Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
172 <strong>NAH</strong> <strong>KCE</strong> reports 51<br />
7.4.6 Beslissen over <strong>een</strong> opname<br />
<strong>NAH</strong>-patiënt wordt niet noodzakelijkerwijs vervangen door <strong>een</strong> andere<br />
<strong>NAH</strong>-patiënt.<br />
Het inschatten van de toestand van de patiënt wordt in de meeste instellingen aangehaald als<br />
<strong>een</strong> soort “kansrekening”. Vaak is er g<strong>een</strong> tijd of mogelijkheid om de patiënt die wordt<br />
doorverwezen echt te kennen en moet gewerkt worden <strong>met</strong> de informatie op papier. In<br />
sommige instellingen wordt erop gewezen dat in de dossiers soms vertekende informatie is<br />
opgenomen in die zin dat bepaalde problemen worden onder of overbelicht. In <strong>een</strong> instelling<br />
stelde de revalidatie arts daarom expliciet dat hij g<strong>een</strong> <strong>personen</strong> in overweging nam wanneer<br />
de volledige medicatielijst ontbrak in het dossier. Die medicatielijst geeft vaak <strong>een</strong> goede<br />
indicatie van het type problemen waarmee <strong>een</strong> patiënt kampt (inclusief gedragsproblemen).<br />
7.5 CRITERIA BIJ DOORVERWIJZING<br />
In essentie wordt <strong>bij</strong> de doorverwijzing naar de chronische zorgfaciliteiten vooral ingeschat<br />
wat de capaciteiten en competenties zijn van de patiënt en zijn directe omgeving.<br />
Bij revalidatie-instellingen wordt erop gewezen dat na het ontslag uit de revalidatie-instelling<br />
vaak nog <strong>een</strong> natraject volgt <strong>met</strong> de sociale dienst, en dat de voorzieningen daar<br />
noodgedwongen soms <strong>een</strong> rol moeten in blijven spelen om de patiënten wegwijs te maken.<br />
Hier worden weer uit<strong>een</strong>lopende managementopties genomen: in sommige instellingen<br />
kunnen de patiënten nog terecht gedurende <strong>een</strong> tijdje <strong>bij</strong> de sociale dienst. In andere<br />
revalidatie-instellingen houdt de rol van de sociale dienst formeel op na het ontslag, en moet<br />
<strong>een</strong> andere dienst op dat ogenblik klaar staan om de familie te begeleiden.<br />
Bij <strong>een</strong> doorverwijzing naar <strong>een</strong> thuissituatie speelt niet all<strong>een</strong> de toestand van de patiënt,<br />
maar moet zeker ook in kaart gebracht worden welke mogelijkheden er liggen voor de<br />
patiënt thuis (infrastructuur, omgeving, vervoer, worden als meest frequente elementen<br />
aangehaald<br />
De keuze voor <strong>een</strong> doorverwijzing naar <strong>een</strong> RVT of <strong>een</strong> thuissituatie is soms in belangrijke<br />
mate ingegeven door de financiële draagkracht van <strong>een</strong> gezin. Bij jonge gezinnen komt het<br />
nogal <strong>een</strong>s voor dat zij nog <strong>een</strong> eigen woning moeten afbetalen en dat <strong>een</strong> opname in <strong>een</strong><br />
RVT om financiële redenen g<strong>een</strong> optie is.<br />
Naast deze elementen speelt ook de motivatie van de familie en directe omgeving <strong>een</strong><br />
cruciale rol. Wanneer kan ingeschat worden dat de familie “wil gaan” voor opvang thuis<br />
wordt in de meeste revalidatie-instellingen hier naartoe gewerkt.<br />
Een doorverwijzing moet over het algem<strong>een</strong> zeer lang voorbereid worden en vraagt vooral<br />
coördinatiewerk van de sociale dienst. Er komt veel administratief werk <strong>bij</strong> kijken, en het<br />
vraagt toch <strong>een</strong> zekere communicatie <strong>met</strong> de externe instellingen. Vooral voor dit laatste is<br />
er zelden.<br />
Doorverwijzen naar <strong>een</strong> RVT vraagt de nodige begeleiding en vraagt dat patiënten en vooral<br />
hun familie wegwijs gemaakt moeten worden in het administratieve landschap. Vaak is ook<br />
het nodige overleg en overtuiging nodig binnen RVT om jongere patiënten op te nemen<br />
omdat niet alle RVT’s bereid te zijn om jongere <strong>NAH</strong>-patiënten op te nemen.<br />
De criteria die meestal worden aangehaald <strong>bij</strong> <strong>een</strong> doorverwijzing naar de chronische<br />
voorziening is <strong>een</strong> inschatting van de draagkracht van de directe omgeving, de infrastructuur<br />
en de omgeving thuis, de financiële draagkracht van de patiënt en de familie.<br />
7.6 ZORGBEHOEFTE<br />
In de gesprekken is elke keer expliciet ingegaan op de vraag wat bedoeld wordt <strong>met</strong> zware<br />
zorgbehoefte. Algem<strong>een</strong> is de teneur van de reflecties op deze vraag dat het vastleggen van<br />
de definitie “zwaar” op niet al te rigide criteria kan bepaald worden. Zware zorgbehoefte is<br />
<strong>een</strong> concept dat zeer moeilijk te operationaliseren valt in de dagelijkse praktijk, omdat de