Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
CULTUURBELEID IN NEDERLAND<br />
terie van OCenW zoals weergegeven <strong>in</strong> tabel 7, het uitgangspunt. Daarnaast<br />
worden de cijfers gepresenteerd die verzameld zijn door het CBS, vooral omdat ze<br />
de f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>zet van de drie bestuurslagen laten zien. Er is voor gekozen om de<br />
CBS-bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen voor zichzelf te laten spreken en ze slechts bij uitzonder<strong>in</strong>g van<br />
commentaar te voorzien.<br />
Tabel 8 geeft een overzicht van de uitgaven van de Rijksoverheid, de prov<strong>in</strong>cies en<br />
de gemeenten aan cultuur. Cultuur omvat de categorieën: musea, monumentenzorg,<br />
bibliotheken, scheppende en uitvoerende kunsten, amateurkunst, kunsteducatie,<br />
culturele accommodaties, multifunctionele culturele accommodaties en<br />
overige cultuur. De omroep is <strong>in</strong> dit overzicht niet opgenomen.<br />
Voor 1998 en 1999 is een iets andere <strong>in</strong>valshoek gekozen: kunsten omvat<br />
beroepsuitvoerende kunst, amateurkunst, kunstaccommodaties, scheppende<br />
kunst en muzische en culturele vorm<strong>in</strong>g; cultuurbeheer en verspreid<strong>in</strong>g omvat<br />
musea, monumenten, bibliotheken, media en archieven. In grote lijnen komen<br />
de meeste posten toch overeen, zodat vergelijk<strong>in</strong>g mogelijk is.<br />
De categorie ‘kunsten’ bij het CBS omvat alle overheidsbijdragen aan scheppende<br />
en uitvoerende kunsten, amateurkunst, kunsteducatie, culturele accommodaties<br />
en multifunctionele culturele accommodaties; de categorie ‘scheppende<br />
kunsten’ heeft betrekk<strong>in</strong>g op beeldende kunst, vormgev<strong>in</strong>g, film en<br />
letteren, alsmede subsidies aan componisten en choreografen.<br />
Voor de ontwikkel<strong>in</strong>g van de overheidsuitgaven aan de afzonderlijke discipl<strong>in</strong>es<br />
zij verwezen naar de afzonderlijke beschrijv<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de volgende hoofdstukken.<br />
In totaal wordt er <strong>in</strong> 1999 6 2.017 miljoen aan cultuur uitgegeven. Hiervan is<br />
6 652 miljoen afkomstig van het Rijk, 6 192 miljoen van de prov<strong>in</strong>cies en 6 1.173<br />
miljoen van de gemeenten. Indien de uitgaven voor de media zouden worden<br />
meegerekend, zouden de uitgaven ruim 6 730 miljoen hoger liggen. In 1998 zijn<br />
de totale cultuuruitgaven met circa 6 0,45 miljard zijn gestegen. Daarachter gaat<br />
zowel een forse stijg<strong>in</strong>g bij de rijksuitgaven als bij de gemeentelijke uitgaven<br />
schuil. Bij het Rijk zijn met name de uitgaven aan cultureel erfgoed en podiumkunsten<br />
hier debet aan. Het aandeel van de cultuuruitgaven van het Rijk is <strong>in</strong> de<br />
loop van de jaren teruggelopen van veertig naar 32 procent. Het aandeel van de<br />
prov<strong>in</strong>cies stijgt met vier procent naar 58 procent en dat van de gemeenten<br />
eveneens met vier procent naar tien procent. Opvallende conclusie is dat het<br />
aandeel van de gemeenten <strong>in</strong> de cultuuruitgaven naar bijna zestig procent is<br />
gegroeid, en dus de belangrijkste contribuant is geworden.<br />
87