Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
94 <strong>NAH</strong> <strong>KCE</strong> reports 51<br />
voorzichtigheid geinterpreteerd te worden, enerzijds omdat de meerderheid van de<br />
bevraagde voorzieningen niet gericht zijn op chronische zorg, en omdat er <strong>een</strong><br />
belangrijke kans bestaat dat <strong>een</strong> groot deel van het geregistreerde aantal <strong>NAH</strong><strong>personen</strong><br />
(70%), Korsakov-patienten betreft.<br />
Voor het tweede deel van de enquete zijn in absolute aantallen vooral gegevens<br />
beschikbaar voor <strong>NAH</strong> ND, vooral binnen VF (227 casusen). Binnen de RVT-sector is<br />
de <strong>NAH</strong>-populatie ouder, heeft meer recent het <strong>NAH</strong> opgelopen, en dit op oudere<br />
leeftijd. Ze verblijven ook minder lang in de voorziening. Bij VF liep de grote<br />
meerderheid <strong>een</strong> <strong>NAH</strong> op op jonge leeftijd. Het betreft ook <strong>een</strong> iets jonger populatie,<br />
<strong>met</strong> <strong>een</strong> grotere leeftijdsspreiding, en hebben doorgaans reeds <strong>een</strong> lange opnameduur.<br />
De doelgroep CVA komt vnl. voor in RVT’s terwijl de TBI-doelgroep relatief meer<br />
voorkomt in VF-voorzieningen.<br />
De populatie binnen de RVT’s krijgt meer bezoek. De voorzieningen zijn ook dichter<br />
gelegen <strong>bij</strong> de woonplaats van diegenen die meest frequent op bezoek komen.<br />
Qua niveau van zorgbehoevendheid kent de populatie binnen RVT’s <strong>een</strong> zwaardere<br />
zorgbehoefte, 2/3 valt zelfs binnen de zwaarste categorie tegenover <strong>een</strong> kleine helft<br />
binnen de VF-voorzieningen.<br />
Wat niet-ingevulde <strong>zorgbehoeften</strong> betreft, lijkt men in de RVT’s minder aan de<br />
individuele zorgnoden tegemoet te kunnen komen, 40% heeft ook nood aan meer<br />
aangepaste voorziening tegenover 10% binnen VF. Slechts <strong>een</strong> minderheid komt in<br />
aanmerking voor meer zelfstandige woonvorm of thuiszorg.<br />
Mbt. MS en Huntington weinig opmerkelijke gegevens. Ook binnen VF-voorzieningen<br />
lijkt deze populatie ouder te zijn. Hun niveau van zorgbehoevendheid is in beide<br />
sectoren even<strong>een</strong>s hoger. Betreffende de niet-ingevulde <strong>zorgbehoeften</strong> bemoeilijkt het<br />
lage aantal patienten de interpretatie van de resultaten die niet steeds in dezelfde lijn<br />
liggen.<br />
Op basis van de gegevens uit het eerste deel van de enquête waar<strong>bij</strong> aan de hand van<br />
extrapolaties estimaties werden berekend voor het totaal aantal <strong>NAH</strong>-<strong>personen</strong> in<br />
Belgie dat in residentiële voorzieningen verblijft, kan <strong>met</strong> de gegevens uit het tweede<br />
deel <strong>een</strong> voorzichtige en ruwe inschatting berekend worden van eventuele nietingevulde<br />
<strong>zorgbehoeften</strong> voor deze doelgroep als indicatie <strong>bij</strong> de aanbevelingen in de<br />
eindconclusie van het rapport.<br />
Tabel 4.22: Estimaties van oningevulde <strong>zorgbehoeften</strong> .<br />
Deel 2<br />
Deel 1<br />
<strong>NAH</strong> ND<br />
Estimatie Estimatie Nood<br />
<strong>NAH</strong><br />
Estimatie Meer Estimatie Thuizorg Estimatie<br />
<strong>NAH</strong> ND aangepaste zelfstandige<br />
woonvorm Woonvorm<br />
VF/AWIPH 580 506 10% 51 13% 66 10% 51<br />
RVT 993 889 36% 320 10% 89 14% 124<br />
Totaal 1573 1395 371 155 175<br />
Uitgaande van de gegevens van enquete 1 zouden in Belgie ongeveer 1573 <strong>NAH</strong><strong>personen</strong><br />
in VF/AWIPH voorzieningen en RVT’s zijn opgenomen waarvan 1395 <strong>met</strong><br />
<strong>NAH</strong> ND (zie tabel 4.22). 371 van hen zouden nood hebben aan <strong>een</strong> meer aangepaste<br />
voorziening, anderzijds zouden 155 in aanmerking kunnen komen voor <strong>een</strong> meer<br />
zelfstandige woonvorm en 175 voor thuiszorg mits de nodige ondersteuning van de<br />
mantelzorg, bv. via <strong>een</strong> dagcentrum. Een aanbeveling zou dus kunnen zijn om op korte<br />
termijn 400 plaatsen te creëren voor deze doelgroep <strong>met</strong> de zwaarste zorgvorm,<br />
eventueel via het omvormen van bestaande plaatsen (die deze mensen nu reeds<br />
innemen). Anderzijds zouden <strong>een</strong> 200-tal plaatsen kunnen gecreëërd worden binnen<br />
meer zelfstandige woonvormen, bv. onder de vorm van beschermd wonen (wat<br />
neerkomt op dagelijkse professionele ondersteuning <strong>bij</strong> het wonen bovenop de gewone<br />
thuiszorgdiensten), en even<strong>een</strong>s <strong>een</strong> 200-tal extra plaatsen binnen dagcentra, maar dan<br />
specifiek op deze doelgroep gericht. Dit betekent wel dat er binnen de bestaande<br />
residentiële settings plaatsen zouden kunnen vrijkomen.