19.09.2013 Views

Acute boekje - REP-Online

Acute boekje - REP-Online

Acute boekje - REP-Online

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ziekte/verwekker Type isolatie Duur isolatie<br />

SArS Strikt Tot klinisch herstel<br />

Scabiës Contact (L) Zie richtlijn ‘Scabiës’<br />

Scabiës crustosa Strikt (L) Zie richtlijn ‘Scabiës’<br />

Shigellosis Geen of contact (F) Tot einde diarree<br />

Streptokokkengroep A/<br />

Streptococcus pyogenes:<br />

• Huid<br />

• endometritis<br />

• Faryngitis/tonsillitis<br />

• Pneumonie<br />

• roodvonk<br />

TBC:<br />

• open<br />

• Verdenking open TBC<br />

• Andere vormen<br />

• Geen of contact (A)<br />

• Geen<br />

• Geen of druppel (C)<br />

• Geen of druppel (C)<br />

• Druppel<br />

Aerogeen<br />

Aerogeen<br />

Geen<br />

Indien isolatie dan tot 24<br />

uur na start behandeling<br />

Zie WIP-richtlijn ‘Preventie<br />

van besmetting met TBC<br />

in ziekenhuizen’<br />

Varicella Strikt Tot laatste blaasjes zijn<br />

ingedroogd<br />

Waterpokken Strikt Tot laatste blaasjes zijn<br />

ingedroogd<br />

Wondinfecties Geen of contact (A) Tot genezing<br />

yersinia enterocolitica Geen of contact (F) Tot einde diaree<br />

Bron: WIP-richtlijn ‘Indicaties voor isolatie’.<br />

(A) Indien veel pus draineert, wond niet goed af te dekken is of verband doorlekt: contactisolatie.<br />

(B) Bij kinderen < 6 jaar: contactisolatie.<br />

(C) Bij kinderen < 6 jaar: druppelisolatie.<br />

(E) Universele isolatie: combinatie van beschermende isolatie met één van de 4 vormen van bronisolatie.<br />

(F) Bij incontinentie voor feces of onhygiënisch gedrag, of indien het een kind < 6 jaar betreft:<br />

contactisolatie.<br />

(G) Zie WIP-richtlijn ‘Infectiepreventieve maatregelen bij Clostridium difficile’.<br />

(I) Zie WIP-richtlijn ‘Hygiëne bij virale hemorragische koortsen’.<br />

(J) Zie WIP-richtlijn ‘Maatregelen tegen overdracht van bijzonder resistente micro-organismen’.<br />

(K) Zie WIP-richtlijn ‘MRSA’.<br />

(L) Zie WIP-richtlijn ‘Scabiës’.<br />

23.1.3 Prikaccidenten<br />

Algemeen<br />

Bijna elk ziekenhuis heeft een eigen protocol m.b.t. prikaccidenten. Indien deze<br />

niet voorhanden is, dan kan onderstaand stappenplan een leidraad zijn.<br />

Bij prikaccidenten kunnen HBV, HCV en hiv worden overgedragen. Of een<br />

prikaccident leidt tot een infectie is afhankelijk van de aard van het accident, de<br />

serostatus van de bron en de vaccinatiestatus van het slachtoffer. Dit stappenplan<br />

vormt hierbij een leidraad. Overleg met achterwacht en vul indien aanwezig<br />

het registratieformulier in. Verwijs tijdens kantoortijden personeel naar ARBOdienst<br />

en overigen naar GGD.<br />

• Stap 0: onmiddellijk actie ondernemen. Laat de wond goed doorbloeden, spoel<br />

het uit en desinfecteer met alcohol of choorhexidine.<br />

• Stap 1: beoordelen van de aard van het accident. Vraag na wat er precies is<br />

gebeurd en inspecteer de verwonding. Beoordeel of er sprake is van geen, laag<br />

of hoog risico op overdracht. Uitgangspunt is de aard van het accident en het<br />

bloedvolume dat wordt overgedragen. Zie voor nauwkeurige beschrijving de<br />

RIVM­website. Bij een laagrisicoaccident zijn alleen maatregelen nodig tegen<br />

HBV en bij een hoogrisicoaccident tegen HBV, HCV en hiv.<br />

• Stap 2: beoordelen van de HBV­immuunstatus van het slachtoffer. Als het<br />

slachtoffer succesvol is gevaccineerd (titer ooit >10 EH/l) of een HBV heeft<br />

doorgemaakt, dan zijn geen verdere HBV­maatregelen nodig.<br />

• Stap 3: achterhalen van de serostatus van de bron. Bepaal in het geval van<br />

een hoogrisicoaccident HBsAg (binnen 24 uur), anti­HCV en ­hiv (binnen<br />

2 uur). Bij een laagrisicoaccident volstaat HBsAg. Indien bron niet beschikbaar<br />

is, inschatting maken op basis van epidemiologische gegevens (zie tabel<br />

23.1.3).<br />

• Stap 4: maatregelen nemen t.a.v. HBV. Dien bij een hoogrisicoaccident<br />

en (hoog risico op) een HBsAg­positieve bron binnen 24 uur 500 EH i.m.<br />

HBV immuunglobuline toe. Bij zowel hoog­ als laagrisicoaccidenten dient<br />

in elk geval zo spoedig mogelijk met HBV­vaccinatie, volgens schema 0­1­6<br />

maanden, te worden gestart. (Deze maatregelen gelden dus alleen voor<br />

verwonden die niet tegen hepatitis­B door vaccinatie of doorgemaakte infectie<br />

zijn beschermd, zie stap 2).<br />

• Stap 5: maatregelen nemen t.a.v. HCV. Bij een hoogrisicoaccident wordt bij<br />

slachtoffer na 1 maand en na 3 maanden HCV RNA bepaald. Bij een laagrisicoaccident<br />

zijn geen maatregelen nodig.<br />

• Stap 6: maatregelen nemen t.a.v. hiv. Bij een hoogrisicoaccident en (hoog risico<br />

op) een hiv­positieve bron wordt PEP geadviseerd. Deze dient binnen 2 uur tot<br />

max. 72 uur na het incident te worden gestart (combivir 2 dd 1 tablet in combinatie<br />

met lopinavir/ritonavir 2 dd 2 tabletten of atazanavir 1 dd 2 capsules). Bij<br />

een hoogrisicoaccident en een laag risico op seropositiviteit wordt in principe<br />

286 ACuTe Boekje INTerNe GeNeeSkuNDe DIVerSe<br />

287

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!