Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>KCE</strong> reports 51 <strong>NAH</strong> 25<br />
2 EPIDEMIOLOGIE (INCIDENTIE EN<br />
PREVALENTIE)<br />
2.1 INLEIDING<br />
In dit hoofdstuk gaat de aandacht naar incidentie- en prevalentiegegevens voor de in<br />
hoofdstuk 1 afgebakende doelgroepen, <strong>met</strong> name niet-degeneratieve verworven<br />
hersenletsels (naar het Engels vertaald in acquired brain injury of ABI), <strong>met</strong> daarin het<br />
onderscheid tussen traumatische (TBI of traumatic brain injury of head injury) en niettraumatische<br />
oorzaken waarvan CVA de belangrijkste subgroep uitmaakt. Van de<br />
evolutieve of degeneratieve <strong>NAH</strong> aandoeningen wordt specifiek gekeken naar<br />
incidentie- en prevalentiegegevens van MS en Huntington.<br />
Incidentie wordt gedefinieerd als het aantal nieuwe diagnoses in <strong>een</strong> populatie binnen<br />
<strong>een</strong> bepaalde tijdsspanne, doorgaans per jaar. Prevalentie is het totaal aantal <strong>personen</strong><br />
binnen <strong>een</strong> populatie die lijden aan <strong>een</strong> bepaalde aandoening (en de gevolgen ervan) op<br />
<strong>een</strong> gegeven moment in de tijd. Voor <strong>NAH</strong> betreffen deze gevolgen stoornissen,<br />
beperkingen, handicaps of subjectieve klachten 13 .<br />
Voor dit hoofdstuk worden recente epidemiologische gegevens verzameld via<br />
wetenschappelijke literatuur en grijze bronnen, voor de doelgroep als geheel en voor<br />
elk van de doelgroepen afzonderlijk. Naast algemene incidentie- en prevalentiegegevens,<br />
gaat de aandacht vooral naar de incidentie en prevalentie van blijvende beperkingen en<br />
daaruit voortvloeiende zorgnoden (toegespitst op zware zorgbehoefte samenhangend<br />
<strong>met</strong> ernstige beperkingen), indien beschikbaar. Een apart hoofdstuk wordt hier<strong>bij</strong> gewijd<br />
aan de incidentie en prevalentie van agressie en aanverwante gedragsproblemen na<br />
<strong>NAH</strong>, meerbepaald omdat uit hoofdstuk 1 is gebleken dat <strong>NAH</strong>-<strong>personen</strong> <strong>met</strong><br />
dergelijke problematiek <strong>een</strong> belangrijke subdoelgroep vormen die deskundige, specifieke<br />
en intensieve zorgverlening vereist.<br />
Om de beschikbare incidentie- en prevalentiegegevens te kunnen vertalen naar de<br />
Belgische situatie, moeten deze toegepast worden op het aantal inwoners. Volgens de<br />
meest recente cijfers (1-1-2001) wonen in Belgie ong. 10.3 miljoen inwoners, waarvan 6<br />
miljoen in Vlaanderen, 3.3 miljoen in Wallonië en 1 miljoen in Brussel g .<br />
2.2 TRAUMATISCH HERSENLETSEL (TBI: TRAUMATIC BRAIN<br />
INJURY)<br />
Voor TBI zijn de meeste incidentie studies gebaseerd op het aantal ziekenhuisopnames<br />
(vnl. spoedopnames), en bevatten g<strong>een</strong> informatie over de uitkomst of de gevolgen van<br />
het hersenletsel 13 .<br />
Er wordt meestal <strong>een</strong> onderscheid gemaakt tussen lichte (mild), matig-ernstige<br />
(moderate) en ernstige (severe) hersenletsels, meestal gebaseerd op de comadiepte<br />
ge<strong>met</strong>en aan de hand van de Glasgow Coma Scale (GCS) <strong>bij</strong> opname: 3-8: ernstig; 9-12:<br />
matig-ernstig; 13-15: licht 13 . Soms wordt ook de duur van de posttraumatische amnesie<br />
als maat van ernst gebruikt.<br />
Incidentiecijfers gebaseerd op hospitalisatiedata includeren doorgaans alle ernstgraden,<br />
terwijl de matig-ernstige en zeker de ernstige hersenletsels slechts <strong>een</strong> beperkt aandeel<br />
daarvan uitmaken (ong. 10%). Indien voorhanden, wordt vaak gebruik gemaakt van de<br />
Glasgow Outcome Scaleh als globale uitkomstmaat <strong>met</strong> het onderscheid tussen <strong>een</strong><br />
‘favourable’ (categorieën GR en MD) en ‘unfavourable’ outcome (categorieën D, VS en<br />
SD). <strong>NAH</strong>-slachtoffers die ernstige blijvende beperkingen ondervinden en die de<br />
doelgroep van deze studie uitmaken, komen <strong>bij</strong>na uitsluitend uit de groep die op de<br />
GCS geclassificeerd als ‘ernstig’ <strong>bij</strong> opname. Een groot deel van deze groep overlijdt, en<br />
anderzijds vertoont <strong>een</strong> ander deel van deze groep toch <strong>een</strong> ‘good outcome’<br />
(categorieën ‘good recovery’ en ‘moderate disability’ op de Glasgow Outcome Scale of<br />
GOS), zodat ook van deze groep slechts <strong>een</strong> deel <strong>een</strong> ‘poor outcome’ (categorieën<br />
g http://www.belgium.be/eportal/application?languagePara<strong>met</strong>er=nl&pageid=contentPage&docId=6602<br />
h http://www.tbims.org/combi/gos/gossyl.html