Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
Cultuurbeleid in Nederland - OCW - 2002
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK<br />
5<br />
Kunsten<br />
Een groot deel van de subsidiër<strong>in</strong>g van de verschillende kunstdiscipl<strong>in</strong>es komt<br />
voor reken<strong>in</strong>g van het Rijk. Tabel 22 toont de verdel<strong>in</strong>g over de verschillende discipl<strong>in</strong>es.<br />
Het cyclische karakter van de vierjaarlijkse cultuurnota, met als voorloper<br />
het Kunstenplan van 1989, komt <strong>in</strong> de tabel tot uit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de verhog<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />
1989, 1993, 1997 en 2001. In 2000 en 2001 wordt het beeld enigsz<strong>in</strong>s verstoord<br />
door enkele f<strong>in</strong>ancieel-technische verschuiv<strong>in</strong>gen. Vanaf <strong>2002</strong> wordt het budget<br />
van de fondsen niet meer ondergebracht bij de sectoren, maar <strong>in</strong> een apart<br />
onderdeel van de begrot<strong>in</strong>g.<br />
In de beeldende kunst, bouwkunst en vormgev<strong>in</strong>g vond <strong>in</strong> 1985 een overhevel<strong>in</strong>g<br />
plaats van het M<strong>in</strong>isterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van bijna<br />
6 9 miljoen voor beeldende kunstaankopen. In 1987 is het budget voor beeldende<br />
kunst verder verruimd met ongeveer 6 27 miljoen onder gelijktijdige<br />
stopzett<strong>in</strong>g van de Beeldende Kunstregel<strong>in</strong>g (BKR) door het M<strong>in</strong>isterie van<br />
Sociale Zaken. Van het totaal beschikbare budget voor beeldende kunst en<br />
vormgev<strong>in</strong>g wordt vanaf 1988 bijna 6 16 miljoen <strong>in</strong>gezet ter ondersteun<strong>in</strong>g<br />
van het beeldende- kunst- en vormgev<strong>in</strong>gsbeleid van de prov<strong>in</strong>cies en de vier<br />
grote steden. De <strong>in</strong>cidentele verhog<strong>in</strong>g van 1989 was bestemd voor de nieuwbouw<br />
van het <strong>Nederland</strong>se Architectuur<strong>in</strong>stituut, de Kunsthal en het herdenk<strong>in</strong>gsmonument,<br />
alle <strong>in</strong> Rotterdam. In 1994 is voor de medef<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van<br />
de basisstipendia door het M<strong>in</strong>isterie van Sociale Zaken nog eens bijna 6 9<br />
miljoen aan het budget voor beeldende kunst toegevoegd. De stijg<strong>in</strong>g van het<br />
budget per 1997 hangt samen met de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de Wet Inkomensvoorzien<strong>in</strong>g<br />
Kunstenaars (WIK).<br />
In de film en de nieuwe media is de verhog<strong>in</strong>g met bijna 6 1,3 miljoen <strong>in</strong> 1997<br />
niet zichtbaar omdat met <strong>in</strong>gang van dat jaar het btw-tarief op bioscoopkaartjes<br />
werd verlaagd van 17,5 naar zes procent. Per dezelfde datum heeft de filmbranche,<br />
georganiseerd <strong>in</strong> de <strong>Nederland</strong>se Federatie voor de c<strong>in</strong>ematografie, een<br />
gedeelte van de bekostig<strong>in</strong>g van het <strong>Nederland</strong>se Filmfonds van het Rijk overgenomen.<br />
De f<strong>in</strong>anciële gevolgen van de <strong>in</strong> 1999 <strong>in</strong>gevoerde fiscale filmmaatregelen<br />
165