19.09.2013 Views

Acute boekje - REP-Online

Acute boekje - REP-Online

Acute boekje - REP-Online

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

• Rechtop in bed, ook als patiënt lage bloeddruk heeft.<br />

• Diuretica: furosemide 80­120 mg i.v., zo nodig herhalen (urineproductie controleren<br />

met verblijfskatheter). Bij geen effect hogere dosis geven (met name<br />

te verwachten bij patiënten met gestoorde nierfunctie). Furosemidedoses ><br />

120 mg moeten langzaam worden gegeven, bv. 250 mg in 15 min, evt. kan<br />

furosemide via een pomp worden toegediend 250 mg per 6 à 12 uur.<br />

• Vaatverwijders, ophogen op geleide van kliniek:<br />

­ gestart kan worden met nitraat sublinguaal elke 5 min in afwachting van<br />

i.v.­behandeling. Dit kan in principe als SBP > 100 mmHg is, en is te<br />

overwegen bij een SBP > 85 mmHg;<br />

­ isosorbidedinitraat 1­10 mg/uur i.v.;<br />

­ nitroprusside 0,3­5 μg/kg/min i.v.;<br />

­ evt. wanneer bovenstaande interventies geen effect hebben nesiritide<br />

(bolus 2 μg/kg en 0,015­0,03 μg/kg/min).<br />

• Positief­inotrope middelen (op CCU) als diuretica en vaatverwijders onvoldoende<br />

resultaat geven c.q. de SBP te laag is (< 85­90 mmHg) (zie ook hoofdstuk 2):<br />

­ dopamine 3 μg/kg/min i.v. ophogen op geleide kliniek, te weten effect op<br />

m.n. bloeddruk (SBP > 90 mmHg) en diurese (min. > 10 cc/uur);<br />

­ dobutamine 2­20 μg/kg/min i.v. ophogen op geleide kliniek, te weten effect<br />

op m.n. bloeddruk (SBP > 90 mmHg) en diurese (min. > 10 cc/uur);<br />

­ milrinone (phosphodiësterase­III­remmer) bolus 25­75 μg/kg in 10­20<br />

min en 0,375­0,75 μg/kg/min i.v. (evt. gecombineerd met dobutamine,<br />

additief effect);<br />

­ evt. wanneer bovenstaande interventies geen effect hebben levosimendan<br />

bolus 12­24 μg/kg in 10­20 min + 0,05­0,2 μg/kg/min;<br />

­ norepinephrine 0,2­1,0 μg/kg/min i.v. (bij shock);<br />

­ bij combinatie van hartfalen en boezemfibrilleren: digoxine opladen (zie<br />

§ 7.5), amiodarone (Cordarone ® ) 150­300 mg in 10­30 min i.v), bij voorkeur<br />

via centrale lijn.<br />

• Behandeling gericht op oorzaak: ritmestoornissen, primaire PCI bij infarct,<br />

250 mg thiamine bij verdenking B 1 ­deficiëntie, overleg met nefroloog bij<br />

overvulde dialysepatiënt etc.<br />

• Bij onvoldoende effect van bovenstaande maatregelen, kan ook nog morfine<br />

2­5 mg i.v. worden gegeven.<br />

• Bij ernstig gestoorde gaswisseling en onvoldoende effect eerste behandeling:<br />

­ (Boussignac) CPAP of NIPPV­beademing starten/continueren op CCU;<br />

­ BiPAP­beademing/intubatie op IC.<br />

Referenties<br />

• Emerman CL, et al., for the ADHERE Scientific Advisory Committee. Impact of intravenous<br />

diuretics on the outcomes of patients hospitalized with acute decompensated heart failure:<br />

insights from the ADHERE Registry. J Card Fail. 2004;10:S116.<br />

• Felker GM, et al., for the OPTIME­CHF Investigators. Heart failure etiology and response<br />

to milrinone in decompensated heart failure: results from the OPTIME­CHF study. J Am<br />

Coll Cardiol. 2003;41:997­1003.<br />

• http://www.escardio.org/knowledge/guidelines.<br />

• Nieminen MS, et al. Executive summary of the guidelines on the diagnosis and treatment<br />

of acute heart failure: the Task Force on <strong>Acute</strong> Heart Failure of the ESC. Eur Heart J.<br />

2005;26:384­416.<br />

• Publication Committee for the VMAC Investigators. Intravenous nesiritide vs nitroglycerin<br />

for treatment of decompensated congestive heart failure: a randomized controlled trial.<br />

JAMA. 2002;287:1531­40.<br />

8.4 Hartritmestoornissen<br />

Algemeen<br />

Documenteren van een ritmestoornis is een zeer belangrijke stap voor diagnostiek<br />

en behandeling, dus indien mogelijk als eerste daad een 12­kanaals<br />

ECG­registratie (meerdere A4’s achter elkaar) maken van de ritmestoornis<br />

(tenzij hemodynamisch ernstig instabiel). Proberen eerst een diagnose te<br />

stellen, dat maakt (gericht) behandelen makkelijker. Het eerste onderscheid is<br />

tussen het bestaan van een tachycardie en een bradycardie. Tot tachycardieën<br />

worden gerekend frequenties ≥ 100 bpm en tot de bradycardieën frequenties<br />

≤ 50 bpm (is natuurlijk afhankelijk van leeftijd, medicatie, mate van training<br />

etc.). Tachycardieën worden vervolgens onderverdeeld in regulaire en irregulaire<br />

tachycardieën, en smal complex (QRS < 120 ms) dan wel breed complex (QRS ≥<br />

120 ms) tachycardieën. Indien de beoordeling van het ECG geen zekere diagnose<br />

oplevert: overleg met arts­assistent cardiologie of cardioloog.<br />

Denk aan bijwerkingen van medicamenten (digoxine, flecaïnide, amiodarone,<br />

β­blokkers, calciumantagonisten), elektrolytstoornissen en schildklierdisfunctie<br />

(bepaal TSH). Zorg altijd voor ritmebewaking en goedlopend infuus.<br />

Onmiddellijke (elektrische) cardioversie onder anesthesie is de voorkeursbehandeling<br />

voor iedere tachycardie gepaard gaande met hemodynamische instabiliteit.<br />

Behalve bij VF altijd synchroon met het QRS­complex cardioverteren,<br />

bifasisch 50­200 joules.<br />

52 ACuTe Boekje INTerNe GeNeeSkuNDe CArDIoLoGIe<br />

53

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!