Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
CULTUURBELEID IN NEDERLAND<br />
komen niet voor reken<strong>in</strong>g van de begrot<strong>in</strong>g van het M<strong>in</strong>isterie van OCenW, maar<br />
voor die van het M<strong>in</strong>isterie van F<strong>in</strong>anciën.<br />
In de podiumkunsten spr<strong>in</strong>gt de aanzienlijke verhog<strong>in</strong>g van het budget <strong>in</strong><br />
1985 <strong>in</strong> het oog. Dit is het gevolg van de overhevel<strong>in</strong>g van ongeveer 6 25 miljoen<br />
uit het Gemeente- en Prov<strong>in</strong>ciefonds naar het Rijk. Deze overhevel<strong>in</strong>g vloeide<br />
voort uit de her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van het orkesten- en toneelbestel. Het bedrag was<br />
bestemd voor taken die voorheen door de lagere overheden werden gef<strong>in</strong>ancierd.<br />
In hetzelfde jaar was een extra bijdrage <strong>in</strong> de exploitatielasten van het nieuwe<br />
Muziektheater <strong>in</strong> Amsterdam noodzakelijk. De verhog<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1987 hield eveneens<br />
verband met de <strong>in</strong>gebruiknem<strong>in</strong>g van het Muziektheater en kwam ten goede aan<br />
de De <strong>Nederland</strong>se Opera en Het Nationale Ballet. In 1993 werd 6 4,5 miljoen<br />
beschikbaar gesteld voor het nieuw opgerichte Fonds voor de Podiumkunsten.<br />
Vier jaar later werd het podiumkunstenbudget opnieuw verhoogd. Daarvan<br />
kwam 6 3,4 miljoen ten goede aan het Fonds voor de Podiumkunsten.<br />
Tabel 22. Uitgaven van het Rijk voor de kunsten per sector, 1985-<strong>2002</strong> (<strong>in</strong> mln. euro)<br />
1985 1988 1991 1994 1998 2001 <strong>2002</strong><br />
Podiumkunsten 106,9 108,3 110,9 123,1 142,9 180,8 173,2<br />
Film 7,4 9,8 11,2 11,8 12,3 19,5 11,3<br />
Beeldende kunst,<br />
vormgev<strong>in</strong>g,<br />
bouwkunst 14,6 35,0 37,4 57,9 61,3 73,4 45,1<br />
Amateurkunst en<br />
kunsteducatie 12,5 10,0 11,5 11,4 16,8 23,3 15,0<br />
Overige 3,4 5,1 7,8 4,5 15,2 39,7 49,9<br />
Totaal 144,8 168,2 178,9 208,7 233,2 336,6 294,5<br />
Tabel 23 geeft per discipl<strong>in</strong>e een beeld van het aantal <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen met een meerjarige<br />
subsidie op grond van de cultuurnota voor de periode 1997-2000 en/of voor<br />
2001-2004. Het aantal <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen nam toe met ruim 120. B<strong>in</strong>nen de podiumkunsten<br />
zien we een stijg<strong>in</strong>g van circa vijftig procent die vooral kan worden gelokaliseerd<br />
bij orkesten en ensembles, en muziek en muziektheater.<br />
166