05.05.2013 Views

Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE

Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE

Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

120 <strong>NAH</strong> <strong>KCE</strong> reports 51<br />

• het formuleren van adviezen op eigen initiatief of op uitdrukkelijk<br />

verzoek van <strong>een</strong> federaal, gewest- of gem<strong>een</strong>schapsminister die<br />

bevoegd is voor volkgezondheid.<br />

Het Federaal Deskundigenplatform realiseerde via subwerkgroepen o.a.:<br />

• <strong>een</strong> centrale databank van alle geincludeerde patienten <strong>met</strong><br />

gegevensverzameling en –opvolging vanuit de expertisecentra (<strong>met</strong><br />

als huidige doelstelling het ontwikkelen van <strong>een</strong> online<br />

consulteerbaar centraal registratie- en opvolgsysteem)<br />

• richtlijnen voor <strong>een</strong> goede praktijkvoering uitgewerkt onder de<br />

vorm van <strong>een</strong> klinisch pad<br />

• ethische richtlijnen, o.a. rond het stopzetten van de behandeling<br />

• <strong>een</strong> nationaal symposium “Zorg voor comapatiënten in België: <strong>een</strong><br />

aangepast zorgnetwerk”<br />

Uit de centrale databank konden volgende gegevens worden afgeleid. In totaal werden<br />

gedurende het pilootproject 368 patienten (+15jr) geincludeerd waarvan ongeveer 20%<br />

boven 65 jaar. De gemiddelde leeftijd voor de jongvolwassenen (15-65jr) bedraagt 44<br />

jaar. TBI (39%), CVA (29%) en anoxie (22%) zijn de drie meest voorkomende oorzaken.<br />

Uit de evolutiegegevens na 3 maanden, 6 maanden, 1 jaar en 2 jaar blijkt dat het aantal<br />

patiënten dat overlijdt enorm toeneemt van 10% na 3 maanden tot 65% na 2 jaar. Van<br />

de patiënten die overleven blijft na 2 jaar slechts <strong>een</strong> klein aandeel in PVS (nauwelijks<br />

2%). De meerderheid is geëvolueerd naar MRS of HB. Op basis van deze follow-up<br />

gegevens kon <strong>een</strong> nationaal incidentiecijfer berekend worden voor VS en MRS, <strong>met</strong><br />

name <strong>een</strong> jaarlijkse incidentie van 7.6 PVS en 6.4 MRS na 3 maanden en 4.1 PVS en 5.2<br />

MRS na 6 maanden (per miljoen inwoners). Voor PVS kan de vergelijking gemaakt<br />

worden <strong>met</strong> buitenlandse cijfergegevens(Beaumont and Kenealy) waar<strong>bij</strong> de geschatte<br />

incidentie voor het Verenigd Koninkrijk ongeveer dezelfde is (resp. 8 na 3 maanden en<br />

5 na 6 maanden) terwijl de incidentie voor de VS en Frankrijk <strong>een</strong> stuk hoger wordt<br />

gerapporteerd. Voor MRS kan g<strong>een</strong> vergelijking gemaakt worden <strong>met</strong> buitenlandse<br />

gegevens aangezien dergelijke cijfers nergens voorhanden zijn en de cijfers voor ons land<br />

derhalve als <strong>een</strong> eerste internationaal gegeven van deze diagnose beschouwd kunnen<br />

worden (zie tabel 5.7).<br />

Tabel 5.7: Incidentie van PVS en MRS<br />

België UK VS Frankrijk<br />

PVS na 3 mnd 7.6 8 27 40<br />

PVS na 6 mnd 4.1 5 17 25<br />

MRS na 3 mnd 6.4<br />

MRS na 6 mnd 5.2<br />

PVS + MRS na 3 mnd 14.1<br />

PVS + MRS na 6 mnd 9.3<br />

Wat bedbezetting betreft, is er <strong>een</strong> sterke schommeling tussen de centra onderling.<br />

Voor de expertisecentra wordt gemiddeld <strong>een</strong> voldoende hoge bezetting bereikt. De<br />

coma-RVT-bedden blijven echter onderbezet aangezien slechts <strong>een</strong> gemiddelde van<br />

ongeveer 50% gehaald wordt voor gans België. Bijna de helft van de geincludeerde<br />

patiënten wordt doorverwezen naar <strong>een</strong> RVT, daarvan gaat 72% naar <strong>een</strong> erkend RVT,<br />

de overige 28% gaan naar <strong>een</strong> niet-erkend RVT. Van de patienten die niet naar <strong>een</strong> RVT<br />

worden doorverwezen, gaat ruim 40% naar huis terwijl de overigen worden<br />

doorverwezen voor verdere revalidatie (cfr. evolutie van de meerderheid naar MRS of<br />

hoger bewustzijn). Meestal blijven ook diegenen die naar <strong>een</strong> hoger bewustzijn<br />

evolueren heel zwaar zorgbehoevend terwijl het project niet voorziet om aan hun<br />

<strong>zorgbehoeften</strong> tegemoet te komen. Nochtans maakt deze groep <strong>bij</strong>na de helft van het<br />

aantal patienten uit die niet overlijden.<br />

Gedurende de looptijd van het project werden slechts <strong>een</strong> 2-tal patienten<br />

doorverwezen naar <strong>een</strong> VAPH-instelling. Binnen het AWIPH zijn g<strong>een</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!