19.09.2013 Views

Acute boekje - REP-Online

Acute boekje - REP-Online

Acute boekje - REP-Online

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

spiegels kunnen gemakkelijk tot coma leiden. Co­inname met alcohol (wat vaak<br />

gebeurt) versterkt het effect aanzienlijk.<br />

Anamnese/lichamelijk onderzoek<br />

Myoklonieën, bloeddruk, pols (GHB geeft een bradycardie), miosis. Vrijwilige<br />

auto­intoxicatie? (tijdens GHB­intoxicatie kan verkrachting plaatsvinden.)<br />

Aanvullend onderzoek<br />

Glucose, bloedgasanalyse, ethanol, het wordt niet opgepikt in de toxicologiescreening<br />

van de urine. Evt. CT­cerebrum (ter exclusie van een neurologische<br />

oorzaak van het coma). Overweeg bloed of urine af te nemen voor GHB­bepaling<br />

zodat in het geval van onvrijwillige intoxicatie bij evt. juridische aangifte door<br />

de patiënt toediening bewezen kan worden. Overleg met apotheker over lokale<br />

mogelijkheden tot bepaling uit welk lichaamsmateriaal en bewaarcondities.<br />

Beleid<br />

Ondersteunend. Er is geen antidotum. Maagspoelen en actieve kool heeft geen<br />

zin. De patiënt knapt < 4 uur op en dit gebeurt verrassend snel. Als de patiënt<br />

langer comateus blijft, moet aan een andere oorzaak worden gedacht.<br />

Referenties<br />

• Chin RL, et al. Clinical course of gamma­hydroxybutyrate overdose. Ann Emerg Med.<br />

1998;31:716­22.<br />

• Li J, et al. A tale of novel intoxication: A review of the effects of γ­hydroxybutyric acid with<br />

recommendations for management. Ann Emerg Med. 1998;31:729­36.<br />

• Snead OC III, et al. Drug therapy. γ­Hydroxybutyric Acid. N Engl J Med. 2005;352:26.<br />

18.5 Etsende stoffen<br />

Algemeen<br />

De belangrijkste etsende stoffen zijn zuren (azijnzuur, salpeterzuur, fluoride)<br />

en logen (natronloog, soda, natriumhypochloriet (bleek), amoniumhydroxide).<br />

Het etsend effect van logen is vaak ernstiger, omdat dit een andere type necrose<br />

veroorzaakt (liquefactienecrose, in tegenstelling tot coagulatienecrose bij zuren).<br />

Waterstoffluoride dient apart te worden genoemd i.v.m. specifieke toxiciteit. Deze<br />

middelen zijn voor huishoudelijk gebruik (schoonmaakmiddelen) en industrieel<br />

beschikbaar. Blootstelling aan etsende stoffen kan middels huidcontact,<br />

contact met slijmvliezen/oog, inhalatie of door ingestie. De toxiciteit wordt m.n.<br />

bepaald door de pH (< 4 of > 10) van de oplossing. Verder zijn de contacttijd met<br />

het epitheel en de omvang van het blootgestelde oppervlak van belang. Huidlaesies<br />

worden gescoord naar analogie van brandwonden. Bij inhalatie: hoesten,<br />

dyspneu, bronchospasme, stridor als gevolg van glottis­/larynxoedeem. Ook bij<br />

ingestie staan lokale effecten zoals etsingen en perforaties op de voorgrond.<br />

Dit kan aanleiding geven tot bloedingen of mediastinitis. Bij aspiratie ontstaat<br />

een chemische pneumonitis. Bij ingestie van grotere hoeveelheden zullen de<br />

effecten van absorptie meer op de voorgrond staan: hemolyse, metabole acidose,<br />

DIC, acute tubulusnecrose/nierinsufficiëntie. In tegenstelling tot. andere zuren<br />

kan waterstoffluoride via de huid/slijmvliezen naar diep s.c. penetreren en onoplosbare<br />

zouten vormen (vooral Ca­zouten). Zowel na ingestie als bij huidcontact<br />

is sprake van volledige absorptie. Dit kan < 2­3 uur leiden tot een ernstige hypocalciëmie<br />

met ernstige ritmestoornissen als gevolg. Ook komen hyper kaliëmie,<br />

hypomagnesiëmie, hypoglykemie, paresthesieën en depressie van het ademhalingscentrum<br />

voor. Bij oplossingen < 50% kunnen toxische effecten pas na<br />

uren optreden.<br />

Anamnese/lichamelijk onderzoek<br />

Cave: blaren op lippen/mond kunnen wijzen op een ernstige intoxicatie, maar<br />

het ontbreken ervan sluit een ernstige intoxicatie niet uit. Stemverandering,<br />

stridor, dyspneu, s.c. emfyseem.<br />

Laboratoriumonderzoek<br />

Bloedgasanalyse, Hb, Na, K, Cl, Ca, Mg, creatinine, glucose, APTT, INR, fluoridespiegels.<br />

Aanvullend onderzoek<br />

ECG , X­thorax (pneumomediastinum).<br />

Bij ernstige intoxicaties is een oesofagogastroscopie direct geïndiceerd. In<br />

mildere gevallen bij aanhoudende pijnklachten bij voorkeur nog binnen 24 uur<br />

scopiëren. Dit met het oog op behandeling ter preventie van een oesofagusstenose.<br />

Later scopiëren (vooral tussen dag 5 en 2 weken na ingestie) geeft een<br />

groter risico op perforatie. Bij verdenking op glottis­/larynxoedeem laryngoscopie<br />

en tijdige intubatie.<br />

Beleid<br />

Een tweede contact met slijmvliezen van de oesofagus dient te worden vermeden<br />

(niet maagspoelen of laten braken). Huid/slijmvliezen langdurig spoelen,<br />

216 ACuTe Boekje INTerNe GeNeeSkuNDe INToXICATIeS<br />

217

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!