Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>KCE</strong> reports 51 <strong>NAH</strong> 27<br />
schatting van het aantal hospitalisaties voor TBI tussen 100 en 270 per 100.000<br />
inwoners ligt.<br />
Voor Australië zelf wordt gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Met betrekking<br />
tot incidentie wordt gebruik gemaakt van <strong>een</strong> nationale database van hospitaal-<br />
‘seperation’ data (di. ontslag, transfer of overlijden van patienten) gecodeerd ahv. ICD-9,<br />
o.a. voor TBI k , maar ook voor CVA en anoxie (zie verder). Voor TBI was de totale<br />
incidentie 149/100.000 waarvan 133 voor de leeftijdsgroep 15-65jr.<br />
De Australische studie van Hillier et al., 1997 17 waarnaar frequent verwezen wordt,<br />
registreerde <strong>een</strong> jaarlijkse incidentie van 322 per 100.000 inwoners aan de hand van<br />
hospitaal-ontslagdata. In dit artikel wordt <strong>een</strong> predictieve formule 20 toegepast die<br />
ontwikkeld werd om de latere zorgnoden in te schatten. Men gaat uit van 80% lichte,<br />
10% matig-ernstige en 10% ernstige gevallen. Daarvan zou 25% blijvende beperkingen<br />
ondervinden, <strong>met</strong> name 32.4% lichte, 27.1% matige en 40.5% ernstige beperkingen, die<br />
na de acute fase beroep zouden moeten kunnen doen op <strong>een</strong> bepaalde vorm van<br />
dienstverlening.<br />
Voor het berekenen van de incidentie van <strong>personen</strong> <strong>met</strong> TBI die op lange termijn<br />
gevolgen en beperkingen zullen ondervinden, wordt in het rapport van Fortune & Wen 4<br />
even<strong>een</strong>s van deze formule 20 gebruik gemaakt. De berekeningen zijn gebaseerd op de<br />
veronderstelling van de proportie hersenletsels die initieel als licht, matig of ernstig<br />
worden beoordeeld, en het aandeel daarvan dat op termijn beperkingen zal<br />
ondervinden. Men maakt de volgende generalisatie: van alle nieuwe TBI-gevallen is 80%<br />
licht, 10% matig en 10% ernstig. Wegens de hogere mortaliteit <strong>bij</strong> ernstige letsels zullen<br />
in totaal ongeveer 85.5% lichte, 10% matige en 4.5% ernstige hersenletsels overleven.<br />
Vervolgens gaat men ervan uit dat 10% van de slachtoffers <strong>met</strong> licht TBI, 33% <strong>met</strong> matig<br />
en 100% <strong>met</strong> ernstig hersenletsel, blijvende beperkingen zullen ondervinden, wat in<br />
totaal neerkomt op 16.4% van alle TBI-slachtoffers die het letsel overleven. Er wordt<br />
uitgegaan van <strong>een</strong> mortaliteit van 6.5%. Fortune & Wenn (1999) 4 komen op basis van die<br />
formule tot <strong>een</strong> incidentie van 24 TBI slachtoffers <strong>met</strong> blijvende beperkingen op lange<br />
termijn op 100.000 inwoners.<br />
Het zomaar toepassen van dergelijke formules op incidentiedata houdt uiteraard<br />
gevaren in. Enerzijds omdat de proportie licht-matig-ernstig wegens verschillen in<br />
<strong>met</strong>hodologie (o.a. moment van inclusie) verschilt van studie tot studie, ook omdat de<br />
operationalisering van het begrip ‘disability’ kan verschillen, bv. enkel de GOS categoriën<br />
SD en VS, of ook de categorie MD, of zelfs de categorie GR <strong>met</strong> lichte<br />
restverschijnselen. De predictieve formule van Sorenson & Kraus (1991) 20 includeert<br />
o.a. ook deze laatste categorie wat <strong>een</strong> heel brede inclusie betekent. De proportie<br />
uitkomsten <strong>met</strong> MD, SD en VS van de GOS wordt daarentegen slechts op 3 tot 5%<br />
ingeschat (tov. 16.4%), wat voor Australië zou neerkomen op 4/100.000 4 .<br />
Wanneer meer specifiek wordt gekeken naar data die de incidentie en prevalentie van<br />
blijvende handicap ten gevolge van TBI betreffen, wordt in de UK de prevalentie op<br />
100-150 per 100.000 inwoners geschat, <strong>met</strong> <strong>een</strong> jaarlijkse incidentie van 2 tot 3<br />
<strong>personen</strong> <strong>met</strong> <strong>een</strong> ernstige handicap en 4 <strong>met</strong> <strong>een</strong> matige handicap per 100.000<br />
inwoners 19 . De Centers for Disease Control (CDC) l in de VS schatten de prevalentie<br />
van blijvende beperkingen ten gevolge van TBI duidelijk hoger in, nl. op 2% van de<br />
bevolking (di. 2000 per 100.000) <strong>met</strong> <strong>een</strong> jaarlijkse incidentie van 30-35 <strong>personen</strong> <strong>met</strong><br />
<strong>een</strong> nieuwe handicap per 100.000 14, 15 . Een studie uit Schotland toont nog hogere cijfers,<br />
nl. <strong>een</strong> jaarlijkse incidentie van 140 nieuwe handicaps per 100.000 inwoners 18 . De studie<br />
van Lannoo et al. (2004) 5 komt voor Vlaanderen tot <strong>een</strong> prevalentie van 72 TBI<br />
<strong>personen</strong> <strong>met</strong> blijvende beperkingen per 100.000 inwoners, maar dan enkel voor<br />
volwassenen tussen 18-65 jaar terwijl de overige bronnen g<strong>een</strong> leeftijdsbeperkingen of –<br />
indicaties hebben. De jaarlijkse incidentie wordt op 11 TBI-handicaps per 100.000<br />
inwoners geschat. Opnieuw zijn deze verschillen waarschijnlijk te wijten aan verschillen<br />
in operationalisering van het begrip ‘disability’ en ‘handicap’, vooral <strong>met</strong> betrekking tot<br />
ernst.<br />
k Voor TBI worden de ICD-9 codes gebruikt die door de CDC USA worden aanbevolen (Thurnman et al.,<br />
1995)<br />
l Centers for Disease Control (CDC): http://www.cdc.gov/ncipc/tbi/TBI.htm