Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Chronische zorgbehoeften bij personen met een NAH - KCE
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>KCE</strong> reports 51A <strong>NAH</strong> iii<br />
RESULTATEN<br />
Definitie<br />
Het begrip <strong>NAH</strong> kan beschouwd worden als <strong>een</strong> paraplu-term. De definitie houdt in dat<br />
alle <strong>personen</strong> <strong>met</strong> <strong>een</strong> verworven hersenletsel geïncludeerd worden, waar<strong>bij</strong> de oorzaak<br />
van het hersenletsel heel divers kan zijn. Aangeboren aandoeningen en psychiatrische<br />
aandoeningen worden echter steeds geëxcludeerd. In sommige literatuurstudies zijn<br />
zowel niet-degeneratieve vormen van <strong>NAH</strong> (zoals cerebrovasculair accident (CVA),<br />
hersenletsel door <strong>een</strong> trauma, restletsels van hersenvliesontsteking…) als degeneratieve<br />
vormen van <strong>NAH</strong> (zoals multiple sclerosis (MS), ziekte van Huntington, dementie…)<br />
geïncludeerd; maar in andere literatuurstudies worden enkel niet-degeneratieve vormen<br />
in aanmerking genomen. In de huidige studie worden zowel niet-degeneratieve als<br />
degeneratieve vormen van <strong>NAH</strong> bestudeerd, waar<strong>bij</strong> CVA, TBI (hersentrauma), MS en<br />
ziekte van Huntington meer in detail werden behandeld. Verder vermeldt de definitie<br />
dat <strong>NAH</strong> kan leiden tot <strong>een</strong> grote variëteit aan stoornissen op het vlak van fysisch,<br />
cognitief, emotioneel en psychosociaal functioneren, <strong>met</strong> beperkingen op allerlei<br />
levensdomeinen tot gevolg, en diverse zorgnoden en –behoeften. Het is dit<br />
gecombineerd voorkomen van meerdere problemen wat de uiteindelijke zorgzwaarte<br />
voor de <strong>NAH</strong>-persoon bepaalt. Aanvullend dient vermeld te worden dat in de huidige<br />
studie vastgesteld werd dat in residentiële instellingen het begrip zorgzwaarte niet enkel<br />
bepaald wordt door de individuele zorgnoden, maar ook door de collectieve<br />
zorgzwaarte van de verschillende bewoners samen (zie hoofdstuk 7).<br />
Zwaarzorgbehoevende <strong>NAH</strong> <strong>personen</strong> (18-65 jaar) in België: prevalentie in<br />
residentiële instellingen, kenmerken en niet-ingevulde zorgvragen<br />
Van de totale groep residentiële <strong>NAH</strong> <strong>personen</strong> (18-65 jaar) in België behoort 28% tot<br />
de TBI-groep, 22% tot de CVA-groep, 38% tot andere niet-degeneratieve vormen van<br />
<strong>NAH</strong> (zoals restletsels van hersenvliesontsteking of anoxie) en 12% tot degeneratieve<br />
vormen van <strong>NAH</strong> (zoals multiple sclerose of ziekte van Huntington). In<br />
gehandicapteninstellingen verblijven meer TBI’s, in RVT/MRS meer CVA’s. Op basis van<br />
het eerste deel van de bevraging werd de totale groep van <strong>NAH</strong> <strong>personen</strong> (18-65 jaar)<br />
die in residentiële voorzieningen verblijven, ingeschat op 1963 voor heel België. In de<br />
literatuur zijn data aangaande prevalentie en aard of ernst van de beperkingen ten<br />
gevolge van <strong>NAH</strong> <strong>bij</strong>zonder schaars. Het cijfer uit de bevraging sluit echter goed aan <strong>bij</strong><br />
de beperkte literatuurgegevens. Verder blijkt uit de bevraging dat ruim de helft of 993<br />
van de Belgische <strong>personen</strong> uit de doelgroep zich in RVT/MRS bevindt, terwijl dit aantal<br />
in gehandicapteninstellingen 580 bedraagt en 390 in psychiatrische voorzieningen .<br />
Uit het 2 de en 3 de deel van de bevraging bleek dat fysieke problemen (somatisch of<br />
motorisch) <strong>bij</strong> de doelgroep meer frekwent zijn dan gedragsproblemen, die echter ook<br />
frekwent voorkomen. Ook blijken RVT/MRS vaker <strong>personen</strong> <strong>met</strong> zware fysieke<br />
zorgnood op te nemen dan gehandicapteninstellingen. Vooral in RVT/MRS echter, heeft<br />
men meer moeite <strong>met</strong> het organiseren van aangepaste dagactiviteiten en sociale<br />
contacten, en het begeleiden van de psychische/psychiatrische/cognitieve problemen. De<br />
gelijkenis <strong>met</strong> de resultaten uit de beperkte gegevens in de literatuur wat betreft<br />
aangehaalde zorgnoden, is opvallend. Ook de thuiszorg heeft het gevoel minder goed<br />
tegemoet te kunnen komen aan noden ivm. daginvulling en sociale activiteiten, evenals<br />
aan cognitieve en emotionele problemen.<br />
Knelpunten in België<br />
Op basis van deel 2 en 3 van de bevraging (hoofdstuk 4), evenals van hoofdstuk 5 en 7,<br />
werden voor <strong>personen</strong> uit de doelgroep de volgende knelpunten in België beschreven.<br />
De coördinatie tussen de verschillende zorgvormen, die in België onder de bevoegdheid<br />
van meerdere overheden vallen, blijkt gebrekkig te verlopen. Er is <strong>een</strong> sterke behoefte<br />
aan betere informatie, en dan vooral specifieke, gepersonaliseerde informatie die van<br />
toepassing is voor de eigen situatie. Tevens is er vraag naar meer keuzemogelijkheden<br />
en <strong>een</strong> meer vraaggestuurde zorgorganisatie, <strong>een</strong> trend die ook uit het internationaal<br />
vergelijkend onderzoek naar voren kwam.