Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
INLEIDING EN VERANTWOORDING<br />
Het cultuurbeleid laat zich dan ook niet eenvoudig beschrijven als een eigentijds<br />
politiek manifest, of als een programma dat <strong>in</strong> al zijn onderdelen aan één visie<br />
zou zijn ontsproten. Daarvoor is achtergrondkennis nodig; zonder deze historische<br />
kennis vallen typerende kenmerken van het cultuurbeleid niet goed uit te<br />
leggen. Het eerste deel van hoofdstuk 2 is dan ook gewijd aan de geschiedenis van<br />
het <strong>Nederland</strong>se cultuurbeleid. Het schetst vooral de historische achtergrond van<br />
de verschillende manieren waarop <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> culturele voorzien<strong>in</strong>gen worden<br />
ondersteund en de verschillende beweegredenen die daarbij een rol hebben<br />
gespeeld. Het vestigt de aandacht op de diepe wortels van regionale en functionele<br />
zelfverzorg<strong>in</strong>g en op de vrijwel steeds terughoudende en afstandelijke opstell<strong>in</strong>g<br />
van de nationale overheid. Naarmate het cultuurbeleid zich <strong>in</strong> de loop der<br />
jaren ontwikkelt, wordt de beschrijv<strong>in</strong>g gedetailleerder. In het tweede gedeelte<br />
van dit hoofdstuk worden vervolgens de ontwikkel<strong>in</strong>g en de huidige stand van de<br />
organisatie van het <strong>Nederland</strong>se cultuurbeleid en de daaraan verbonden beleidssystematiek<br />
uiteengezet.<br />
De daarop volgende hoofdstukken 3, 4, 5 en 6 vormen het centrale gedeelte van<br />
het boek met beschrijv<strong>in</strong>gen van de afzonderlijke beleidsgebieden. De <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g<br />
valt grotendeels samen met de adm<strong>in</strong>istratieve verkavel<strong>in</strong>g van het cultuurbeleid,<br />
zoals die s<strong>in</strong>ds 1985 bij de rijksoverheid geldt. Hoofdstuk 3 gaat over het cultureel<br />
erfgoed: musea, monumentenzorg, archeologie en archieven; hoofdstuk 4 is<br />
gewijd aan media, letteren en bibliotheken; het vijfde aan kunsten: beeldende<br />
kunst, bouwkunst, vormgev<strong>in</strong>g, film en nieuwe media, podiumkunsten, amateurkunst<br />
en kunsteducatie; en hoofdstuk 6 is gewijd aan het <strong>in</strong>ternationaal cultuurbeleid.<br />
De beschrijv<strong>in</strong>g per sector beg<strong>in</strong>t met een historische schets, als aanvull<strong>in</strong>g op de<br />
algemene beschouw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hoofdstuk 2. Vervolgens passeren de aard, <strong>in</strong>tensiteit<br />
en het bestuurlijk kader van de overheidsbemoeienis de revue. De algemene<br />
doelstell<strong>in</strong>gen van het beleid voor de sector komen aan de orde en ook de actuele<br />
aandachtspunten daarb<strong>in</strong>nen. De <strong>in</strong>frastructuur van de sector wordt kort<br />
geschetst alsmede de verhoud<strong>in</strong>g tot andere overheidslagen. Ook wordt <strong>in</strong> gegaan<br />
op het verloop van de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g door het Rijk. Cijfers uit tabellen en figuren<br />
zonder bronvermeld<strong>in</strong>g zijn alle afkomstig van het M<strong>in</strong>isterie van OCenW.<br />
In hoofdstuk 7 wordt het beeld aangevuld door de behandel<strong>in</strong>g van enkele onderwerpen<br />
die nog niet eerder aan de orde waren, zoals de spreid<strong>in</strong>g van het culturele<br />
aanbod over het land, en de mate waar<strong>in</strong> de bevolk<strong>in</strong>g deel heeft aan het<br />
aanbod van kunst, cultuur en de media. Het beeld wordt gecompleteerd <strong>in</strong> hoofd-<br />
11