Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
CULTUREEL<br />
ERFGOED<br />
3.1 Musea<br />
De nationale cultuurzorg heeft zich als eerste op het terre<strong>in</strong> van de musea gemanifesteerd.<br />
De verstatelijk<strong>in</strong>g van museaal bezit en de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g ervan vormen<br />
een blijvende verworvenheid van kon<strong>in</strong>g Willem I. Na 1875 g<strong>in</strong>g de overheid zich<br />
richten op systematiser<strong>in</strong>g van de museumcollecties; bovendien kreeg zij oog<br />
voor collecties die niet <strong>in</strong> haar bezit waren. In de eerste helft van de tw<strong>in</strong>tigste<br />
eeuw werd de grondslag gelegd voor het hedendaagse museumbestel. In die<br />
periode werden meer dan honderd nieuwe musea gesticht, onder meer doordat<br />
particulieren collecties nalieten aan overheden. De rijksoverheid ontwikkelde een<br />
visie op haar taken; er ontstond een adviesstructuur en er kwamen uitvoerende<br />
organisaties.<br />
Tot 1987 ontv<strong>in</strong>gen ook musea die geen rijkseigendom waren, rijkssubsidie <strong>in</strong><br />
hun exploitatietekort. In veel gevallen was er sprake van gezamenlijke bekostig<strong>in</strong>g<br />
van musea door verschillende overheden, de zogenoemde koppelsubsidiër<strong>in</strong>g.<br />
In 1985 kwam daaraan een e<strong>in</strong>de toen <strong>in</strong> de Nota Museumbeleid werd<br />
geformuleerd welke musea onder verantwoordelijkheid van de rijksoverheid<br />
kwamen. 9 Criteria daarbij waren breedte van de taakstell<strong>in</strong>g van het museum,<br />
reikwijdte en kwaliteit van de collecties en representativiteit voor het betreffende<br />
terre<strong>in</strong>. In overeenstemm<strong>in</strong>g met deze criteria is de verantwoordelijkheid voor<br />
een aantal musea <strong>in</strong> 1987 overgedragen aan prov<strong>in</strong>cies of gemeenten mét de<br />
daarbij behorende f<strong>in</strong>anciële middelen. Slechts een beperkt aantal musea bleef<br />
volledig voor verantwoordelijkheid van de rijksoverheid.<br />
Daarmee kwam een e<strong>in</strong>de aan de koppelsubsidiër<strong>in</strong>g en is, door de overdracht<br />
van de rijkssubsidies aan het Prov<strong>in</strong>ciefonds, de taak van de prov<strong>in</strong>cies verzwaard.<br />
Zij hebben <strong>in</strong> overleg met de betrokken gemeenten de toedel<strong>in</strong>g van<br />
verantwoordelijkheden en middelen geregeld. De prov<strong>in</strong>cies ontwikkelden een<br />
eigen museumbeleid, evenals de gemeenten.<br />
Het zojuist genoemde Deltaplan Cultuurbehoud zorgde ervoor dat achterstanden<br />
<strong>in</strong> de conserver<strong>in</strong>g werden <strong>in</strong>gelopen. Samen met de nota Kiezen voor Kwaliteit 10<br />
vormde het Deltaplan de grondslag voor de verzelfstandig<strong>in</strong>g van de rijksmusea.<br />
In laatstgenoemde nota werd het begrip ‘Collectie <strong>Nederland</strong>’ geïntroduceerd:<br />
niet de collecties van de afzonderlijke musea, maar het nationale cultuurbezit als<br />
geheel werd uitgangspunt voor het museumbeleid. In de uitwerk<strong>in</strong>g betekende<br />
dit dat de collecties en de gebouwen rijkseigendom bleven, terwijl de rijksmusea<br />
9<br />
M<strong>in</strong>isterie van WVC, Notitie Museumbeleid, Tweede Kamer 1984-1985, 19066, nrs. 1 en 2.<br />
10<br />
Kiezen voor kwaliteit. Beleidsnota over de toegankelijkheid en behoud van het museale erfgoed, Tweede Kamer<br />
1991-1992, 21 973, nr. 3.<br />
99