Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>KCE</strong> reports 51 <strong>NAH</strong> 185<br />
8 CONCLUSIE<br />
8.1 DEFINITIES EN BEGRIPPENKADER<br />
In deze studie staan de zorgnoden centraal van zwaarzorgbehoevende 18-65 jarige <strong>personen</strong><br />
<strong>met</strong> niet aangeboren hersenletsel (<strong>NAH</strong>) in de chronische faze.<br />
Er werd uitgegaan van het “bio-psycho-sociale model” van gezondheid en handicap, zoals dit<br />
door de WHO vooropgesteld wordt en uitgewerkt werd in het ICF-model (International<br />
Classification of Functioning, Disability and Health). Er is in dit model steeds interactie <strong>met</strong><br />
“contextuele factoren”: persoonlijke of omgevingsgebonden factoren.<br />
De Nederlandstalige term “<strong>NAH</strong>” zoals gebruikt in deze studie, includeert zowel nietdegeneratieve<br />
vormen van <strong>NAH</strong> (<strong>NAH</strong>-ND, zoals traumatisch hersenletsel (TBI),<br />
cerebrovasculair accident (CVA), letsels tgv. anoxie, hersenvliesontsteking,...) als<br />
degeneratieve vormen van <strong>NAH</strong> (<strong>NAH</strong>-D, zoals multiple sclerose (MS), ziekte van Parkinson,<br />
ziekte van Huntington...). In de Engelstalige literatuur wordt <strong>bij</strong>na uitsluitend de term ABI<br />
(Acquired Brain Injury) aangetroffen, waarmee meestal enkel de niet-degeneratieve vormen<br />
van <strong>NAH</strong> bedoeld worden. De Franse term “lésions cérébrales acquises, cérébro-lésés” is<br />
afgeleid van de Engelse benaming. De definitie van <strong>NAH</strong> zoals gehanteerd in deze studie,<br />
wijst ook op de mogelijke functionele gevolgen van <strong>NAH</strong>, namelijk stoornissen op vlak van<br />
fysiek, sensorisch, cognitief, emotioneel en psychosociaal functioneren, al dan niet<br />
gecombineerd, en leidend tot beperkingen op diverse levensdomeinen. Tenslotte staat voor<br />
alle <strong>NAH</strong>-patiënten de “breuk in de levenslijn”, die in Nederlandstalige grijze literatuur vaak<br />
aangehaald wordt, centraal.<br />
Omdat niet alle subcategorieën van <strong>NAH</strong> binnen het bestek van deze studie behandeld<br />
konden worden, werden de volgende subgroepen meer in detail bestudeerd: traumatisch<br />
hersenletsel (TBI), cerebrovasculair accident (CVA), multiple slerose (MS) en ziekte van<br />
Huntington.<br />
Er werd in dit onderzoek gefocust op <strong>personen</strong> <strong>met</strong> zware zorgbehoefte, waar<strong>bij</strong> deze<br />
zorgbehoefte zich -gezien de definitie van <strong>NAH</strong>- op verschillende domeinen kan<br />
manifesteren. Om <strong>een</strong> cut-off voor het begrip “zwaar” te definiëren, werd op basis van de<br />
literatuur de CANS-schaal 81 weerhouden voor gebruik in het huidige onderzoek. Deze<br />
schaal steunt op het ICF-model en baseert zich op het aantal uren/dag of week dat de<br />
persoon in kwestie nood heeft aan toezicht en/of begeleiding, onafhankelijk van de aard van<br />
de benodigde zorgen. Dit bleek naderhand goed aan te sluiten <strong>bij</strong> de wijze waarop<br />
professionelen in de bevraagde instellingen (zie hoofdstuk 7) zorgzwaarte ervaren. De<br />
CANS-schaal specifieert echter niet de <strong>zorgbehoeften</strong> (psychologische begeleiding,<br />
kinesitherapie…). Het objectiveren van zorgnoden, <strong>bij</strong> voorkeur aan de hand van <strong>een</strong><br />
gevalideerd meetinstrument, is noodzakelijk voor organisatorische doeleinden. Uit het<br />
kwalitatieve luik van deze studie kwamen enkele vermeldenswaardige visies hieromtrent naar<br />
boven. Het begrip “zorgzwaarte” blijkt in de residentiële instellingen (zie hoofdstuk 7) vooral<br />
<strong>een</strong> collectieve betekenis te hebben: de zorg van alle bewoners samen is bepalend veeleer<br />
dan de zorgzwaarte van één bepaalde bewoner; er wordt gestreefd naar <strong>een</strong> “goede mix”<br />
van bewoners. Bij de vertegenwoordigers van de patiëntenverenigingen maar ook in de<br />
instellingen bestaat eerder <strong>een</strong> afwijzende houding tov. schalen en meetinstrumenten. De<br />
eersten halen verschillende contextuele factoren aan die zorgzwaarte mee bepalen (vb.<br />
thuisomgeving: all<strong>een</strong>staande of niet) en wijzen er ook op dat dit kan veranderen in de tijd:<br />
wat voor de thuisomgeving vandaag haalbaar is, is het morgen misschien niet meer. De<br />
laatsten vrezen <strong>een</strong> te complex instrument (zie hoofdstuk 7).