Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
GEBRUIKERS EN MAKERS<br />
Cultuureducatie<br />
Maandelijks zijn er naar schatt<strong>in</strong>g twee en een half keer zoveel personen die<br />
kunstz<strong>in</strong>nige activiteiten beoefenen, als bezoekers van culturele evenementen. 66<br />
Bovendien blijkt de beoefen<strong>in</strong>g van podiumkunsten naar opleid<strong>in</strong>g en leeftijd<br />
m<strong>in</strong>der ongelijk over de bevolk<strong>in</strong>g verdeeld te zijn dan het bezoek aan podiumkunsten.<br />
Cijfers als deze roepen de vraag op waarom de amateurkunst meer weerklank<br />
onder bredere geled<strong>in</strong>gen van de bevolk<strong>in</strong>g heeft gevonden dan het gerespecteerde<br />
kunstaanbod en waarom zij de concurrentie van nieuw opgekomen<br />
vormen van ontspann<strong>in</strong>g beter heeft weten te doorstaan dan de gesubsidieerde<br />
podiumsector. Het verleden kan ons bij het zoeken naar een antwoord helpen.<br />
Een analyse van de verschillen tussen de hoge ‘presentatiekunst’ en de ‘navolgbare<br />
en beoefenbare kunst’ lijkt hiervoor nuttig.<br />
Bij de amateuristische kunstbeoefen<strong>in</strong>g heeft de kunstz<strong>in</strong>nige burger door de<br />
jaren heen het heft <strong>in</strong> eigen hand gehouden, terwijl het professionele kunstbedrijf<br />
van na de oorlog beroepsmatige bestuurders en beoordelaars aantrok.<br />
Daarbij gaat het vooral om een verschil <strong>in</strong> zeggenschap over repertoire en stijl. De<br />
ambachtelijke technieken of de regels der kunst willen amateurs gewoonlijk<br />
graag afkijken van professionals. Het verschil schuilt er vooral <strong>in</strong> dat de kunstz<strong>in</strong>nige<br />
burger en zijn vertegenwoordigers de stijl- en repertoirekeuze b<strong>in</strong>nen de<br />
amateurkunst zijn blijven meebepalen, terwijl die zeggenschap b<strong>in</strong>nen het officiële<br />
kunstcircuit hoofdzakelijk is opgeëist door professionele kenners en adviseurs.<br />
Kunst<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en amateurverenig<strong>in</strong>gen van heden zijn allebei ontsproten<br />
uit achttiende- en negentiende-eeuwse <strong>in</strong>itiatieven van burgers, het beg<strong>in</strong>sel van<br />
zelfbeschikk<strong>in</strong>g is het meest herkenbaar gebleven bij de amateuristische kunstbeoefen<strong>in</strong>g.<br />
Dat betekent geensz<strong>in</strong>s dat de amateurkunst is blijven steken <strong>in</strong><br />
ambachtelijk traditionalisme. Ook daar is een streven naar steeds hogere prestaties<br />
en verkenn<strong>in</strong>g van nieuwe grenzen nog altijd manifest aanwezig.<br />
Het ideaal van de sociale cultuurspreid<strong>in</strong>g is vanouds een sterke drijfveer van het<br />
<strong>Nederland</strong>se kunst- en cultuurbeleid. In hoofdstuk 2 is al aangegeven hoe tijdens<br />
het <strong>in</strong>terbellum en de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog dit ideaal <strong>in</strong><br />
brede kr<strong>in</strong>g de angst hielp bezweren voor de oprukkende massacultuur en haar<br />
funest geachte uitwerk<strong>in</strong>g op de morele ontwikkel<strong>in</strong>g van de bevolk<strong>in</strong>g. Aan de<br />
confrontatie van brede lagen van de bevolk<strong>in</strong>g met ‘respectabele’ kunst werd een<br />
66<br />
De sociale staat van <strong>Nederland</strong> 2001, Den Haag, SCP, 2001.<br />
247