Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
KUNSTEN<br />
Tabel 27. Aantal gesubsidieerde dansgezelschappen en hun voorstell<strong>in</strong>gen en bezoeken,<br />
1980-2000<br />
Seizoen Gezel- <strong>Nederland</strong>se Bezoeken Buitenlandse Bezoeken<br />
schappen voorstell<strong>in</strong>gen (x 1.000) voorstell<strong>in</strong>gen (x 1.000)<br />
1980-1981 6 701 303,3 140 134,1<br />
1985-1986 9 779 295,7 156 95,6<br />
1990-1991* 4 396 273,1 88 80,9<br />
1995-1996 13 1.121 359,5 153 74,3<br />
1998-1999 ** 13 1.464 407,1 221 128,7<br />
1999-2000 ** 13 1.645 433,9 241 150,1<br />
2000-2001 ** 19 1.789 499,9 301 148,3<br />
* In de jaren 1986-1991 zijn alleen gegevens verzameld over de grootste gezelschappen. De kle<strong>in</strong>ere<br />
structureel gesubsidieerde gezelschappen bleven buiten de tell<strong>in</strong>g.<br />
** Vanaf seizoen 1998-1999 betreft het dans en ballet-gezelschappen.<br />
Bron: CBS, Statl<strong>in</strong>e.<br />
Theater<br />
Tot de jaren vijftig heeft het Rijk nimmer een eigen schouwburg geëxploiteerd,<br />
een eigen toneelgezelschap onderhouden of aan een theatergezelschap subsidie<br />
verleend. 38 Vóór alles bestond er <strong>in</strong> calv<strong>in</strong>istische kr<strong>in</strong>g bezwaar tegen toneel als<br />
uit<strong>in</strong>gsvorm. Er waren pr<strong>in</strong>cipiële bedenk<strong>in</strong>gen tegen de sfeer rond beroepstoneel<br />
en ook de <strong>in</strong>houd van de toneelstukken die tot uitvoer<strong>in</strong>g werden gebracht, ontmoette<br />
veel bezwaar.<br />
De Rijkscommissie voor de Dramatische Kunst, <strong>in</strong>gesteld <strong>in</strong> 1918, vermomde de<br />
kwestie van de deugdzaamheid als een kunstz<strong>in</strong>nige kwestie: ‘Slechts datgene wat<br />
den mensch veredelt, loutert en verheft, mag op den naam kunst aanspraak<br />
maken’. De commissie betreurde het dat de toneelleiders om f<strong>in</strong>anciële redenen<br />
moesten zwichten voor ‘den m<strong>in</strong> gekuischten smaak van een deel van het publiek’,<br />
dit omdat slechts een ger<strong>in</strong>g deel van het volk f<strong>in</strong>anciële offers over had voor ‘waarachtige<br />
kunst’. Men achtte een strijd nodig ‘tegen gelegenheden, waar voor we<strong>in</strong>ig<br />
geld een vermaak wordt geboden, schadelijk voor het verbeeld<strong>in</strong>gsleven of erger<br />
nog, waar opzettelijk de booze hartstochten der toeschouwers worden geprikkeld<br />
38<br />
Zie: P.J.M. Ligthart, Toneelbeleid <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>, Amsterdam 1988, en: Advies cultuurwetgev<strong>in</strong>g. <strong>Cultuurbeleid</strong><br />
<strong>in</strong> beleidsanalytisch en juridisch perspectief, Rijswijk, SCP, 1986.<br />
203