Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>KCE</strong> reports 51 <strong>NAH</strong> 47<br />
verschillende onderzoeksgroepen. Echter, het is aanbevolen om de 6 subschalen (fysieke<br />
onafhankelijkheid - mobiliteit - arbeid en bezigheden - sociale integratie - economische<br />
zelfstandigheid - cognitieve onafhankelijkheid) afzonderlijk te scoren, zodat men niet tot<br />
<strong>een</strong> totaalscore voor één patiënt komt. Om deze reden werd dan ook in het kader van<br />
deze studie gekozen voor het gebruik van de CANS. Deze schaal is weliswaar enkel<br />
voor traumatisch hersenletsel gevalideerd, maar geeft <strong>een</strong> kwantitatieve<br />
eindbeoordeling van zorgnood, uitgedrukt in dagen/uren dat iemand zelfstandig kan<br />
leven zonder enige vorm van hulp, toezicht of begeleiding (zie Appendix <strong>bij</strong> hoofdstuk<br />
3).<br />
3.2.3 Evaluatie van zorgnoden of “Health care needs assessment”:<br />
Theoretische achtergrond<br />
J. Wright (1998) omschrijft evaluatie van zorgnoden of “health care needs assessment”<br />
als <strong>een</strong> systematische, kwalitatieve of kwantitatieve, <strong>met</strong>hode om niet-ingevulde<br />
<strong>zorgbehoeften</strong> van <strong>een</strong> (sub)populatie te identificeren en nadien ook de nodige<br />
wijzigingen aan te brengen om aan deze niet-ingevulde <strong>zorgbehoeften</strong> tegemoet te<br />
komen 71 .<br />
In de gezondheidszorg gebeurden reeds in de 19de eeuw de eerste zorgnoodevaluaties,<br />
maar uiteraard vond er sedertdien <strong>een</strong> grote evolutie plaats. In de Westerse wereld<br />
was de gezondheidszorg tot in de 90-er jaren voornamelijk “aanbod-gestuurd”: de<br />
verstrekte zorg werd door <strong>een</strong> groot gedeelte bepaald door de beschikbaarheid van<br />
bepaalde zorgvoorzieningen; en welke zorgvoorzieningen aangeboden werden, werd<br />
vooral door de zorgverleners zelf bepaald. Onder invloed echter van <strong>een</strong> algem<strong>een</strong><br />
maatschappelijke trend naar meer zelfbepaling groeide ook het zelfbewustzijn <strong>bij</strong> tal van<br />
patiëntengroepen, en de roep om <strong>een</strong> eerder “vraag-gestuurd” zorgaanbod werd<br />
groter. Geleidelijk nam <strong>bij</strong> zorgverleners en beleidsmakers de aandacht toe voor<br />
participatie vanuit de patiënt zelf in het bepalen van het zorgaanbod 71, 84, 85 . In dit<br />
verband wordt soms ook verwezen naar de “Oregon-style” planning: in de staat<br />
Oregon, USA, werden in het begin van de ‘90er jaren zorggebruikers en het brede<br />
publiek betrokken <strong>bij</strong> het opstellen van <strong>een</strong> prioriteitenlijst voor gezondheidszorg 71 .<br />
Stevens (1998) 70 wijst op de verschillende <strong>met</strong>hodes die heden ten dage gebruikt<br />
kunnen worden <strong>bij</strong> “needs assessment”: ten eerste <strong>een</strong> epidemiologische approach, ten<br />
tweede <strong>een</strong> comparatieve approach (waar<strong>bij</strong> vb. de zorgvoorzieningen of zorgkosten<br />
tussen 2 regio’s vergeleken worden) en ten derde de corporate approach 70 . In deze<br />
laatste worden alle partijen die betrokken zijn <strong>bij</strong> de gezondheidszorg (beleidsmakers,<br />
zorgverleners, patiënten of “gebruikers”, het brede publiek…) op <strong>een</strong> kwalitatieve<br />
manier ook betrokken <strong>bij</strong> het assessment, om <strong>een</strong> zo volledig mogelijk beeld te kunnen<br />
schetsen van de reële noden en behoeften en hun maatschappelijke relevantie. In het<br />
kader van deze studie zullen enerzijds de zorgverleners, anderzijds de patiënten of<br />
“gebruikers” bevraagd worden ivm. zorgnoden waaraan wel/niet voldoende tegemoet<br />
gekomen wordt.<br />
Conform de WHO-richtlijnen, is het belangrijk om de drie ICF-dimensies van<br />
gezondheid (lichaamsstructuren en –functies, activiteiten en participatie) in het<br />
assessment aan bod te laten komen (zie hoger).<br />
Wright 71 en Stevens 70 lichten <strong>een</strong> aantal kwalitatieve punten toe die <strong>bij</strong> de interpretatie<br />
van <strong>een</strong> zorgnoodevaluatie in acht genomen dienen te worden:<br />
Gaat het assessment over <strong>een</strong> prioriteiten bepaling in het kader van <strong>een</strong> schaarste aan<br />
middelen of beschrijft het de noden voor slechts één welbepaalde groep van patiënten?<br />
Is de zorgnoodevaluatie exploratief of beoogt deze definitief en volledig te zijn?<br />
Wordt de zorgnood bepaald door experten (vb. epidemiologen) of gebeurt dit op<br />
participatieve wijze (corporate approach)?<br />
Kan er <strong>een</strong> evidence-based “grading of effectiveness” voor de vermelde zorgnoden en<br />
de eventuele remedie opgesteld worden?<br />
Tenslotte wijzen deze auteurs erop dat “health care needs assessment” uiteindelijk tot<br />
doel heeft om needs, demands and supply beter op elkaar af te stemmen. Dit houdt in<br />
dat onvoldoende gedetecteerde noden beter omschreven moeten worden (vb. door