acute boekje - REP-Online

Acute boekje - REP-Online

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Behandeling<br />

• Optimaliseren van cardiac output (SBP > 120).<br />

• Patiënt dagelijks wegen.<br />

• Na optimalisatie vullingstoestand: onderhoudsvochtinname van diurese en<br />

500 cc/24 uur. 24 uur urine sparen op hoeveelheid, creatinine en eiwit.<br />

• Staken NSAID’s, ACE­remmer, ARB (diuretica bij prerenale oorzaak).<br />

• Vermijd nefrotoxische middelen, m.n. aminoglycosiden en röntgencontrast.<br />

• Bij noodzaak tot MRI/MRA: lineaire gadoliniumchelaten zijn absoluut<br />

gecontra­indiceerd. Beperk het gebruik van cyclische gadoliniumchelaten.<br />

• Aanpassen dosering alle overige medicatie, indien nodig. Denk m.n. aan<br />

lithium, sotalol, digoxine, metformine en nitrofurantoïne.<br />

• Vermijd fosfaatklysma’s wegens gevaar op verergering nierinsufficiëntie door<br />

hyperfosfatemie.<br />

• Na­ (70 mmol) en K (50 mmol) beperkt dieet. In acuut stadium eiwitbeperking<br />

niet noodzakelijk.<br />

• Inventariseer en behandel complicaties, zie hieronder.<br />

Complicaties<br />

• Elektrolytstoornissen:<br />

­ hyperkaliëmie: zie § 16.5. Indien K > 6,5 mmol/l, overweeg dialyse;<br />

­ hypo­ of hypernatriëmie: zie § 16.2 en 16.3.<br />

• Bij ANI kan een hyperfosfatemie en hypocalciëmie optreden. Hypocalciëmie<br />

behoeft veelal geen behandeling. Toediening van Ca verhoogt de kans op<br />

calcificaties (tenzij fosfaat < 1,5 mmol/l) en leidt eerder tot hypercalciëmie in<br />

de herstelfase. Hyperfosfatemie kan in de acute fase alleen worden bestreden<br />

door dialyse. Er bestaat geen algemene regel, maar indien calciumfosfaatprodukt<br />

> 5,6, dan is er een grote kans op het ontstaan van calcificaties.<br />

Metabole acidose: zie § 17.2. Indien pH < 7,2 en/of bicarbonaat < 10, geef<br />

natriumbicarbonaat i.v., evt. dialyse. (Indien sprake is van anurie/oligurie en<br />

overvulling, is er vaak geen ruimte voor conservatieve maatregelen en dient<br />

dialyse plaats te vinden).<br />

• Pulmonaal oedeem: indien diurese aanwezig, start furosemide i.v. (bolus<br />

80­160 mg, daarna 10­40 mg/kg/uur). Indien geen diurese en dreigende<br />

respiratoire insufficiëntie, acute dialyse.<br />

• Uremische complicaties: pericarditis, pleuritis, encefalopathie, gastro­intestinaal<br />

bloedverlies, zijn veelal dialyse­indicaties. Uremische trombopathie: bij<br />

bloeding desmopressine (zie § 10.2).<br />

<strong>Acute</strong> dialyse-indicaties<br />

I.o.m. nefroloog. Bij bekende dialysepatiënten kan grens tot dialyse lager zijn.<br />

• Therapieresistente overvulling (longoedeem, hypoxie, orthopneu, hartfalen).<br />

• Therapieresistentie hyperkaliëmie (K > 6,5).<br />

• Uremisch syndroom (pericarditis; encefalopathie: asterixis, bewustzijns­/<br />

aandachtstoornis; misselijkheid, braken).<br />

• Acidose (pH < 7,2) waarbij i.v. natriumbicarbonaat niet haalbaar is (bv.<br />

ernstige overvulling).<br />

• Ernstige hyperfosfatemie (Ca x PO4­product > 6).<br />

• Bepaalde intoxicaties, bv. lithium.<br />

Referenties<br />

• Hilton R. <strong>Acute</strong> Renal failure. BMJ. 2006;333:786­90.<br />

• Klahr S, et al. <strong>Acute</strong> oliguria. N Engl J Med. 1998;338:671.<br />

• Lameire N, et al. <strong>Acute</strong> renal failure. Lancet. 2005;365(9457):417­30.<br />

• Star RA. Treatment of acute renal failure. Kidney Int. 1998;54:1817­31.<br />

15.2 <strong>Acute</strong> problemen bij peritoneale dialyse<br />

15.2.1 Peritonitis bij patiënt met chronische ambulante peritoneale dialyse<br />

Algemeen<br />

Min. 2 van de volgende criteria:<br />

• Troebel dialysaat t.g.v. > 100/mm 3 (> 0,1 x 10 9 /l) leukocyten, waarvan > 50%<br />

neutrofielen.<br />

• Verwekker in grampreparaat en/of kweek.<br />

• Kliniek: buikpijn, braken, koorts, diarree.<br />

Differentaaldiagnose<br />

Symptomen en/of troebel dialysaat, geen verwekker.<br />

• <strong>Acute</strong> pancreatitis: amylase en/of lipase in bloed en dialysaat bepalen.<br />

• Steriele (eosinofiele) peritonitis: > 10% eosinofiele granulocyten in Giemsapreparaat<br />

(dialysaat).<br />

Lichamelijk onderzoek<br />

Hydratietoestand, bloeddruk, temperatuur; peristaltiek? Peritoneale prikkeling?<br />

Huidpoort/tunnel (pus, pijnlijk)?<br />

156 ACuTe Boekje INTerNe GeNeeSkuNDe NeFroLoGIe<br />

157

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!