Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
122 <strong>NAH</strong> <strong>KCE</strong> reports 51<br />
Overlegplatform, het overleggen <strong>met</strong><br />
thuiszorgdiensten, …)<br />
• het geven van permanente vorming;<br />
• het geven van adviezen;<br />
Niettegenstaande alle expertisecentra reeds enorme inspanningen geleverd hebben,<br />
blijven er onbeantwoorde noden/vragen bestaan <strong>bij</strong> de gespecialiseerde RVT’s ten<br />
aanzien van de liaison.<br />
De verschillen in reglementering (o.a. tussen RVT - thuiszorg - nursingtehuizen van<br />
het VAPH) genereren belangrijke financiële discriminaties t.a.v. de patiënt. De patiënt<br />
betaalt in <strong>een</strong> gespecialiseerd RVT netto veel meer dan in <strong>een</strong> voorziening van het<br />
VFSIPH. Enkel de erkende RVT’s krijgen <strong>een</strong> <strong>bij</strong>komende financiering, maar dit maakt<br />
financieel voor de patiënt g<strong>een</strong> enkel verschil uit. Het project voorziet immers niet in<br />
<strong>een</strong> tussenkomst voor de patiënt die in <strong>een</strong> RVT moet opgevangen worden, zodat de<br />
kostprijs (die ontzettend hoog is) ongewijzigd blijft, en dit terwijl de doelgroep juist<br />
<strong>personen</strong> jonger dan 65 jaar betreft <strong>met</strong> <strong>een</strong> specifieke familiale situatie (o.a. kostwinner<br />
die wegvalt, opgroeiende kinderen…). Er is daarentegen wel <strong>een</strong> extra forfaitair bedrag<br />
voorzien ten voordele van de patiënt <strong>bij</strong> opname in <strong>een</strong> voorziening van het VAPH of<br />
<strong>bij</strong> thuiszorg. Een gelijke toegankelijkheid tot de verschillende structuren van de<br />
chronsche zorg kan niet worden gegarandeerd zolang er te grote financiële<br />
discrepanties tussen de verschillende opties bestaan.<br />
Het project voorziet g<strong>een</strong> leeftijdsgrenzen zodat het gevaar bestaat dat oudere<br />
<strong>personen</strong> in PVS of MRS (o.a. 80-90jr) de plaats in de RVT gaan innemen, zeker<br />
wanneer er onbezette bedden zijn.<br />
Concluderend kan gesteld worden dat dit sectoroverschrijdend pilootproject <strong>een</strong><br />
belangrijke bron van informatie vormt m.b.t. de organisatie en implementatie van <strong>een</strong><br />
sectoroverschrijdend zorgtraject voor <strong>een</strong> specifieke subdoelgroep van <strong>personen</strong> <strong>met</strong><br />
<strong>een</strong> <strong>NAH</strong>. Zowel de ziekenhuis-, ouderenzorg-, gehandicaptenzorg- en thuiszorgsector<br />
zijn betrokken. Via <strong>een</strong> externe liaisonfunctie wordt de kwaliteit en continuïteit van de<br />
langdurige zorg gegarandeerd en wordt aan deskundigheidsbevordering gedaan. Het<br />
zorgnetwerk wordt centraal ondersteund en opgevolgd door <strong>een</strong> Federaal<br />
deskundigenplatform <strong>met</strong> o.a. de aanzet tot <strong>een</strong> centraal registratie- en opvolgsysteem<br />
op basis waarvan epidemiologische gegevens verzameld kunnen worden.<br />
Van 2007 wordt dit pilootproject structureel verankerd en gefinancierd. De<br />
interministeriële werkgroep “chronische zorgen – <strong>NAH</strong>” zou <strong>bij</strong> de voorzetting van<br />
haar werkzaamheden, de resultaten van deze studie en de evaluatie en ervaringen uit<br />
het PVS/MRS-project, in het <strong>bij</strong>zonder de <strong>met</strong>hodologie en structurele opbouw van dit<br />
zorgmodel, verder moeten aanwenden voor het zoeken naar aangepaste oplossingen<br />
voor de andere de <strong>NAH</strong>-doelgroep als geheel. De huidige Minister Demotte wenst<br />
hier<strong>bij</strong> voorrang te geven aan volgende subdoelgroepen: patienten <strong>met</strong> traumatisch<br />
hersenletsel, MS en de ziekte van Huntington.<br />
Dit experimenteel project heeft alleszins het pad uitgestippeld naar <strong>een</strong> geïntegreerd<br />
woon-, zorg- en welzijnsbeleid, dankzij <strong>een</strong> doorgedreven samenwerking tussen de<br />
betrokken overheden en de actoren op de werkvloer.<br />
5.7 KRITISCHE BESPREKING EN BESLUIT<br />
5.7.1 Sectoraal zorgaanbod<br />
Het huidig zorglandschap in België is historisch gegroeid vanuit verschillende sectoren.<br />
Iedere sector heeft zijn eigen sectorspecifieke aanbod, <strong>met</strong> zijn eigen basiscompetenties.<br />
Zo zijn Sp-diensten vnl. gericht op revalidatie, RVT’s op ouderenzorg, voorzieningen<br />
voor <strong>personen</strong> <strong>met</strong> <strong>een</strong> handicap op orthoagogische zorg, etc. Iedere sector tracht<br />
vanuit zijn/haar specificiteit zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de specifieke<br />
noden die zich stellen binnen hun sector, dwz. tegenover zijn/haar doelgroep, al dan niet<br />
gedifferentieerd naar subdoelgroepen. Het beleid en de programmatie zijn hier<strong>bij</strong> vnl.<br />
aanbod- ipv. vraaggestuurd.