De AWBZ internationaal bekeken - Rvz
De AWBZ internationaal bekeken - Rvz
De AWBZ internationaal bekeken - Rvz
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
waar belastingheffing de voornaamste bron van inkomsten is. Belangrijk<br />
te vermelden is dat de grondslag van de premieheffing in Nederland de<br />
eerste twee belastingschijven zijn. <strong>De</strong> wijze van financieren lijkt, ondanks<br />
dat het om een sociale verzekering gaat, erg op die van een belasting.<br />
Nederland geeft volgens de definitie van de OECD als percentage van<br />
het BBP ongeveer evenveel uit aan langdurige zorg als Duitsland en het<br />
Verenigd Koninkrijk. Volgens de definitie van de EPC zijn de publieke<br />
uitgaven in Nederland (2,5 % BBP) echter aanzienlijk hoger uit dan<br />
het Verenigd Koninkrijk (1,7 BBP). Over Duitland heeft de EPC helaas<br />
geen gegevens voor langdurige zorg beschikbaar. Als percentage van het<br />
zorgbudget geeft Nederland minder uit aan geestelijke gezondheidszorg<br />
dan Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Toch zijn deze drie systemen<br />
volgens het WHO-framework verschillend. Verder valt op dat in<br />
Nederland relatief veel uitgaven publiek worden gefinancierd.<br />
Er moet echter wel een inkomensafhankelijke eigen bijdrage worden<br />
betaald voor de voorzieningen die uit de <strong>AWBZ</strong> worden gefinancierd.<br />
Ook deze is in <strong>internationaal</strong> perspectief echter vrij laag (VWS, 2001).<br />
2b - Zweden<br />
In Zweden wordt net zoals in het Verenigd Koninkrijk, Spanje en<br />
Portugal de langdurige zorg gefinancierd uit belastingen. Gemeentelijke<br />
en regionale belastingen dekken 83,8% de uitgaven in 2000. Naast<br />
belastingen moeten de Zweden zowel voor thuiszorg als voor institutionele<br />
zorg eigen betalingen doen. <strong>De</strong>ze zijn wel aan een inkomensgerelateerd<br />
maximum verbonden. Gemeenten bepalen de hoogte ervan.<br />
Interessant is dat Zweden het meeste van alle onderzochte landen<br />
uitgeeft aan langdurige zorg voor ouderen en de GGZ. Het publieke<br />
deel van die uitgaven is ook het hoogst. Veel wordt ook uitgegeven aan<br />
institutionele zorg. Belangrijkste oorzaak is waarschijnlijk dat door het<br />
kwaliteitsbeleid 98% van de mensen in een verpleeghuis in 2000 op<br />
een één- of tweepersoonskamer ligt. In Nederland ligt 57% van de<br />
mensen op zo’n kamer (OECD, 2005). Daarnaast is de thuiszorg in<br />
Zweden vrij uitgebreid.<br />
In Zweden waren de districten tussen 1983 en 1992 verantwoordelijk<br />
voor het aanbod en de financiering van ouderenzorg, geestelijke<br />
gezondheidszorg en gehandicaptenzorg. Tijdens de Ädel hervorming<br />
in 1992 werden deze verantwoordelijkheden voor de ouderen<br />
gedecentraliseerd naar de gemeenten. In 1994 en 1995 volgden de<br />
gehandicapten (Handikapp-reformen) en de geestelijke gezondheidszorg<br />
(Psykiatri-reformen). <strong>De</strong>ze hervormingen betekenden een afname van<br />
30 tot 40% van de ziekenhuisbedden en een toename van het aantal<br />
(minder technologisch geavanceerde) verpleegbedden.<br />
RVZ<br />
Langdurige zorg: Nederland vergeleken met andere EU-landen 155