05.05.2013 Views

Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE

Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE

Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

50 <strong>NAH</strong> <strong>KCE</strong> reports 51<br />

opleiding (46.3% - 40.2%), nood aan sociaal contact (41.6%), beheersen van stress en<br />

emoties (40.2%). Problemen <strong>met</strong> gedrag kwamen in deze studie slechts op de 10de<br />

plaats. Predictors voor zorgnood waren: leeftijd, g<strong>een</strong> levenspartner, slechtere ADLstatus,<br />

kortere duur na het trauma. De noden waren ook groter <strong>bij</strong> diegenen die in<br />

mindere mate reeds ondersteuning aangeboden kregen.<br />

In 2004 werden de resultaten gepubliceerd van <strong>een</strong> telefonische bevraging van <strong>een</strong><br />

prospectieve cohorte TBI-patiënten gehospitaliseerd in om het even welk ziekenhuis<br />

van de staat Colorado over verloop van 1 jaar 78 . De bevraging gebeurde 1 jaar na<br />

ontslag; alle ernstgraden van hersenletsel werden geïncludeerd. Van de 1802 bevraagde<br />

<strong>personen</strong> had 59% minstens 1 onbeantwoorde nood. Van deze 59% had 2/3 nochtans<br />

reeds enige vorm van ondersteuning. Clusteranalyse toonde 7 onderscheiden groepen<br />

van zorgvragers <strong>met</strong> de volgende zorgnood: hulp op cognitief vlak (geheugen,<br />

probleemoplossend denken…): 19.1%; hulp op cognitief én emotioneel vlak (cognitief<br />

en stressbeheersing en/of beheersing van gedrag): 10.5%; IADL-hulp: 10.8%; IADL- én<br />

ADL-hulp: 5.7%; hulp op cognitief vlak én IADL-hulp: 5.1%, uitsluitend hulp op vlak van<br />

werk (arbeidstraining, zoeken van werk): 2.9%; uitgesproken hulpvraag op talrijke<br />

domeinen: 4.5%.<br />

In conclusie weerhouden we ook hier dat het onderling vergelijken van studies niet<br />

altijd makkelijk is omwille van <strong>een</strong> verschillend studieopzet. De besproken studies<br />

betreffen thuiswonenden in de USA. Noden op cognitief vlak (geheugen,<br />

probleemoplossend denken…) worden meest vermeld, zowel 1 jaar na het ongeval als<br />

op langere termijn. Verder zijn sociaal-emotionele noden, maar ook hulp <strong>bij</strong> (I)ADL<br />

belangrijke zorgvragen, evenals financiële noden, en nood aan ondersteuning op<br />

arbeidsvlak. Leeftijd, levenssituatie (all<strong>een</strong>staand…) en nood aan ADL-ondersteuning zijn<br />

predictoren voor de mate waarin hulpvragen geformuleerd worden.<br />

3.3.3 Multiple Sclerose<br />

Het belangrijkste rapport in de literatuur ivm. noden <strong>bij</strong> multiple sclerose, betreft <strong>een</strong><br />

multicenter-studie in 1996-1997 in 5 Europese landen waaronder ook België 95 . Aan de<br />

hand van <strong>een</strong> vragenlijst werd <strong>een</strong> afzonderlijk interview verricht <strong>bij</strong> de persoon <strong>met</strong><br />

MS, zijn verzorger (formeel of informeel) en de professioneel waarop de persoon <strong>met</strong><br />

MS meest terugvalt (aangeduid doorde zorgbehoevende). Er werden 137 patiënten<br />

bevraagd, het resultaat bleek te verschillen naargelang het land. In België had 57%<br />

minstens 1 niet-ingevulde nood, en gemiddeld 1,6 noden, wat minder was dan in de UK,<br />

Italië, Griekenland en Estonië. Gemiddeld over de 5 landen meldden de MS-patiënten<br />

2,9 niet-ingevulde noden, terwijl verzorgers en professionelen 2,4 noden aanhaalden.<br />

Professionelen haalden frequenter de nood aan medische zorg of therapie aan. In België<br />

werd het vaakst <strong>een</strong> nood aan apparatuur vermeld (meer dan in andere landen), gevolgd<br />

door nood aan medische zorg of therapie (minder dan in de andere landen).<br />

Ondersteuning op vlak van werk of dagbesteding, vrije tijd en sociale integratie werd<br />

ook regelmatig vermeld; terwijl financiële noden of nood aan informatie in alle landen<br />

laag scoorden. De verzorgers vroegen voor zichzelf vooral korte onderbrekingen of<br />

tijdelijke opvang van de patiënt, maar ook financiële steun, informatie of opvang van de<br />

patiënt in <strong>een</strong> dagcentrum.<br />

Een 2de interessant rapport van MacLurg (2005) 96 toonde aan dat 1/3 tot 1/2 van de<br />

bestudeerde zwaar zorgbehoevende MS patiënten (EDSS-schaal 7.0-9.5, N=53; totale<br />

groep alle zorgzwaartes N=149) in Ierland nood hadden aan verpleegkundige of<br />

huishoudelijke zorg, aan therapie of begeleiding door <strong>een</strong> sociale assistent, aan hulp<br />

wegens incontinentie, of aan respite care. De nood aan informatie was, samen <strong>met</strong> de<br />

nood aan medische en therapeutische begeleiding, de belangrijkste nood die<br />

gerapporteerd werd in de studie van Oeseburg (2004) 97 , waar<strong>bij</strong> 40 thuisverzorgde MSpatiënten<br />

bevraagd werden. Andere auteurs 98, 99 constateerden dat, wat informatienood<br />

betreft, het vooral gaat om “informatie-op-maat” over de betreffende patiënt:<br />

individuele toekomstperspectieven, mogelijkheden... Meermaals wordt ook de nood aan<br />

psychologische ondersteuning aangehaald 100, 101 .<br />

In 2001 bevroeg de Nationale Belgische Multiple Sclerose Liga haar leden, ongeveer 52%<br />

van de totale Belgische MS-populatie, naar noden en behoeften ivm. woonvorm 46 . Op<br />

<strong>een</strong> totaal van 5217 bevraagden, evenwichtig verdeeld over de verschillende graden van

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!