Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
CULTUURBELEID IN NEDERLAND<br />
gelaten voor <strong>in</strong>vloed van de kunstprofessie op het cultuurbeleid en de selectie<br />
van het kunstaanbod. De vraag of een bepaalde cultuuruit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g<br />
komt voor overheidssteun, is vrijwel steeds afhankelijk van het oordeel van<br />
externe of <strong>in</strong> elk geval niet-departementale advieslichamen, bestaande uit professionele<br />
deskundigen. Zij verrichten onafhankelijk van de politiek en het<br />
bestuursapparaat de kwaliteits- en verscheidenheidtoets. Instell<strong>in</strong>gen die een<br />
beroep doen op middelen van de cultuurnota worden op grond van hun aanvraag<br />
beoordeeld door de Raad voor Cultuur. Bew<strong>in</strong>dspersonen noch ambtenaren<br />
houden zich dientengevolge met de beoordel<strong>in</strong>g van artistieke kwaliteit bezig. De<br />
overheid steunt die uit<strong>in</strong>gen die door de kenners, vooral op grond van kwaliteit,<br />
zijn geselecteerd. Natuurlijk kunnen die kenners op hun artistieke argumenten<br />
worden aangesproken – iets dat ook steeds vaker gebeurt. Het gezag van de raad<br />
staat niet meer onomstotelijk vast, zoals is gebleken <strong>in</strong> het geval van Theatergroep<br />
De Appel uit Den Haag. De Raad voor Cultuur had Staatssecretaris Van der<br />
Ploeg negatief geadviseerd, maar daar nam De Appel geen genoegen mee. Het<br />
gezelschap stapte naar de rechter, die ze <strong>in</strong> het gelijk stelde: de Raad diende ook<br />
aandacht te besteden aan de contra-expertise, die was uitgevoerd <strong>in</strong> opdracht van<br />
De Appel.<br />
De overheid die het oordeel van zijn adviseurs overneemt, blijft daarvoor zelf<br />
verantwoordelijk. Het betekent dat, elke keer wanneer een kwestie van cultuurbeleid<br />
tot een politiek issue wordt, de afstand tussen overheid en <strong>in</strong>houd als sneeuw<br />
voor de zon verdwijnt. Van zo’n issue is des te sneller sprake wanneer de overheid<br />
de aanbevel<strong>in</strong>g van het advieslichaam niet overneemt, omdat zij van men<strong>in</strong>g is<br />
dat haar beleidsverantwoordelijkheid tot een andere uitkomst moet leiden. Het<br />
verschil van <strong>in</strong>zicht tussen het advieslichaam en de overheid werkt dan als olie<br />
op het vuur van het openbaar debat.<br />
Intussen wordt onderkend dat de selectie van het aanbod door <strong>in</strong>gewijden en professionals<br />
het cultuuraanbod niet onberoerd laat. Zij draagt de kiem <strong>in</strong> zich van<br />
een beroepsmatige eenzijdigheid, van bij voorkeur datgene te selecteren wat de<br />
<strong>in</strong>gewijden fasc<strong>in</strong>eert. De afstand tussen de smaak en de opvatt<strong>in</strong>gen van kenners<br />
en kunstenaars enerzijds en van een publiek van niet-specialisten anderzijds is<br />
nu eenmaal groot. Daardoor bestaat het risico dat het oordeel van consumenten,<br />
ook van ter zake kundige gebruikers, geen enkele rol speelt. Een partij die op die<br />
titel een publieks- of afnemersstandpunt naar voren zou kunnen brengen, is <strong>in</strong><br />
de beleidsadviser<strong>in</strong>g over kunst en cultuur namelijk niet vertegenwoordigd.<br />
Volgens sommige critici leidt de selectie door professionele deskundigen automatisch<br />
tot een kunstaanbod dat op het oordeel van deskundigen anticipeert.<br />
Zulke kunst verwijst niet naar een staatsprogram of publieksvoorkeur, maar gaat<br />
266