Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
CULTUURBELEID IN NEDERLAND<br />
De rijksoverheid heeft een generale verantwoordelijkheid voor de bescherm<strong>in</strong>g en<br />
het behoud van bouwwerken met een bijzondere culturele waarde. Deze verantwoordelijkheid<br />
wordt <strong>in</strong> de eerste plaats geconcretiseerd door het subsidiëren<br />
van restauratie en onderhoud. Om voor subsidie <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g te komen, moet<br />
een object opgenomen zijn <strong>in</strong> het register van beschermde rijksmonumenten,<br />
kortweg de monumentenlijst genoemd. Naast deze rijksmonumentenlijst zijn er<br />
prov<strong>in</strong>ciale en gemeentelijke monumentenlijsten opgesteld. In de tweede plaats<br />
levert de rijksoverheid een bijdrage aan de <strong>in</strong>frastructuur ten behoeve van de<br />
monumentenzorg, onder andere door particuliere organisaties te subsidiëren.<br />
Tot voor kort waren de beschermde objecten voor het overgrote deel ouder dan<br />
150 jaar. Jongere monumenten werden slechts mondjesmaat beschermd; bovendien<br />
bleef ook de kennis over latere perioden achter bij die over de periode vóór 1850.<br />
Om deze achterstand <strong>in</strong> te lopen, werd het Monumenten Inventarisatie Project (MIP)<br />
uitgevoerd. De monumenten uit de periode 1850-1940 werden geïnventariseerd. Het<br />
MIP was niet alleen bedoeld om meer panden wettelijke bescherm<strong>in</strong>g te bieden,<br />
maar ook als hulpmiddel voor gemeenten, prov<strong>in</strong>cies en andere <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen met<br />
verantwoordelijkheden voor de ruimtelijke orden<strong>in</strong>g en de monumentenzorg.<br />
De <strong>in</strong>ventarisatie is <strong>in</strong> 1992 afgerond. Vervolgens werden de meest waardevolle<br />
bouwwerken en ‘gezichten’ geselecteerd voor registratie op de rijksmonumentenlijst.<br />
Deze operatie is <strong>in</strong> 2001 voltooid. Van de circa 175.000 jonge<br />
monumenten die geïnventariseerd zijn, zullen uite<strong>in</strong>delijk circa 9.000 monumenten<br />
wettelijk beschermd worden.<br />
De komst van een Monumentenwet heeft niet kunnen voorkomen dat halverwege<br />
de jaren tachtig een grote achterstand is ontstaan bij de restauratie van beschermde<br />
rijksmonumenten. Dat is terug te voeren op teruglopende begrot<strong>in</strong>gsmiddelen<br />
voor onderhoud en restauratie. Het rijksrestauratiebudget daalde<br />
vanaf het beg<strong>in</strong> van de jaren tachtig tot halverwege de jaren negentig. Het toenmalige<br />
kab<strong>in</strong>et doorbrak die neerwaartse spiraal <strong>in</strong> 1995 door voor de monumentenzorg<br />
eenmalig 6 125 miljoen extra beschikbaar te stellen. Deze dotatie bood<br />
de kans om een substantieel deel van de achterstand weg te werken en had, zoals<br />
verwacht, een gunstig effect op het niveau van de private <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen. De extra<br />
gelden werden gespreid over vier jaar aan het reguliere restauratiebudget toegevoegd.<br />
Dit vormt de eerste fase van een periode van vijftien jaar waar<strong>in</strong> de achterstand<br />
geheel moet worden weggewerkt. In 1997 werd een nieuw Besluit Rijkssubsidiër<strong>in</strong>g<br />
Restauratie Monumenten 1997 van kracht. Het bevat een subsidiesysteem<br />
dat niet alleen tot doel heeft om de geconstateerde achterstand weg te<br />
werken, maar ook om nieuwe achterstand <strong>in</strong> de toekomst te voorkomen. Vanaf<br />
1998 kwam <strong>in</strong> totaal 6 315 miljoen extra beschikbaar om voort te gaan met het<br />
110